1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Scherper toezicht op fusies in de zorg (1)

Scherper toezicht op fusies in de zorg

Minister Schippers van VWS heeft de Tweede Kamer bij brief van 14 juni 2011 meegedeeld dat het kabinet van plan is om het toezicht op fusies in de zorgsector aan te scherpen. De aanscherping bestaat uit twee elementen. Op de eerste plaats wil het kabinet de eigen verantwoordelijkheid van bestuurders en direct belanghebbenden bij een fusie stimuleren. De bedoeling is de interne besluitvorming te verbeteren met het verplicht stellen van een fusie-effectrapportage. Op de tweede plaats wil het ka...
Leestijd 
Auteur artikel Dirkzwager
Gepubliceerd 23 juni 2011
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Minister Schippers van VWS heeft de Tweede Kamer bij brief van 14 juni 2011 meegedeeld dat het kabinet van plan is om het toezicht op fusies in de zorgsector aan te scherpen. De aanscherping bestaat uit twee elementen. Op de eerste plaats wil het kabinet de eigen verantwoordelijkheid van bestuurders en direct belanghebbenden bij een fusie stimuleren. De bedoeling is de interne besluitvorming te verbeteren met het verplicht stellen van een fusie-effectrapportage. Op de tweede plaats wil het kabinet de kwaliteit en bereikbaarheid van zorg borgen door vanuit de overheid meer dan voorheen te toetsen op het zorgvuldig doorlopen van het fusieproces en op de directe risico’s van de fusie voor de kwaliteit en de bereikbaarheid van de zorg. Deze zorgspecifieke fusietoetsing zal vooraf gaan aan de (eventuele) toets van de NMa op grond van de Mededingingswet.

Stimuleren verbetering interne besluitvorming rond fusies

Op dit moment ligt het wetsvoorstel Wet cliëntenrechten zorg (Wcz) bij de Tweede Kamer. Dit wetsvoorstel moet de positie van het bestuur en het toezichthoudend orgaan versterken en  de maatschappelijke inbedding verbeteren. In aanvulling daarop wil het kabinet bestuurders verder stimuleren hun fusievoornemens goed te doordenken en hierover ook transparant te zijn tegenover de direct belanghebbenden van hun instellingen. Hiertoe zullen fuserende partijen voorafgaand aan een fusie (gezamenlijk) een zogenoemde fusie-effectrapportage op moeten stellen. Uit die fusie-effectrapportage moet de meerwaarde van de fusie blijken voor de betrokken instellingen en voor de cliënten. Bij het opstellen van de fusie-effectrapportage dienen bestuurders de direct belanghebbenden, waaronder in ieder geval cliëntenraden en ondernemingsraden, te betrekken.

Met fusies heeft het kabinet niet alleen het oog op juridische fusies (het opgaan van bestaande rechtspersonen in een nieuwe rechtspersoon) maar ook andere vormen van zeggenschapsoverdracht tussen zorginstellingen (zoals deelnames) die bepalend kunnen zijn voor de vormgeving van de door de betrokken instellingen aangeboden zorg.

De verplichting om bij een fusie een fusie-effectrapportage op te stellen gaat gelden voor alle soorten zorginstellingen die onder de reikwijdte van de Zorgverzekeringswet (Zvw) en/of de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) vallen en die tezamen meer dan 50 werknemers hebben.

In lagere regelgeving zal een model voor de rapportage worden voorgeschreven. In de brief aan de Tweede Kamer noemt de minister 10 punten die in ieder geval in de fusie-effectrapportage aan bod moeten komen, zoals bijvoorbeeld de motieven voor de fusie, de alternatieven voor de fusie en de motivering waarom deze alternatieven niet zijn gekozen.

Zorgspecifieke fusietoets

Naast het stimuleren van de verbetering van de interne besluitvorming rond fusies, wil het kabinet een zorgspecifieke fusietoets introduceren. Deze toets, die de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) - in overleg met de Inspectie voor de gezondheidszorg (IGZ) - zal uitvoeren, is gericht op de gevolgen van de fusie voor de kwaliteit en de bereikbaarheid van zorg. Deze zorgspecifieke fusietoets vindt plaats voorafgaand aan een eventuele fusietoets door de NMa uit hoofde van de Mededingingswet.

Voorafgaand aan de fusie leveren de fusiepartners de genoemde fusie-effectrapportage aan bij de NZa. De NZa kan goedkeuring aan de fusie onthouden dan wel nadere voorwaarden aan de fusie verbinden indien naar het oordeel van de NZa onvoldoende aannemelijk is gemaakt dat de kwaliteit en/of de bereikbaarheid van zorg na de fusie geborgd zijn. De NZa toetst hiertoe (zo nodig in overleg met de IGZ) op drie aspecten:

  1. of de fusiepartners een fusie-effectrapportage hebben opgesteld;

  2. of belanghebbenden redelijkerwijs in staat zijn geweest inbreng te leveren op de fusieplannen en de fusiepartners ook op een redelijke wijze rekening hebben gehouden met de adviezen van de direct betrokkenen rond kwaliteit en bereikbaarheid van de zorg;

  3. of na de fusie de zorg aan de geldende – en ex ante toetsbare- criteria ten aanzien van bereikbaarheid blijft voldoen. Deze toets zal in ieder geval toezien op:



  • mogelijkheid van mobiele stabilisatie binnen 15 minuten (aanrijdtijd ambulances);

  • bereikbaarheid van basisspoedeisende hulp binnen 45 minuten;

  • beschikbaarheid van ten minste één aanbieder van crisisopvang GGZ per ‘Regionaal Overleg Acute Zorgregio’;

  • bereikbaarheid van acute verloskunde binnen 45 minuten.


Opmerkelijk is dat ook de IGZ een extra taak krijgt. De IGZ zal bij elke fusie namelijk de betrokken instellingen intensiever volgen op grond van de reguliere kwaliteitswetgeving. Indien nodig kan handhavend worden optreden met als doel de kwaliteit van zorg te beschermen voor, tijdens en na het fusieproces. De reden voor de controle is dat het kabinet van mening is dat een fusie een extra risico voor de kwaliteit van zorg met zich mee kan brengen.

Logistiek

  1. De zorginstellingen die van plan zijn te fuseren stellen samen met de direct belanghebbenden een fusie-effectrapportage op indien zij onder de reikwijdte van de Zvw en/of de AWBZ vallen en ten minste één van de betrokken zorginstellingen door 50 of meer personen zorg doet verlenen.

  2. De zorginstellingen melden de voorgenomen fusie aan de NZa. De NZa toetst de voorgenomen fusie op de gevolgen ervan voor de kwaliteit en de bereikbaarheid van zorg.

  3. Indien de NZa – al dan niet onder voorwaarden – de voorgenomen fusie goedkeurt, melden de zorginstellingen de voorgenomen fusie bij de NMa indien zij gezamenlijk een omzet hebben behaald van €55 miljoen en er bij fusie minimaal twee zorginstellingen betrokken zijn die elk een opzet €10 miljoen hebben behaald. Van deze €10 miljoen moet bovendien minimaal €5,5 miljoen zijn behaald met zorg. De NMa toetst of de voorgenomen fusie de mededinging belemmert.