1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Afdeling zet lijn voort: een aanvraag moet eenduidig en ondubbelzinnig zijn

Afdeling zet lijn voort: een aanvraag moet eenduidig en ondubbelzinnig zijn

Een ‘verhulde’ aanvraag leidt niet zo gemakkelijk meer tot een vergunning van rechtswege. Dat kunnen we inmiddels wel afleiden uit de reeks uitspraken van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling).
Leestijd 
Auteur artikel Marleen Vermeulen
Gepubliceerd 14 november 2018
Laatst gewijzigd 14 november 2018

Net zoals in de zaken waar ik eerder over schreef, is er ook in deze zaak door een vastgoedeigenaar met enkel een globale schets van het initiatief, en zonder nadere concrete uitwerking daarvan, verzocht om besluitvorming tot afwijking van de gebruiksbepalingen van een bestemmingsplan voor een bedrijfslocatie. Eerder al oordeelde de Afdeling dat een dergelijk verzoek niet kan worden aangemerkt als een aanvraag en ook nu maakt de Afdeling maakt daar korte metten mee. Met een verwijzing naar eerdere uitspraken oordeelt de Afdeling wederom dat er van een aanvraag geen sprake is, omdat in de brief niet eenduidig en ondubbelzinnig kenbaar is gemaakt dat is beoogd om een aanvraag voor een omgevingsvergunning te doen (ABRvS 31 oktober 2018, EVCLI:NL:RVS:2018:3541).

“De enkele mededeling in de brief van [appellante] dat planologische medewerking wordt verzocht, is onvoldoende voor het oordeel dat een aanvraag is gedaan om verlening van omgevingsvergunning (vergelijk onder meer ECLI:NL:RVS:2017:3084).
Het gaat erom of in de brief eenduidig en ondubbelzinnig kenbaar is gemaakt dat is beoogd een aanvraag om een omgevingsvergunning te doen. Indien de omschrijving van het initiatief - zoals ook hier - summier en globaal is, is daarvan in ieder geval geen sprake (vergelijk onder meer ECLI:NL:RVS:2018:754).”

De Afdeling voegt er nog aan toe dat het voor de uitkomst niet had uitgemaakt als de initiatiefnemer concreet de term ‘omgevingsvergunning’ had gebruikt en verwijst daarvoor naar haar uitspraak van juli dit jaar (ABRvS 25 juli 2018, ECLI:NL:RVS:2018:2486). Toen oordeelde de Afdeling dat er weliswaar in de brief gesproken werd over een omgevingsvergunning, maar dat de context waarin de zinsnede was opgenomen niet maakte dat er eenduidig en ondubbelzinnig beoogd was een aanvraag te doen.

Conclusie

Een aanvraag is pas een aanvraag als er eenduidig en ondubbelzinnig een aanvraag gedaan wordt, waarbij het tevens van belang is dat de omschrijving van het initiatief voldoende concreet is. Door het voorgeschreven online formulier te gebruiken, is in ieder geval duidelijk dat beoogd is een aanvraag te doen. Zoals ik ook in mijn commentaar bij de uitspraken van begin dit jaar schreef, blijft het voor bestuursorganen toch riskant om een brief zomaar terzijde te schuiven. In dat geval kan er beter om nadere informatie gevraagd worden.

 

Wilt u meer weten over vergunningen? Neem dan contact op met Marleen Vermeulen.