Uitspraak in kort geding
Recentelijk heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een kort geding aangespannen door een groothandel in Aziatische producten, Foodlink, die tevens rechthebbende is op het merk en de handelsnaam Foodlink.
Vervalste website
Foodlink kreeg klachten over het uitblijven van leveringen van bestelde producten. Foodlink kende echter de bestellingen in het geheel niet.
Toen bleken onbekende partijen te zijn die de website van Foodlink, inclusief handelsnaam en merken, hadden gekopieerd. Via die vervalste websites bestelden klanten onder andere levensmiddelen, thermometers en mondkapjes.
De kopers moesten een aanbetaling doen voor de bestellingen maar daarna hoorden ze niets meer. De nietsvermoedende kopers wenden zich vervolgens tot Foodlink om verhaal te halen.
Optreden in rechte
Foodlink blijkt dus het slachtoffer geworden van identiteitsfraude en zwendelpraktijken. Om tegen deze praktijken op te treden zal zij moeten weten wie er achter die zwendel zit. Dat is in dit soort zaken vaak moeilijk.
Door onderzoek komt Foodlink er achter welke bankrekeningnummers zijn gebruikt. Ze laat op die bankrekeningen conservatoir beslag leggen, wat gedeeltelijk lukt. Zo komt Foodlink achter de naam van een van de gedaagden. Dit blijkt echter ‘slechts’ een zogenaamde katvanger te zijn (iemand die het geld ontvangt en doorsluist naar de partij die het brein achter de operaties is).
Verbod op handelsnaam- en merkinbreuk
Om te proberen de zwendelpraktijken te beëindigen vordert Foodlink een verbod om inbreuk te maken op haar handelsnaam en merkrechten. Omdat de website van Foodlink zonder toestemming vrijwel helemaal gekopieerd is, inclusief handelsnaam en merken, wordt deze vordering toegewezen. Ook de dwangsom wordt toegewezen.
Vordering I die ziet op de inbreuken op de merkenrechten en het handelsnaamrecht van Foodlink ligt voor toewijzing gereed. Foodlink heeft gemotiveerd gesteld en met stukken onderbouwd dat [gedaagden] deze IE-inbreuken en onrechtmatige daden hebben gepleegd, althans daarbij materieel betrokken zijn (geweest) en deze hebben gefaciliteerd door het ter beschikking stellen van beschikkingsmacht over meerdere op hun naam gestelde bankrekeningen.
Voor de katvanger loopt het ook slecht af. Hij stelt dat hij zich vanwege financiële problemen heeft laten gebruiken als katvanger voor de identiteitszwendel. Hoewel hij niet het brein achter de oplichting (zijn rol zou slechts beperkt zijn tot het beschikbaar stellen van zijn bankrekeningen), oordeelt de rechter in het vonnis:
“[gedaagde sub 2] heeft erkend dat hij mede betrokken is bij de inbreuk makende gedragingen en dat deze gedragingen onrechtmatig zijn jegens Foodlink. Dat de schade voor Foodlink hoger is dan zijn feitelijke rol in het geheel rechtvaardigt, zoals [gedaagde sub 2] stelt, verandert niets aan het feit dat [gedaagde sub 2] – aannemende dat bij de uitvoering van de inbreukmakende gedragingen nog andere personen dan [gedaagde sub 2] betrokken zijn geweest – in elk geval als medepleger van de onrechtmatige gedragingen moet worden aangemerkt, hetgeen er toe leidt dat hij tegenover de gelaedeerde (Foodlink) hoofdelijk aansprakelijk is voor de als gevolg van die onrechtmatige gedragingen geleden schade. Zijn beweerdelijke – ten opzichte van zijn mededaders - onder- c.q. nevengeschikte rol dient vertaling te vinden in de onderlinge verhouding tot zijn mededaders; die interne draagplicht regardeert Foodlink niet. Dat betekent dat [gedaagden] derhalve hoofdelijk veroordeeld zullen worden voor de door Foodlink opgevoerde schade, voor zover deze in dit kort geding voor toewijzing in aanmerking komt.”
Schadevergoeding en volledige proceskosten
Er volgt een hoofdelijke veroordeling tot het betalen van € 49.523,84 aan schadevergoeding. Ook moeten de volledige proceskosten ex art. 1019h Rv betaald worden, waaronder (een deel van) de daadwerkelijke advocaatkosten van de merkhouder.
Conclusie
Vanwege de gevolgen van het coronavirus zien we de handel via internet steeds verder toenemen. Dit maakt het ook aantrekkelijker voor fraudeurs om zich op die markt te begeven. Het vervalsen van een website is eenvoudig. Gelukkig kunnen merkhouders daartegen effectief optreden. In voorkomende gevallen kunnen zij, zelfs in kort geding, hun schade en juridische kosten vergoed krijgen.
Joost Becker, advocaat merkenrecht