1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Staatssteun voor Vlaamse voetbalstadions goedgekeurd

Staatssteun voor Vlaamse voetbalstadions goedgekeurd

In een onlangs gepubliceerde beschikking van 20 november 2013 heeft de Europese Commissie een Vlaamse steunmaatregel voor de renovatie en de bouw van voetbalstadions goedgekeurd. De beschikking laat zien dat de Commissie staatssteun ten behoeve van sportinfrastructuur welwillend beoordeelt.Achtergrond van de maatregelDe Vlaamse regering had in 2008 onderzoek laten doen naar de behoefte aan en de haalbaarheid van multifunctionele voetbalstadions in Vlaanderen en het Brussels hoofdstedelijk gew...
Leestijd 
Auteur artikel Dirkzwager
Gepubliceerd 10 februari 2014
Laatst gewijzigd 16 april 2018
In een onlangs gepubliceerde beschikking van 20 november 2013 heeft de Europese Commissie een Vlaamse steunmaatregel voor de renovatie en de bouw van voetbalstadions goedgekeurd. De beschikking laat zien dat de Commissie staatssteun ten behoeve van sportinfrastructuur welwillend beoordeelt.

Achtergrond van de maatregel
De Vlaamse regering had in 2008 onderzoek laten doen naar de behoefte aan en de haalbaarheid van multifunctionele voetbalstadions in Vlaanderen en het Brussels hoofdstedelijk gewest. Dit  onderzoek wees uit dat er in het genoemde gebied de behoefte bestaat aan 8 tot 10 gerenoveerde c.q. nieuwe stadions. Met bestaande infrastructuur is het bijvoorbeeld niet langer mogelijk internationale wedstrijden (finales van de UEFA of de Champions League) te organiseren. De Vlaamse overheid is verder van mening dat de benodigde stadions niet worden gerenoveerd c.q. gebouwd zonder steun van  de overheid.

De inhoud van de maatregel
Op basis van de maatregel kunnen eigenaren van stadions die gelegen zijn of gebouwd zullen worden in Vlaanderen of het Brussels hoofdstedelijk  gewest en die gebruikt worden voor een of meer voetbalclubs spelend in de eerste of tweede liga in aanmerking komen voor steun. De eigenaar die voor steun in aanmerking wil komen, moet daartoe een aanvraag indienen. Als eerste moet de aanvrager aantonen dat de bouw of renovatie van het stadion noodzakelijk is. Hierbij moet onder andere rekening worden gehouden met de spreiding van de stadions over Vlaanderen.

Een ontvankelijke aanvraag wordt vervolgens door een onafhankelijke beoordelingscommissie beoordeeld aan de hand van 4 criteria: (i) de maatschappelijke return van het stadion, (ii) de ecologische voetafdruk van het stadium, (iii) de realiseerbaarheid van het project en (iv) de financiële haalbaarheid. Voor elk criterium kunnen punten worden behaald.

De projecten zullen worden gerangschikt op basis van de behaalde scores. Een project dat in een van de vier vermelde categorieën niet de helft van het maximumaantal punten haalt, wordt automatisch uitgesloten. Rekening houdend met de omvang van de ingediende dossiers, de rangschikking en de beschikbare middelen (8 miljoen euro), zullen alleen de best gerangschikte projecten in aanmerking komen voor steun.

De maximale steun bestaat uit een eenmalige subsidie van 10% van het investeringsbedrag met een maximum van 2,5 miljoen euro voor de bouw van een nieuw stadion en 750.000,-- euro  voor renovatieprojecten.

De beoordeling door de Commissie
Gelet op de beschikkingenpraktijk van de Commissie, is het niet verwonderlijk dat de Commissie tot de conclusie komt dat er sprake is van staatssteun. Sinds het arrest Flughafen Leipzig Halle is het gebruikelijk bij de bouw of renovatie van infrastructuur te kijken naar zowel de eigenaar, de exploitant en de gebruiker van de infrastructuur.  In het onderhavige geval komt de Commissie tot de conclusie dat het gaat om onderneming die bevoordeeld kunnen worden. Dit voordeel wordt door de Vlaamse regering bekostigd. Dit betekent dat het voordeel met staatsmiddelen wordt bekostigd. De maatregel vervalst de mededinging omdat slechts ondernemingen uit Vlaanderen en het Brussels hoofdstedelijk gewest voor de steun in aanmerking kunnen komen. Tot slot wordt ook de handel tussen de lidstaten beïnvloed. Competitie tussen professionele voetbalclubs heeft immers een duidelijk internationale dimensie. Het zelfde geldt voor de internationale wedstrijden.

Het feit dat een maatregel als een steunmaatregel moet worden gekwalificeerd, betekent niet dat de maatregel ontoelaatbaar is. De Commissie moet namelijk ook beoordelen of de maatregel verenigbaar is met de gemeenschappelijke markt. Hiervan is volgens de Commissie sprake indien de maatregel (i) een duidelijk omschreven doel van gemeenschappelijk belang heeft, (ii) goed ontworpen is om de doelstelling van gemeenschappelijk belang te kunnen verwezenlijken en (iii) de vervalsing van de mededinging en het beïnvloeden van het handelsverkeer zo beperkt is dat de balans al met al positief is.

De hiervoor genoemde toets valt voordelig uit. De Commissie onderschrijft het belang van sport om Europese burgers samen te brengen. In dit kader hecht de Commissie er aan dat de Vlaamse maatregel beoogt dat de met steun gerenoveerde of gerealiseerde stadions een ontmoetingsplaats worden en bovendien worden gebruikt door een ruime doelgroep. Daarnaast is de Commissie van mening dat de wijze waarop de steunaanvragen worden beoordeeld laat zien dat de maatregel zodanig is ontworpen om te garanderen dat de doelstellingen van gemeenschappelijk belang daadwerkelijk kunnen worden verwezenlijkt. Tot slot zijn de steunmaxima zodanig gering dat het handelsverkeer tussen de lidstaten niet op een negatieve wijze wordt beïnvloed. Daarnaast zijn er voldoende prikkels om er voor te zorgen dat voetbalclubs niet bovenmatig door de maatregel worden bevoordeeld. Alles bij elkaar komt de Commissie tot de conclusie dat de maatregel verenigbaar is met de gemeenschappelijke markt.

Conclusie
De onderhavige beschikking laat zien dat de Commissie welwillend staat ten opzichte van steun voor sportinfrastructuur. Deze welwillendheid is echter niet onbeperkt. Zo zullen lidstaten hun steunmaatregelen wel moeten aanmelden bij de Commissie. Het is enkel de Commissie die mag beoordelen of een steunmaatregel verenigbaar is met de gemeenschappelijke markt. Daarnaast moet worden aangetoond dat de steunmaatregel verenigbaar is met de gemeenschappelijke markt.

Voor wat betreft de verenigbaarheid met de gemeenschappelijke markt valt op dat de steunmaxima in de Vlaamse steunmaatregel relatief beperkt zijn. Voetbalstadions die geschikt moeten zijn voor internationale wedstrijden kosten veel geld. Aan het recent door Volker Wessels gepresenteerde plan voor de renovatie van de Kuip hangt bijvoorbeeld een prijskaartje van 240 miljoen euro. Dan lijkt 2,5 miljoen euro voor de bouw van een nieuw stadion en 750.000,-- euro  voor een renovatieproject eerder een druppel op een gloeiende plaat. Het is dus afwachten of hogere steunbedrag ook de goedkeuring van de Commissie kunnen wegdragen.