1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Staatssteunregels gelden niet meer voor zorgwoningen (1)

Staatssteunregels gelden niet meer voor zorgwoningen

Met ingang van 1 januari 2012 is de Tijdelijke regeling diensten van algemeen economisch belang toegelaten instellingen volkshuisvesting (Tijdelijke regeling) aangepast bij Regeling van de Minister van BZK van 20 december 2011. Er zijn drie wezenlijke wijzigingen (i) indexatie van de inkomensgrens, (ii) het schrappen van de inkomensgrens voor zorgwoningen en (iii) het aanscherpen van de regels voor de verhuur van maatschappelijk vastgoed. Indexering inkomensgrensOp grond van de Tijdelijke reg...
Leestijd 
Auteur artikel Dirkzwager
Gepubliceerd 06 januari 2012
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Met ingang van 1 januari 2012 is de Tijdelijke regeling diensten van algemeen economisch belang toegelaten instellingen volkshuisvesting (Tijdelijke regeling) aangepast bij Regeling van de Minister van BZK van 20 december 2011. Er zijn drie wezenlijke wijzigingen (i) indexatie van de inkomensgrens, (ii) het schrappen van de inkomensgrens voor zorgwoningen en (iii) het aanscherpen van de regels voor de verhuur van maatschappelijk vastgoed. 

Indexering inkomensgrens
Op grond van de Tijdelijke regeling zijn woningcorporaties vanaf 1 januari 2011 verplicht 90% van de vrijgekomen sociale huurwoningen toe te wijzen aan huishoudens met een inkomen tot € 33.614,–. Dit bedrag is nu verhoogd tot € 34.085,--.  Overigens wordt in de Tijdelijke regeling gepubliceerd op www.overheid.nl (geldend op 6 januari 2012) in artikel 4 lid 3 ten onrechte nog het oude bedrag genoemd. De toelichting op de Regeling van 20 december 2011 maakt echter duidelijk dat ook in het derde lid van artikel 4 het bedrag verhoogd had moeten worden tot € 34.085,--.

Zorgwoningen
In de Tijdelijke regeling was al opgenomen dat de inkomensgrens niet geldt in het geval dat woningen of woongelegenheden worden toegewezen op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (Awbz) en waar sprake is van een integrale levering van wonen en zorg op basis van een inkomensafhankelijke bijdrage. In dat geval is er immers geen sprake van een huurcontract.

Daarnaast zijn er echter situaties waarbij een huishouden is aangewezen op een woning met zorg of zorg in de nabijheid. Het gaat dan om situaties waarbij een persoon (uit het huishouden) een indicatie heeft dat de levering van (thuis)zorg noodzakelijk is maar waarbij er (nog) geen behoefte is aan verblijf (in een intramurale zorginstelling). Voor deze huishoudens is de mogelijkheid om een woning te betrekken waarbij de (thuis)zorg ook daadwerkelijk geleverd kan worden essentieel. In verband hiermee is de Tijdelijke regeling aldus gewijzigd dat zorgwoningen mogen worden toegewezen aan een huishouden met een inkomen van meer dan € 34.085,--. Voorwaarde is wel dat ten minste één bewoner een indicatie heeft van het Centrum Indicatiestelling Zorg voor persoonlijke verzorging (PV), verpleging (VP) dan wel individuele begeleiding (BGI) met specifieke leveringsvoorwaarde “volgens afspraak en direct oproepbaar” (B1, B2), “voortdurend in de nabijheid” (C) en “24 uur per dag aanwezig” (D)1.

Voorwaarden verhuur maatschappelijk vastgoed
In het besluit van de Europese Commissie inzake staatssteun aan woningcorporaties is aangegeven, dat het maatschappelijk vastgoed verhuurd moet worden aan niet-gouvernementele organisaties of aan openbare instellingen, die daadwerkelijk een maatschappelijk doel beogen. In de Tijdelijke regeling was dit abusievelijk niet expliciet verwoord. Met de huidige wijziging wordt deze omissie verholpen. De Tijdelijke regeling bepaalt nu duidelijk dat woningcorporaties bij de verhuur van maatschappelijk vastgoed slechts huurovereenkomsten kunnen aangaan met verenigingen of stichtingen die zijn gericht op het maatschappelijk belang dan wel met overheidsinstellingen.