1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Portretrecht: boek met Max Verstappen op de cover mag!

Portretrecht: boek met Max Verstappen op de cover mag!

De biografie van professioneel autocoureur Verstappen, met onder meer op de cover zijn foto, mag uitgegeven worden. Zijn portretrecht, en verzilverbare populariteit, staat daaraan niet in de weg....
Leestijd 
Auteur artikel Joost Becker
Gepubliceerd 18 december 2019
Laatst gewijzigd 19 december 2019

Portretrecht

Het portretrecht is het recht van de geportretteerde, zich te verzetten tegen publicatie van zijn portret zonder toestemming.

Artikel 21 Auteurswet, waarin het portretrecht is geregeld, stelt dat de openbaarmaking van een portret niet is geoorloofde 'voor zover een redelijke belang' van de geportretteerde zich tegen de openbaarmaking ervan verzet.

Een redelijk belang kan liggen in een privacy-belang, alsook in een commercieel belang. Commerciële belangen van beroepsbeoefenaren, zoals voetballers en andere sporters, alsook van Bekende Nederlander, worden al jaren erkend.

Portretfoto's

Op de cover en 8 van de 176 pagina’s (reeds eerder gepubliceerde) foto’s in de uitoefening van zijn beroep. De auteursrechten van deze foto’s ligt bij derden, en uitgever heeft daarvoor ook betaald.

Redelijke vergoeding

In het Cruijff arrest is geoordeeld dat "indien vaststaat of onbetwist is dat een redelijke vergoeding is aangeboden (en bescherming van privacy-belangen niet aan de orde is), in beginsel bijkomende omstandigheden nodig zijn voor het oordeel dat openbaarmaking jegens de geportretteerde onrechtmatig is. Deze omstandigheden zullen door de geportertteerde gemotiveerd gesteld dienen te worden. Gedacht kan bijvoorbeeld worden aan de situatie dat de publicatie afbreuk doet aan of schadeliujk is voor de wijze waarop de geportretteerde zijn bekendheid wenst te exploiteren."

De vraag in dit arrest over Max Verstappen is of de in dit geval door de uitgever aangeboden vergoeding een redelijke vergoeding is. Voor het gebruik van de foto's van Verstappen heeft de uitgever in dit geval een vergoeding van 10% per verkocht exemplaar aangeboden. Dat acht het Hof in dit geval, in lijn met het vonnis van de rechtbank voldoende:

"Wat in dit verband als een redelijke vergoeding heeft te gelden, zal moeten worden vastgesteld aan de hand van de omstandigheden van het geval. In ieder geval zal de vergoeding recht moeten doen aan de mate van populariteit of bekendheid van de geportretteerde en in overeenstemming dienen te zijn met de waarde van het exploitatiebelang van de geportretteerde in het economisch verkeer."

Tussen partijen is niet in geschil dat het boek over Max Verstappen een biografie is. Hoewel het boek "met een commercieel doel is geschreven" heeft het volgens het hof ook algemene nieuwswaarde. Dat speelt hier mee:

Het gebruik van de foto’s in het boek draagt bij aan die nieuwswaarde. Daar komt bij dat de foto’s – afgezien van de foto op de cover – acht pagina’s beslaan en in een boek van 176 pagina’s een ondergeschikte rol vervullen. Voorts zijn de foto’s in het kader van de beroepsuitoefening van [appellant sub 2, d.i. Max Verstappen] gemaakt en reeds eerder in andere media verschenen, terwijl Karakter voor publicatie van deze foto’s waarvan de auteursrechten bij derden liggen, heeft betaald.
Tegen die achtergrond moet een vergoeding van 10% van de netto-opbrengst van het boek als redelijk worden gekwalificeerd. Weliswaar is [appellant sub 2] een bekende en populaire sporter, maar de onderhavige foto’s zijn al breed bekend. De populariteit van [appellant sub 2] is slechts verzilverbaar als daarvoor eerst kosten worden gemaakt en de waarde daarvan is niet op eenduidige wijze vast te stellen. Het relateren van de vergoeding aan de opbrengst na kosten is een redelijke manier om tot een waardering te komen. Dat dat bedrag eerst achteraf is vast te stellen doet daaraan niet af. Karakter heeft voldoende toegelicht dat, en waarom, 10% redelijk is en Mavic c.s. hebben daar onvoldoende tegenover gesteld.

Gesteld is nog dat het aanbod, gedaan in briefvorm, niet zou zijn aan te merken als het aanbieden van een vergoeding. Het Hof passeert dit argument. Het komt aan op het aanbod in materiele zin, niet om de precieze bewoordingen waarin dat is gesteld.

Conclusie

Er is dus een vergoeding aangeboden en deze is de gegeven omstandigheden redelijk te achten. Dat de openbaarmaking van de portret-foto’s toch onrechtmatig is, omdat zich bijzondere, bijkomende omstandigheden voordoen, is onvoldoende toegelicht en onderbouwd.

Dit is een zoveelste uitspraak in de jurisprudentie over foto's en portretrechten. Volgens de huidige stand van zaken mogen ook bij een ongeautoriseerde biografieën binnen kaders portretfoto's worden gebruikt, waarbij - in dit geval - vereist is dat een redelijke vergoeding wordt aangeboden.

Joost Becker, advocaat portretrecht