1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Ontbinding van de agentuurovereenkomst: via de rechter of buitengerechtelijk

Ontbinding van de agentuurovereenkomst: via de rechter of buitengerechtelijk

Partijen hebben de mogelijkheid om een agentuurovereenkomst via de kantonrechter te ontbinden. Dit staat beschreven in artikel 7:440 BW. Partijen hebben daarnaast ook de keuze om de agentuurovereenkomst zonder tussenkomst van een rechter te ontbinden. In dit artikel licht ik beide mogelijkheden toe en waarom de wetgever de mogelijkheid van ontbinding via de kantonrechter in het leven heeft geroepen. Ook ga ik in op de verjaringstermijn van de vorderingen zoals beschreven in artikel 7:440 BW.
Leestijd 
Auteur artikel Joanne Houwers
Gepubliceerd 27 juli 2021
Laatst gewijzigd 27 juli 2021

Agentuurovereenkomst

Een agentuurovereenkomst is een overeenkomst waarbij de ene partij (de handelsagent) voor een andere partij (de principaal) voor bepaalde of onbepaalde tijd tegen beloning bemiddelt bij het sluiten van overeenkomsten.

Ontbinding agentuurovereenkomst op grond van artikel 6:265 BW

De ‘gewone’ regeling van artikel 6:265 BW is van toepassing op de ontbinding van de agentuurovereenkomst. De agentuurovereenkomst is namelijk een wederkerige overeenkomst. Het voordeel van deze regeling is dat de agentuurovereenkomst zonder tussenkomst van de rechter (buitengerechtelijk) kan worden ontbonden.
Mocht de agentuurovereenkomst op grond dit artikel worden ontbonden, dan is het wel van belang dat er geen afbreuk wordt gedaan aan de bescherming van de agent die is beoogd met de wettelijke regeling in Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek. Zoals in mijn vorige artikel opgemerkt, bevat de wettelijke regeling namelijk veel dwingendrechtelijke bepalingen met als doel de handelsagent te beschermen. Dat betekent dat een partij de agentuurovereenkomst niet kan ontbinden bij iedere (niet-geringe) tekortkoming. Een beroep op ontbinding slaagt pas indien er sprake is van een dringende reden of een verandering van omstandigheden.

Ontbinding agentuurovereenkomst op grond van 7:440 BW

Elke partij is bevoegd de kantonrechter te verzoeken de agentuurovereenkomst te ontbinden op grond van:

a) omstandigheden die een dringende reden opleveren in de zin van artikel 7:439 lid 2 BW;
b) verandering in de omstandigheden welke van dien aard is, dat de billijkheid eist dat aan de overeenkomst dadelijk of na korte tijd een einde wordt gemaakt.

Uit de memorie van toelichting blijkt dat dit twee groepen van gevallen zijn waarin het gewenst is dat een partij de rechter kan verzoeken de overeenkomst te ontbinden.

Dringende reden

De eerste grond voor de vordering tot ontbinding is een dringende reden. Dit brengt een risico met zich mee, zeker als de agentuurovereenkomst van lange duur is. Indien de wederpartij immers geen genoegen neemt met ontbinding en de rechter van oordeel is dat er geen sprake is van een dringende reden, is de overeenkomst onregelmatig opgezegd en is de opzeggende partij gehouden schadevergoeding te betalen. Op het moment dat een partij (dus) niet zeker weet of er sprake is van een dringende reden, is het verstandig om de kantonrechter te verzoeken de agentuurovereenkomst te ontbinden.

Verandering in omstandigheden

Daarnaast kan een partij ontbinding van de agentuurovereenkomst verzoeken als er sprake is van een verandering in de omstandigheden die van dien aard is dat de billijkheid eist dat de agentuurovereenkomst wordt ontbonden.
Partijen kunnen niet van dit beding afwijken door hier afwijkende afspraken over te maken. Indien zij dat wel doen, is het aannemelijk dat een dergelijk beding nietig is.

Verjaring rechtsvordering

Indien de rechter de ontbinding van de agentuurovereenkomst uitspreekt op grond van een dringende reden en de wederpartij van deze omstandigheid een verwijt kan worden gemaakt, dan is deze partij schadeplichtig.
Mocht de rechter de agentuurovereenkomst ontbinden op grond van een verandering in de omstandigheden, dan kan hij aan een partij een vergoeding toekennen.

Deze vorderingen verjaren door verloop van één jaar na de rechterlijke ontbinding. Het is van belang om de verjaring van deze vordering tijdig te stuiten.

Vragen over dit artikel of de (ontbinding van een) agentuurovereenkomst? Neem contact op met Joanne Houwers.