1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Aanpassing vrije artsenkeuze (voorlopig) van de baan

Aanpassing vrije artsenkeuze (voorlopig) van de baan

In een brief van 13 oktober 2020 liet Minister De Jonge weten geen aanleiding meer te zien tot aanpassing van artikel 13 van de Zorgverzekeringswet (Zvw) dat de vrije artsenkeuze van patiënten waarborgt. De Minister houdt de mogelijkheid open de wet in de toekomst alsnog aan te passen.
Leestijd 
Auteur artikel Koen Mous
Gepubliceerd 14 oktober 2020
Laatst gewijzigd 14 oktober 2020

Al langere tijd hangt een aanpassing van artikel 13 Zvw boven de markt. Zorgverzekeraars leken belang te hebben bij aanpassing nadat diverse gerechtelijke uitspraken lieten zien dat zorgverzekeraars de afgelopen jaren niet in overeenstemming met artikel 13 Zvw hebben gehandeld door een generieke korting toe te passen op de gecontracteerde tarieven. Zeker bij duurdere vormen van zorg kan een dergelijke korting een hinderpaal opleveren, aldus zeer recent nog het Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelde. Het Hof suggereerde in een drietal arresten dat zorgverzekeraars een vergoedingssystematiek kunnen ontwikkelen per soort en per omvang van de ondergane zorg die enerzijds de vrije artsenkeuze beschermt en anderzijds recht doet aan de regierol die de wetgever aan de zorgverzekeraars heeft gegeven om (onder andere) kostenbeheersing te bevorderen. 

De arresten van het Hof laten zien dat zorgverzekeraars hun beleid moeten aanpassen. Generieke kortingen van (bijvoorbeeld) 25% zijn immers niet in overeenstemming met artikel 13 Zvw. De eerder door de Minister aangekondigde wetswijziging brengt, naar nu blijkt, op korte termijn geen oplossing voor zorgverzekeraars die graag een aanpassing van artikel 13 Zvw hadden gezien. De Minister laat in een brief van 13 oktober 2020 namelijk weten geen goede reden meer te zien voor aanpassing van artikel 13 Zvw. Volgens de Minister is gebleken dat het aandeel ongecontracteerde zorg al voldoende is afgenomen.

Volgens de Minister komt het wetsvoorstel opnieuw in beeld zodra zou blijken dat het aandeel ongecontracteerde zorg weer toeneemt. Daarmee lijkt de Minister vast te houden aan het idee dat aanpassing van artikel 13 Zvw een oplossing kan/moet bieden voor de situatie waarin sprake is van een toename van ongecontracteerde zorg. Die gedachte is nogal onzinnig. Het zijn immers op de eerste plaats de zorgverzekeraars die invloed hebben op het aandeel ongecontracteerde zorg. Het is daarom niet nodig om via het verlagen van de vergoeding voor ongecontracteerde zorg te bewerkstelligen dat méér zorgaanbieders kiezen voor een contract. Juist zorgverzekeraars zouden gestimuleerd moeten worden méér contracten aan te bieden. In ieder geval zou artikel 13 Zvw pas in beeld moeten komen zodra zou blijken dat het primair aan zorgaanbieders te wijten is dat een te groot aandeel ongecontracteerde zorg ontstaat. Dat is nog altijd niet gebleken. In een eerder blog wees ik er op dat het wetsvoorstel ook anderszins een wankele basis kent. 

Het wetsvoorstel is voor nu in ieder geval van de baan. Mocht het voorstel ooit weer in beeld komen, dan valt te hopen dat wat kritischer gekeken wordt naar de oorzaken van groei van het ongecontracteerde segment. Ik verwacht dat dan andere oplossingen in beeld komen dan aanpassing van artikel 13 Zvw.