Achtergrond: afhankelijkheid van VMWare leidt tot geschil
RWS is verantwoordelijk voor onder meer het beheer van tunnels, bruggen en sluizen in Nederland. Daarbij maakt zij gebruik van VMWare-virtualisatiesoftware. Voor deze producten heeft RWS in het verleden eeuwigdurende gebruikslicenties verworven en heeft zij tijdelijke Support-contracten afgesloten voor onderhoud en updates. Na de overname van VMWare door Broadcom in 2023 werd het commerciële propositie gewijzigd. Voortaan moet RWS een abonnement afnemen met gebruikslicenties en supportdiensten. Hiervoor wordt een aanzienlijke kostenverhogingen voorgesteld (door RWS berekend op een verhoging van 85%). Terwijl het lopende supportcontract ten einde liep, zijn partijen in onderhandeling getreden. RWS voelde zich gedwongen om over te stappen op andere software en stelde voor om de VMWare software uit te faseren gedurende 2-3 jaar tegen. Partijen zijn niet tot overeenstemming gekomen, waardoor RWS zich genoodzaakt zag om dit kort geding te starten.
RWS meent dat Broadcom onrechtmatig handelt door de lifecycle van de VMWare- producten af te kappen, RWS vervolgens niet in staat te stellen om afscheid te nemen van die VMWare-producten en RWS in plaats daarvan dwingen om tegen fors hogere prijzen het nieuw productportfolio van Broadcom af te nemen. Daarmee handelen Broadcom c.s. in strijd met de op hen rustende zorgplicht van IT-leveranciers en maken zij misbruik van hun machtspositie.
Zorgplicht IT-leverancier als beoordelingskader
De voorzieningenrechter stelt voorop dat Broadcom als leverancier in beginsel vrij is haar commerciële strategie en productaanbod te wijzigen. Toch brengt deze vrijheid beperkingen met zich mee indien er sprake is van een significante afhankelijkheid van de afnemer, zoals bij RWS het geval is. De rechter oordeelt dat Broadcom onvoldoende zorgvuldigheid heeft betracht door:
- Wijzigingen onvoldoende tijdig aan te kondigen, waardoor RWS geen reële mogelijkheid had om zich op de beëindiging van Support voor te bereiden, Met name de nieuwe prijzen zijn te laat gecommuniceerd (pas in mei 2024 werd een indicatief bedrag genoemd;
- Geen passend alternatief aanbod te doen voor uitsluitend Support op reeds aangeschafte producten. De rechter vindt dat Broadcom RWS in de gegeven omstandigheden in staat moet stellen om afscheid te nemen van VMWare en in dat kader ervoor te zorgen dat RWS voldoende Support ontvangt om de deugdelijke werking van de VMWare-producten voorlopig te continueren.
- Geen redelijke exit-ondersteuning te bieden, terwijl RWS aantoonbaar afhankelijk is van de werking van de software voor de continuïteit van vitale infrastructuur.
De voorzieningenrechter benadrukt dat Broadcom de gerechtvaardigde verwachtingen die RWS had op basis van de tot dan toe gehanteerde lifecycle policy heeft doorbroken. Onder deze omstandigheden achtte de rechter het onzorgvuldig en daarmee onrechtmatig om de ondersteuning abrupt te beëindigen.
Uitspraak: Broadcom moet twee jaar ondersteuning blijven bieden
De uitkomst is dat Broadcom en VMWare verplicht worden om:
- Gedurende twee jaar vanaf 23 juli 2025 technische ondersteuning te blijven leveren (“maintenance updates and upgrades, bug and security fixes, and technical assistance”) op de producten waarvoor RWS eeuwigdurende licenties bezit, op straffe van dwangsom van € 250.000 per dag, tot een maximum van € 25 miljoen.
- tegen betaling door RWS van jaarlijkse vergoeding vast op € 1.765.191,36 te indexeren op basis van de CPI;
Praktische lessen over zorgplicht en exit-ondersteuning voor IT-leveranciers
Deze zaak illustreert de kracht van de zorgplicht die ingeroepen kan worden tegen een IT-leverancier die zich onredelijk of ‘te zakelijk’ opstelt. Natuurlijk heeft een leverancier het recht om zijn eigen productportfolio aan te passen of zijn gebruiks- of onderhoudsvoorwaarden aan te passen, maar bij het doorvoeren van die wijzigingen bij bestaande klanten met je wel zorgvuldig blijven handelen. Dit geldt zeker voor software waar afnemers in grote mate van afhankelijk zijn. Niet alleen VMWare achtige pakketten, maar dit kan naar mijn oordeel ook doorgetrokken worden naar bijvoorbeeld hosting- of cloudproviders.
IT-leveranciers doen er goed aan tijdig, helder en gestructureerd te communiceren over beëindiging of wijziging van dienstverlening, en afnemers in staat te stellen op zorgvuldige wijze over te stappen. Voor afnemers is deze uitspraak een belangrijk precedent om in vergelijkbare situaties waarborgen af te dwingen, met name indien contractuele afspraken over exit-ondersteuning ontbreken.
Wil je advies over de inrichting van exit-regelingen of hoe je om moet gaan met een vertrek zonder een exit-afspraken, neem dan contact met ons op.