1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Hetzelfde maar toch anders: slaafse nabootsing?

Hetzelfde maar toch anders: slaafse nabootsing?

In deze zaak is er sprake van een groothandel die sfeerlichthouders aanbiedt met een witte buitenkant en felgekleurde afstekende binnenkant. Vervolgens liggen bij Hema cupjes op de planken die zeker op het eerste gezicht aan precies diezelfde omschrijving voldoen. Kan dan worden aangenomen dat Hema de groothandel heeft gekopieerd en legt de rechtbank Amsterdam in kort geding een maatregel op?De Amsterdamse groothandel die zich naar het vonnis ‘bezighoudt met het ontwerpen en verkopen van int...
Leestijd 
Auteur artikel Esther Mommers (uit dienst)
Gepubliceerd 03 juni 2013
Laatst gewijzigd 16 april 2018
In deze zaak is er sprake van een groothandel die sfeerlichthouders aanbiedt met een witte buitenkant en felgekleurde afstekende binnenkant. Vervolgens liggen bij Hema cupjes op de planken die zeker op het eerste gezicht aan precies diezelfde omschrijving voldoen. Kan dan worden aangenomen dat Hema de groothandel heeft gekopieerd en legt de rechtbank Amsterdam in kort geding een maatregel op?




De Amsterdamse groothandel die zich naar het vonnis ‘bezighoudt met het ontwerpen en verkopen van interieurartikelen en –accessoires’ besloot in ieder geval op te treden tegen Hema. De groothandel brengt sinds 2011 de hierna volgende sfeerlichthouders op de markt. Ter vergelijking een afbeelding van de beide producten:

- van de groothandel [X]

Groothandel

- van Hema
Hema

Beoordeling
De groothandel start een kort geding tegen Hema waarin zij vraagt om Hema te veroordelen elk gebruik van de sfeerlichthouders te staken en om o.a. een recall van de sfeerlichthouders en vernietiging van de voorraad. De groothandel voert daartoe aan dat er sprake is van slaafse nabootsing door Hema. Hema stelt daarentegem dat 1) de sfeerlichthouders van de groothandel geen bescherming toekomt omdat de houders geen eigen plaats op de markt innemen en zelfs al mocht dat wel zo zijn, dan 2) maakt Hema met haar ‘bakjes’ in ieder geval geen inbreuk.

De rechtbank begint met beoordelen van de tweede stelling, de vraag of er sprake kan zijn van slaafse nabootsing. Daarbij wordt benadrukt dat van slaafse nabootsing slechts sprake kan zijn wanneer de navolger zonder aan de deugdelijkheid en bruikbaarheid van zijn product afbreuk te doen op bepaalde punten net zo goed een andere weg had kunnen inslaan en hij door dit na te laten onnodig verwarring sticht. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn wanneer: ‘het publiek het later in de markt geplaatste product voor het origineel kan houden, of wanneer de producten wel verschillen maar toch zodanige overeenstemmende kenmerken vertonen dat het publiek kan menen dat beide producten door dezelfde producten zijn vervaardigd.’

De rechtbank gaat dus uit van verwarring in de herkomst van het product. Niet onder slaafse nabootsing valt ‘het profijt trekken van de aantrekkelijkheid van het product van een ander’.

Conclusie
Hoewel de bovenstaande afbeeldingen twee zeer gelijkende producten lijken weer te geven, is de rechtbank in dit geval van oordeel dat er geen sprake is van slaafse nabootsing van het product van de groothandel. ‘Dat beide producten in twee maten worden gemaakte n in meederde kleuren verkrijgbaar zijn, is – afgezet tegen het verschil in uiterlijk en uitstraling tussen beide producten – onvoldoende om bij de gemiddelde consument de indruk te wekken dat hij met een bakje van de Hema een sfeerlichthouder van [X] in handen heeft, of dat beide producten dezelfde herkomst hebben.’ De rechtbank bespreekt een aantal kenmerken die in eerste instantie op papier niet goed zichtbaar zijn. De sfeerlichthouders zijn gemaakt van zeer dun, lichtdoorlatend porselein, terwijl de bakjes van de Hema van metaal zijn gemaakt. Bovendien zijn de bakjes van de Hema lager en wijder. Die verschillen zijn opvallend genoeg om ook als de producten niet direct naast elkaar worden bekeken duidelijk te zijn. Het uiterlijk van de sfeerlichthouders verschilt dus, aan de beoordeling van een eigen plaats op de markt komt de rechtbank niet meer toe en de vorderingen van de groothandel worden afgewezen.