1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Aangepaste ROZ-modellen kantoor- en winkelruimte; meer opties voor huurprijsaanpassing.

Aangepaste ROZ-modellen kantoor- en winkelruimte; meer opties voor huurprijsaanpassing.

Onlangs heeft De Raad voor Onroerende Zaken (ROZ) na gesprekken met de Autoriteit Consument & Markt (ACM) de model-huurovereenkomsten voor kantoor-en winkelruimtes aangepast. Dit heeft geresulteerd in een belangrijke aanpassing van de ROZ-modellen ten aanzien van de huurprijsaanpassing.
Leestijd 
Auteur artikel Daniël Veen
Gepubliceerd 23 april 2024
Laatst gewijzigd 30 april 2024

Huurprijsindexering

In de algemene bepalingen bij de (model)huurovereenkomsten was sinds de jaren ’80 de toekomstige huurprijsaanpassing gekoppeld aan de consumentenprijsindex (CPI). Dit hield in dat de huurprijzen gedurende de looptijd van de huurovereenkomst konden worden aangepast om gelijke tred te houden met de inflatie.

Voor wat betreft de huurprijsindexering zijn de ROZ-modellen ingrijpend gewijzigd. Bij nieuwe huurovereenkomsten is de indexeringsbepaling uit de algemene bepalingen (dus op basis van de CPI) niet meer van toepassing.

Voor de nieuwe indexeringsbepaling bieden de modellen nu een keuze voor de jaarlijkse huurprijsaanpassing. Zo kunnen de partijen naast de CPI ook kiezen voor een vast percentage, een specifieke index, een eigen overeengekomen wijze van indexering of zelfs helemaal afzien van een automatische huurprijsindexering.

Opvallend hierbij is dat partijen – in tegenstelling tot het oude model – ook kunnen afspreken om de huurprijs aan te passen bij deflatie, waardoor de huurprijs naar beneden kan worden bijgesteld. Als bijzondere bepaling zouden de partijen ook kunnen overeenkomen dat huurprijsaanpassing enkel zal plaatsvinden wanneer dit leidt tot een huurprijsverhoging.

De praktijk zal moeten uitwijzen of deze aangepaste indexeringsclausules daadwerkelijk zullen leiden tot meer onderhandelingen op dit punt.  

Heeft u vragen over het huurrecht? Neemt u dan contact op met Rutger Fabritius of Daniël Veen via de contactinformatie naast dit artikel.