1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. RCC: misleidende reclame met prijzen door KLM

RCC: misleidende reclame met prijzen door KLM

Misleidende reclame met prijzen is wettelijk niet toegestaan. Ook de Nederlandse Reclame Code (NRC) verbiedt misleidende prijsreclame. Onlangs is een klacht toegewezen tegen een reclame van KLM waarin zij adverteerde met prijzen voor haar retourtickets tijdens de Werelddeal Weken.
Leestijd 
Auteur artikel Joost Becker
Gepubliceerd 13 februari 2019
Laatst gewijzigd 13 februari 2019

Misleidende reclame over prijs

In de wet en de Nederlandse Reclame Code is opgenomen dat misleidende prijsreclame is verboden. Reclame die betrekking hebben op de prijs, of de wijze waarop de prijs wordt berekend, of het bestaan van een specifiek prijsvoordeel, mogen niet onjuist of misleidend zijn.

Klachtprocedure bij RCC tegen KLM

De klacht die bij de RCC tegen KLM is ingediend, is gericht tegen reclame op de website van KLM. Daarop werd, tijdens de Werelddeal Weken, een retourticket Amsterdam – Curaçao aangeboden voor € 499,- waarbij de prijs van € 649,- was doorgestreept.

In de procedure voor de Reclame Code Commissie wordt gesteld dat twee weken vóórafgaand aan de Werelddeal Weken de vanafprijs voor een ticket naar Curaçao € 549,- bedroeg. Volgens de klacht zou KLM twee dagen vóór de Werelddeal Weken de vanafprijs van € 549,- naar € 649,- hebben verhoogd. (Tijdens de Werelddeal Weken adverteert KLM met een aanbieding van € 649,- voor € 499,-.)

Misleiding met prijzen

De RCC neemt inderdaad aan dat sprake is van misleidende reclame door de prijsverhoging, ondanks de verweren van KLM:

Het College begrijpt uit het door KLM in beroep gevoerde verweer dat volgens haar niet € 549,- de standaardprijs voor het heen-ticket is, maar € 649,-, en dat ‘promo-acties’ elkaar zijn opgevolgd. Uitgaande hiervan zou de prijs van € 549,- een promoprijs zijn die voorafgaand aan de Werelddeal Weken is geëindigd, waarna weer de standaardprijs van € 649,- is gaan gelden totdat de Werelddeal Weken zijn begonnen gedurende welke het heen-ticket werd aangeboden voor € 499.-. KLM heeft echter, niet in beroep en ook niet bij de Commissie, stukken overgelegd die het mogelijk maken haar stellingen te verifiëren. Evenmin is zij – noch bij de Commissie noch bij het College – ter zitting verschenen. Het College beschikt daardoor enkel over de niet te controleren stelling in het beroepschrift (KLM heeft deze stelling niet bij de Commissie aangevoerd) dat het bedrag van € 649,- het ‘structurele tarief’ was voor een heen-ticket naar Curaçao. Dit is onvoldoende om de gemotiveerde stelling van geïntimeerde te weerleggen dat voorafgaand aan de Werelddeal Weken € 549,- de reguliere prijs voor een heen-ticket naar Curaçao was. KLM had, gelet op de inhoud van de klacht, met stukken dienen te onderbouwen dat voorafgaand aan de Werelddeal Weken een heen-ticket naar Curaçao standaard € 649,- kostte. Nu zij dit heeft nagelaten, kan het College niet beoordelen of in de bestreden reclame-uiting terecht € 649,- als van-prijs wordt genoemd. Dit impliceert dat KLM de eerlijkheid van de reclame onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt (...).

Conclusie misleidende reclame

Zoals gezegd is elke reclame die gepaard gaat met onjuiste informatie, of voor de gemiddelde consument onduidelijk of dubbelzinnig is, ten aanzien van de prijs niet toelaatbaar. Dit omdat zulke reclame de gemiddelde consument ertoe brengt of kan brengen een besluit te nemen over een transactie, dat hij anders niet had genomen. Het is dus oppassen geblazen met prijsreclame.

Wilt u meer weten over de juridische regels voor reclame? Bezoek dan ons seminar 'Reclamerecht' op 26 maart 2019!

Joost Becker, advocaat reclamerecht