Aandachtspunten bij samenwerkingsverbanden in de zorg: contract of rechtspersoon?

11 november 2022, laatst geüpdatet 12 september 2024
Ontwikkelingen in het zorglandschap, zoals de veranderende zorgvraag en meervoudige zorgbehoeften, noodzaken zorgaanbieders om meer en efficiënter samen te werken. Bij het vormgeven en inrichten van een samenwerkingsverband worden de samenwerkingspartners voor tal van uitdagingen en vraagstukken gesteld. Niet alleen moet er een geschikte samenwerkingsvorm (contractueel samenwerkingsverband of een gezamenlijke juridische entiteit) worden gekozen, ook ten aanzien van de positie van patiënten, medewerkers, privacy en intellectueel eigendom moeten er keuzes worden gemaakt. Dit artikel van de artikelenreeks ‘Aandachtspunten bij samenwerkingsverbanden in de zorg’ gaat over de keuze tussen samenwerken via een contractueel samenwerkingsverband of via een rechtspersoon .
In dit artikel

Contractueel samenwerkingsverband of een rechtspersoon?

Kort gezegd zijn er twee soorten rechtsvormen voor samenwerkingen:
1. een contractueel samenwerkingsverband zonder rechtspersoonlijkheid op basis van een contract;
2. een gezamenlijke juridische entiteit met rechtspersoonlijkheid (zoals een stichting, joint venture BV of een coöperatie).

Welke samenwerkingsvorm het meest geschikt is voor het samenwerkingsverband, hangt af van de doelstellingen, ambities en wensen van de samenwerkingspartners . Als dit goed in kaart is gebracht volgt daaruit vaak een passende structuur. Een eenmaal gekozen structuur kan bovendien altijd wijzigen. Zo sluiten samenwerkingspartners in eerste instantie soms een samenwerkingsovereenkomst om de samenwerking na een succesvolle periode alsnog onder te brengen in een rechtspersoon.

Contractueel samenwerkingsverband

De juridisch minst ingrijpende samenwerkingsvorm is het contractuele samenwerkingsverband. De samenwerkingspartners sluiten een overeenkomst waarin zij vastleggen op welk gebied zij gaan samenwerken en wat hun onderlinge rechten en verplichtingen zijn.

Voordelen

  • De samenwerkingspartners hebben veel vrijheid bij de inrichting van de samenwerking en er is veel ruimte voor contractuele maatwerkafspraken. Afspraken kunnen bovendien relatief eenvoudig worden aangepast als alle samenwerkingspartners daarmee instemmen.
  • De samenwerkingspartners vormen zelf het samenwerkingsverband en hebben daardoor directe grip op de activiteiten van het samenwerkingsverband (niet via een bestuur, een aandeelhoudersvergadering of een ledenvergadering).
  • Er hoeft geen rechtspersoon te worden opgericht, dus de samenwerkingspartners hoeven niet langs de notaris. Het is wel raadzaam om juridisch advies in te winnen bij het opstellen van een samenwerkingsovereenkomst.

Nadelen

  • Een contractueel samenwerkingsverband kan niet zelfstandig rechten en verplichtingen aangaan en dus geen overeenkomsten sluiten, goederen verwerven, personeel in dienst nemen of een bankrekening openen. Het zijn de samenwerkingspartners die verplichtingen aangaan.
  • De samenwerkingspartners zijn zelf verantwoordelijk én aansprakelijk voor de verplichtingen die het samenwerkingsverband aangaat en dragen het exploitatierisico van de samenwerking.
  • Geringere (juridische) bindingsintensiteit.

Rechtspersoon

Een meer duurzame en minder vrijblijvende vorm van samenwerken is het onderbrengen van het samenwerkingsverband in een rechtspersoon. Dit kan bijvoorbeeld een stichting, een coöperatie of een BV zijn.

Voordelen

  • Een rechtspersoon kan zelfstandig rechten en verplichtingen aangaan en dus overeenkomsten sluiten, goederen verwerven, personeel in dienst nemen en een bankrekening openen.
  • Het exploitatie- en aansprakelijkheidsrisico berust bij de rechtspersoon waardoor de samenwerkingspartners in beginsel niet zelf aansprakelijk zijn voor schulden en verplichtingen van het samenwerkingsverband.
  • Het oprichten van een juridische entiteit kan worden gezien als een ‘stevigere’ vorm van samenwerken (commitment) die meer is gericht op de lange termijn.

Nadelen

  • Een rechtspersoon is gebonden aan wettelijke (inrichtings)voorschriften en kan daardoor minder flexibel worden ingericht dan een contractuele samenwerking. Dat neemt niet weg dat er ook bij rechtspersonen vaak ruimte is voor maatwerk.
  • De samenwerkingspartners hebben minder ‘grip’ op het samenwerkingsverband (een rechtspersoon is autonomer dan een contractueel samenwerkingsverband).
  • De samenwerkingspartners moeten langs de notaris voor oprichting van het samenwerkingsverband.

Andere blogs in deze reeks

Verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid

De positie van medewerkers

De medezeggenschap patiënten/cliënten

Intellectuele eigendom op inbreng en onderzoeksresultaten

Governance

Slot

Ook eens sparren over de samenwerkingsvorm die het beste past bij uw samenwerkingsverband? Neemt u dan gerust contact op met Rosanne Kuiper of Marieke van Dongen. Wij helpen u graag verder.

Gerelateerd

Grens intern toezicht wordt verhoogd naar 50 zorgverleners!

Op 1 januari 2022 is de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza) in werking getreden. De Wtza stelt onder meer eisen aan de bestuursstructuur van...

Het shop-in-shop-ziekenhuis: belangrijke samenwerkingsafspraken

In deze vijfdelige blogreeks gaan wij in op (de juridische aandachtspunten bij) een zogeheten shop-in-shop-ziekenhuis. In dit vijfde blog bespreken we welke...

Het shop-in-shop-ziekenhuis: centrale aansprakelijkheid van het ziekenhuis

In deze vijfdelige blogreeks gaan wij in op (de juridische aandachtspunten bij) een zogeheten shop-in-shop-ziekenhuis. In dit vierde blog bespreken we de...

Het shop-in-shop-ziekenhuis: dossierplicht, beroepsgeheim en gegevensuitwisseling

In deze vijfdelige blogreeks gaan wij in op (de juridische aandachtspunten bij) een zogeheten shop-in-shop-ziekenhuis. In dit derde blog bespreken we (de...

Pauzeknop jaarverantwoording geldt niet voor de Wtza-vergunning

Op 1 januari 2022 is de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza) in werking getreden. De Wtza introduceert onder meer een vergunningplicht. Op 28 september 2023...

Bestuurdersaansprakelijkheid zorgaanbieder wegens declaratiefraude?

Op 15 augustus 2023 heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (ECLI:NL:GHARL:2023:6866) uitspraak gedaan in een zaak over het verhaal door zorgverzekeraar VGZ op...
No posts found