Op 1 oktober 2012 kreeg de modernisering van de besloten vennootschap haar beslag met de invoering van de Wet flexibilisering en vereenvoudiging bv-recht. Bij deze modernisering rees de vraag op welke manier de statutaire regelingen van de BV flexibeler en daarmee bruikbaarder gemaakt konden worden. De praktijk gebruikte steeds vaker instrumenten als aandeelhoudersovereenkomsten om de statutaire regelingen op een flexibele wijze aan te vullen. Het voordeel van aandeelhoudersovereenkomsten is dat bepaalde beperkingen die aan statutaire regelingen kleven, niet van toepassing zijn, bijvoorbeeld de relatief omslachtige en formele regels omtrent het wijzigen van de statuten.
Uit recente jurisprudentie blijkt dat de praktijk nog steeds worstelt met de vraag in hoeverre contractuele verplichtingen uit hoofde van een aandeelhoudersovereenkomst doorwerken binnen de vennootschapsrechtelijke verhoudingen. De invoering van de flex-BV heeft hier kennelijk onvoldoende verduidelijking gebracht. Aan de hand van enkele alternatieven voor aandeelhoudersovereenkomsten geeft Van der Weijden enige aanbevelingen voor de wetgever.
Teun van der Weijden is sinds 2017 advocaat bij de sectie Overheid & Vastgoed.