In één van onze vorige artikelen schreven wij over de prejudiciële vragen die rechters in Hamburg, Keulen en Pontevedra hebben gesteld aan het Hof van Justitie inhoudende of staking van eigen personeel van luchtvaartmaatschappijen een ‘buitengewone omstandigheid’ is in de zin van artikel 5 lid 3 van Verordening 261/2004 (hierna: de Verordening). Het Hof van Justitie heeft hierin nog geen uitspraak gedaan. Wel heeft de Rechtbank Noord-Holland recentelijk in een zaak geoordeeld dat staking van eigen personeel een buitengewone omstandigheid vormt in de zin van artikel 5 lid 3 van de Verordening.
Verordening 261/2004
Indien een luchtvaartmaatschappij een vlucht annuleert of met een vertraging van meer dan drie uren uitvoert, hebben passagiers op grond van artikel 7 van de Verordening recht op financiële compensatie. Dit is niet het geval indien de luchtvaartmaatschappij kan aantonen dat de annulering dan wel vertraging het gevolg is van buitengewone omstandigheden die ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet voorkomen konden worden.
Feiten
Passagiers hebben met Scandinavian Airlines System (hierna: SAS) een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan SAS de passagiers op 2 mei 2019 diende te vervoeren van Washington Airport (Verenigde Staten) via Kopenhagen (Denemarken) naar Amsterdam-Schiphol Airport (hierna: de vlucht). De vlucht is geannuleerd en de passagiers zijn met de vervangende vlucht met een vertraging van meer dan drie uur op de eindbestemming aangekomen.
Standpunt van de luchtvaartmaatschappij
SAS doet een beroep op buitengewone omstandigheden omdat de annulering is veroorzaakt door de staking van haar piloten. SAS voert aan dat zij in april 2019 werd geconfronteerd met deze staking, ondanks dat zij alles in het werk had gesteld om de staking en de gevolgen daarvan te voorkomen. De aanleiding voor de staking was de vervroegde en eenzijdige beëindiging van de lopende piloten-cao door piloten van SAS in Denemarken, Zweden en Noorwegen.
In 2012 stond SAS aan de rand van faillissement en moest zij voor haar voortbestaan vechten. Uiteindelijk maakte SAS in 2018 weer beperkte winst en zagen de piloten van SAS daarin aanleiding om looneisen te stellen, aldus SAS. De piloten eisten een salarisverhoging van 13% over 3 jaar. SAS kon hier financieel echter niet aan voldoen. Indien SAS de 13% looneis zou inwilligen, zou het bestaan van SAS in gevaar komen en daarmee duizenden banen.
Nadat de pilotenvakbonden dreigden met stakingen is een mediationtraject gestart. De piloten weigerden het compromis dat de onafhankelijke mediators hadden voorgesteld en op 26 april 2019 werden de stakingen aangekondigd. De staking betrof 1409 piloten. Dit is 95% van alle piloten in Scandinavië. De staking is na bijna zeven dagen beëindigd, waarna er overeenstemming is bereikt over een nieuwe cao. De staking heeft SAS ongeveer 9 miljoen euro per dag gekost. SAS had geen andere keuze dan een loonstijging van 10,5% over drie jaar te accepteren.
SAS voert aan dat de staking buiten haar invloedssfeer ligt omdat de aanleiding van de staking een buitensporige looneis is van de zijde van de piloten. Anders dan in Nederland, zijn in Scandinavië geen (rechts)middelen om een staking te voorkomen. SAS had niet veel andere keuze dan de gevolgen van de staking voor de passagiers te minimaliseren. Zo heeft SAS bewerkstelligd dat alsnog 30% van de vluchten door middel van een zogeheten wet lease constructie konden worden uitgevoerd. In dit geval is het niet redelijk om de luchtvaartmaatschappij te verplichten tot compensatie, aldus SAS. Met name omdat er in deze situatie sprake was van massale en aanhoudende vertragingen en annuleringen. Dit op zichzelf is volgens SAS al een aanwijzing dat sprake is van buitengewone omstandigheden.
Oordeel rechtbank
De rechter overweegt dat in de punten 14 en 15 van de considerans van de Verordening staat beschreven dat omstandigheden als bedoeld in artikel 5 lid 3 van de Verordening zich onder meer kunnen voordoen in geval van stakingen die gevolgen hebben voor de vluchtuitvoering van de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert. Het is aan de luchtvaartmaatschappij om aan te tonen dat de staking hoe dan ook niet voorkomen had kunnen worden door het treffen van maatregelen die op het tijdstip van de staking voldoen aan voor de luchtvaartmaatschappij aanvaardbare technische en economische voorwaarden.
De rechter is van oordeel dat de omstandigheden in dit geval niet inherent zijn aan de normale uitoefening van de activiteiten van een luchtvaartmaatschappij. Het betreft hier een van buiten komende oorzaak, te weten de eenzijdige opzegging van de lopende cao en daaropvolgende hoge looneisen waar de piloten niet van wilden afwijken.
De rechter is van oordeel dat SAS voldoende heeft aangetoond dat zij niet konden instemmen met deze eis vanwege de grote financiële gevolgen. De piloten waren in eerste instantie en ook na mediation niet bereid om afstand te nemen van de oorspronkelijke eis. Om een einde te maken aan de staking heeft SAS grotendeels aan de vergaande eisen van de piloten voldaan. Daarnaast heeft SAS zich ingespannen om het geschil zo snel mogelijk te beslechten. Partijen zijn binnen één week tot een regeling gekomen.
Redelijke maatregelen
De vraag die vervolgens beantwoord dient te worden is of SAS redelijke maatregelen heeft genomen om de annulering te voorkomen dan wel de vertraging te beperken. Gelet op het voorgaande heeft SAS naar het oordeel van de rechter voldoende aannemelijk gemaakt dat zij alle redelijke maatregelen heeft getroffen om de staking en daarmee ook de annulering van de vlucht te voorkomen. Zo heeft SAS naast het bovenstaande aan alle passagiers, acht dagen voor de staking, de mogelijkheid aangeboden om vrijwillig om te boeken dan wel te annuleren.
Conclusie
Op grond van de overgelegde stukken door de luchtvaartmaatschappij komt de rechter tot het oordeel dat de staking een buitengewone omstandigheid is. Verder oordeelt de rechter dat de luchtvaartmaatschappij alle redelijke maatregelen heeft getroffen om de annulering te voorkomen.
Voor vragen over dit artikel kunt u contact opnemen met Defne Kiliç.
T: +31 (0)24 38 13 189
E: kilic@dirkzwager.nl