1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Volledige proceskostenvergoeding ook bij intrekking kort geding (1)

Volledige proceskostenvergoeding ook bij intrekking kort geding

De vraag die in een recent kort geding aan de orde was is of de proceskostenregeling voor IE-zaken ook van toepassing is indien de eisende partij het kort geding vlak voor de zitting intrekt. Met andere woorden, kan de gedagvaarde partij die al kosten heeft gemaakt ter voorbereiding van het kort geding zijn kosten verhalen op de eisende partij die het kort geding vlak voor de zitting intrekt? De voorzieningenrechter van de rechtbank Gelderland heeft hierop in zijn vonnis van 5 oktober 2020 een antwoord gegeven (ECLI:NL:RBGEL:2020:5868).
Leestijd 
Auteur artikel Christel Jeunink
Gepubliceerd 18 november 2020
Laatst gewijzigd 18 november 2020

Proceskostenregeling in IE-zaken

In zaken over de handhaving van intellectuele eigendomsrechten (IE-rechten) kan de in het ongelijk gestelde partij desgevorderd worden veroordeeld in de ‘redelijke en evenredige gerechtskosten en andere kosten’ die de in het gelijk gestelde partij heeft gemaakt. In de praktijk komt dit erop neer dat de verliezende partij over het algemeen de volledige advocaatkosten van de winnende partij, of een groot deel daarvan, dient te vergoeden. De rechtbanken hebben gezamenlijk ‘indicatietarieven’ vastgesteld voor verschillende typen IE-zaken, zoals octrooizaken en andere IE-zaken, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen (onder meer) kort geding procedures en bodemprocedures.  In deze indicatietarieven worden kaders gegeven voor de ‘redelijke en evenredige gerechtskosten’.

Proceskosten bij intrekking kort geding

In deze zaak was Philips van mening dat Hesdo inbreuk maakte op haar auteursrechten op de Avent flessenwarmer. Philips heeft om die reden een kort geding aanhangig gemaakt tegen Hesdo waarin zij een inbreukverbod vorderde. Nadat Hesdo producties (bewijsstukken) had ingediend voor het kort geding, trok Philips het kort geding vlak voor de zitting in omdat zij na ontvangst van de producties van Hesdo wilde beoordelen in hoeverre haar vorderingen überhaupt nog haalbaar waren. Hesdo vorderde vervolgens van Philips een bedrag van € 25.052,62 aan advocaatkosten, voor de werkzaamheden die waren verricht ter voorbereiding van het kort geding.

In het (ultrakorte) vonnis, verwijst de voorzieningenrechter naar het arrest van de Hoge Raad van 3 juni 2016 (ECLI:NL:HR:2016:1087), waarin de Hoge Raad heeft geoordeeld dat het mogelijk is voor een gedaagde partij om, in geval een eisende partij een kort geding intrekt, alsnog een proceskostenveroordeling te vorderen. Dit oordeel van de Hoge Raad is ook van toepassing op kort geding procedures over intellectuele eigendomsrechten.

In beginsel kan Hesdo dus haar volledige proceskosten verhalen op Philips. Echter, de voorzieningenrechter was vervolgens van oordeel dat Hesdo de door haar gevorderde advocaatkosten niet voldoende gespecificeerd heeft, waardoor Philips zich niet, althans niet behoorlijk heeft kunnen verweren. Hesdo had immers slechts drie declaraties overgelegd waarop ‘slechts in zijn algemeenheid een honorarium en een bedrag aan kantoorkosten, vermeerderd met BTW, staan vermeld. Deze declaraties bevatten geen opgave van het totale aantal uren dat mr. X aan de voorbereiding van de zaak heeft besteed noch een specificatie van de door hem in die uren verrichte werkzaamheden en het gehanteerde (uur)tarief. Ook de kosten die door de medewerkers van Hesdo zelf zijn opgevoerd, zijn niet (nader) gespecificeerd en onderbouwd.’

Omdat wel is aannemelijk was dat Hesdo zich (uitvoerig) op de geplande zitting had voorbereid en dat in verband daarmee de nodige kosten heeft gemaakt, wijst de voorzieningenrechter een proceskostenveroordeling toe van € 1.636,00, welk bedrag op de gebruikelijke wijze is begroot.

Specificeren van proceskosten van groot belang

Deze uitspraak benadrukt dat het in IE-zaken van groot belang is om de gemaakte (advocaat)kosten goed te specificeren en om facturen met bijbehorende specificaties ruim voor de zitting aan de wederpartij en de rechtbank toe te zenden. Alleen op die manier kan worden voorkomen dat een partij met zijn kosten blijft zitten indien een procedure voortijdig wordt ingetrokken.