1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Schending van een garantie in een koopovereenkomst: tijdig melden!

Schending van een garantie in een koopovereenkomst: tijdig melden!

Een koper mag ervan uit gaan dat wat hij koopt, voldoet aan hetgeen hij op grond van de koopovereenkomst mocht verwachten. Dit is uitdrukkelijk bepaald in de wet: artikel 7:17 van het Burgerlijk Wetboek. In het kort wordt dit non-conformiteit genoemd.Dit artikel geldt ook indien  aandelen worden gekocht in een B.V. Als de gekochte onderneming niet blijkt te voldoen aan hetgeen de koper mocht verwachten, dan kan de koper een vordering gebaseerd op non-conformiteit instellen. Vaak worden in de...
Leestijd 
Auteur artikel Claudia van der Most
Gepubliceerd 21 april 2015
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Een koper mag ervan uit gaan dat wat hij koopt, voldoet aan hetgeen hij op grond van de koopovereenkomst mocht verwachten. Dit is uitdrukkelijk bepaald in de wet: artikel 7:17 van het Burgerlijk Wetboek. In het kort wordt dit non-conformiteit genoemd.

Dit artikel geldt ook indien  aandelen worden gekocht in een B.V. Als de gekochte onderneming niet blijkt te voldoen aan hetgeen de koper mocht verwachten, dan kan de koper een vordering gebaseerd op non-conformiteit instellen. Vaak worden in de koopovereenkomst specifieke garanties overeengekomen (de verkoper staat ervoor in dat bepaalde zaken ten aanzien van de onderneming kloppen), maar zelfs als dat niet zo zou zijn, geldt dat de koper een vordering kan hebben op de verkoper uit hoofde van non-conformiteit. Denk bijvoorbeeld aan de situatie dat tijdens het due diligence onderzoek bepaalde jaarrekeningen ter inzage zijn overgelegd en deze na de levering van de aandelen niet blijken te kloppen waardoor de onderneming er veel minder rooskleurig voor staat dan verwacht. Overigens kan een beroep op non-conformiteit ook contractueel worden uitgesloten, hetgeen in koopovereenkomsten van aandelen ook vaak gebeurt.

Als er sprake is van een situatie waarin ‘hetgeen is geleverd niet beantwoordt aan de overeenkomst’, en de koper derhalve van mening is dat er sprake is van non-conformiteit of van een schending van een garantie, dan moet de koper de verkoper hiervan binnen bekwame tijd na ontdekking (of nadat ontdekking redelijkerwijs had gekund) op de hoogte stellen. Dit is vastgelegd in artikel 7:23 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek. De koper kan dus niet maandenlang wachten met het op de hoogte stellen van de mogelijke vordering die de koper op de verkoper meent te hebben.

Hoe lang deze periode duurt, is niet eenvoudig te stellen. Dit zal afhangen van de omstandigheden van het geval, maar enige haast is geboden. In de rechtspraak kan een aantal voorbeelden worden gevonden waarin een vordering van een koper werd afgewezen vanwege het feit dat niet binnen bekwame tijd tot melding was overgegaan. In koopovereenkomsten wordt dikwijls een aanvullende of afwijkende regeling overeengekomen. Vervolgens zal, nadat de melding is gedaan, binnen twee jaar de vordering in rechte aanhangig moeten zijn gemaakt. Dit staat in hetzelfde artikel 7:23 van het Burgerlijk Wetboek (lid 2). Na het verstrijken van deze periode van twee jaar is de vordering verjaard en kan de koper derhalve evenmin zijn vordering alsnog met succes op de verkoper verhalen. Deze situatie deed zich onlangs voor: de Rechtbank Overijssel (JOR 2015, afl. 4, ECLI:RBOVE:2015:363) oordeelde dat de vordering van een koper was verjaard. De koper stelde de verkoper op de hoogte van een schending van een garantie opgenomen in de koopovereenkomst. Dit deed hij in april 2008. Vervolgens verstreken er ruim twee jaren alvorens de koper een procedure aanhangig maakte. De Rechtbank oordeelde dat de vordering was verjaard.