1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Is de (Spaar-) B.V. een alternatief voor box 3?

Is de (Spaar-) B.V. een alternatief voor box 3?

De rente op spaarrekeningen is historisch laag. Daarnaast worden per 1 januari 2017 de tarieven in box 3 gewijzigd. Tot die datum werd gerekend met een vast forfaitair tarief van 4%, waarover 30% belasting moest worden betaald. De effectieve druk als percentage van het vermogen bedroeg dus 1,2%.Het forfaitaire tarief van 4% wordt variabel, volgens de volgende tabel:Belastbaar vermogen in box 3Forfaitair rendementBelasting als % van vermogen€ 25.000 - € 100.0002,87%0,86%€ 100.000 - € 1.000.000...
Leestijd 
Auteur artikel Ton Lekkerkerker
Gepubliceerd 06 december 2016
Laatst gewijzigd 16 april 2018
De rente op spaarrekeningen is historisch laag. Daarnaast worden per 1 januari 2017 de tarieven in box 3 gewijzigd. Tot die datum werd gerekend met een vast forfaitair tarief van 4%, waarover 30% belasting moest worden betaald. De effectieve druk als percentage van het vermogen bedroeg dus 1,2%.

Het forfaitaire tarief van 4% wordt variabel, volgens de volgende tabel:































Belastbaar vermogen in box 3 Forfaitair rendement Belasting als % van vermogen
€ 25.000 - € 100.000 2,87% 0,86%
€ 100.000 - € 1.000.000 4,6% 1,38%
Boven € 1.000.000 5,39% 1,62%


Duidelijk is dat dat met name de grotere vermogens zwaarder belast zullen gaan worden in box 3.

In combinatie met het gegeven dat door de lage rentestand het feitelijk rendement in box 3 laag is, doet zich de vraag voor of het onderbrengen van vermogen in een B.V. een aantrekkelijk alternatief is.

In dit artikel worden enkele voor- en nadelen van het onderbrengen van vermogen in een B.V. op een rijtje gezet.

Hoe werkt het?
Bij het onderbrengen van vermogen in een B.V. wordt door een natuurlijk persoon een B.V. opgericht. Een dergelijke B.v. wordt ook wel als “Spaar B.V. ”aangeduid. De B.V. krijgt een hoog aandelenkapitaal, dat wordt volgestort door vermogen afkomstig uit box 3. In de praktijk wordt ook wel gewerkt met het storten van agio (dus niet formeel aandelenkapitaal), maar daar zit een risico in indien het weer wordt terugbetaald (agiobetaling in contanten is belast, zie dit artikel.

Vanaf het moment dat het vermogen in de B.V. zit, behoort het niet meer tot box 3 vermogen. Het rendement dat de B.V. maakt wordt belast met vennootschapsbelasting. Dat tarief bedraagt 20% voor winsten tot € 250.000. Indien de B.V. het netto resultaat als dividend weer uitkeert aan de aandeelhouder, moet uiteindelijk nog 25% inkomstenbelasting in box 2 worden betaald. Een rekenvoorbeeld: indien een B.V. een vermogen heeft van € 1.000.000 en 2% rendement maakt, bedraagt de winst € 20.000. Daarover moet € 4.000 vennootschapsbelasting worden betaald. Als het netto bedrag van € 16.000 wordt uitgekeerd, moet €  4.000 inkomstenbelasting worden betaald. Uiteindelijk resteert netto € 12.000.

Indien de €1.000.000 in box 3 was gebleven, had circa € 13.000 aan belasting moeten worden betaald en was dus netto € 7.000 overgebleven. In dit voorbeeld levert de B.V dus een voordeel op van netto € 5.000.

Aspecten om mee rekening te houden
Het is belangrijk om met de volgende aspecten rekening te houden bij de keuze om al dan niet een Spaar B.V. op te richten

1. De kosten.
Het oprichten van een B.V. moet via de notaris en kost geld. Daarnaast vraagt de kamer van koophandel inschrijvingskosten. Ook de accountant om een jaarrekening en de jaarlijkse aangifte vennootschapsbelasting op te stellen kost geld.

2. De administratieve rompslomp en privacy
Er geldt een boekhoudplicht voor een B.V. Jaarlijks moet een jaarrekening worden opgemaakt. Die moet ook worden gepubliceerd. Dat betekent dat het in de B.V. ondergebrachte vermogen ook zichtbaar wordt voor derden.

3. Bij hogere rendementen wordt het plaatje minder gunstig
De Spaar B.V. is vanuit fiscale optiek gunstig als de rendementen laag zijn, Maar als de rendementen hoger worden (doordat bijvoorbeeld de rente stijgt), komen de vergelijkingen anders te liggen.

4. Maatregelen tegen zogenaamd “boxhoppen”.
In de fiscale wetgeving zijn maatregelen opgenomen die het zogenaamde “boxhoppen” tegengaan. Normaliter is alleen een box 3 heffing verschuldigd over vermogen dat op 1 januari van een jaar in box 3 zit. Maar er zijn maatregelen die constructies voorkomen om het vermogen alleen op de peildatum in box 3 te laten zijn. Deze komen erop neer dat vermogen tenminste zes maanden in box 2 moet hebben gezeten, voordat het weer terug kan keren naar box 3. Deskundig advies op dit punt is aan te raden.

Conclusie
Het kan vanuit fiscale optiek gunstig zijn om over te gaan tot het oprichten van een Spaar B.V. Maar het is belangrijk om niet alleen de fiscale argumenten de doorslag te laten geven.