Akkoord over verlaging pensioenopbouw

Het pensioenakkoord is een feit. Het kabinet heeft met D66, ChristenUnie en SGP een akkoord bereikt over de pensioenopbouw. De (fiscaal gefaciliteerde) pensioenopbouw wordt minder ingrijpend verlaagd in vergelijking tot het oorspronkelijke pensioenplan dat dit jaar strandde bij de Eerste Kamer. In het bijzonder de medewerkers en DGA’s met een salaris boven € 100.000,-- zullen opgelucht ademhalen. Waar in het oorspronkelijke pensioenplan de fiscaal gefaciliteerde pensioenopbouw beperkt was tot € 100.000,--, komt er nu toch een mogelijkheid om tegen het nettoloon fiscaal voordelig voor het pensioen te sparen.

Belangrijkste wijzigingen

In het akkoord daalt de maximale (fiscale) pensioenopbouw minder hard dan oorspronkelijk afgesproken; niet naar 1,75% procent, maar naar 1,875% (voor middelloonregelingen). Ook voor eindloonregelingen en beschikbare premieregelingen geldt een vergelijkbare vermindering. Naar verwachting zal de Belastingdienst daar te zijner tijd een staffel voor publiceren.

Daarnaast wordt in het akkoord gesproken over een zogenoemde generatie-evenwichttoets (door DNB), om te voorkomen dat jongeren en werkenden meer premie moeten betalen voor minder pensioen. Het akkoord lijkt het signaal over de nog altijd voortdurende solidariteitsdiscussie dus te hebben opgepakt. Het pensioenfonds ABP zal hierin het voortouw gaan nemen.

Effect pensioenakkoord

Het pensioenakkoord levert voor de overheid een monsterbezuiniging van circa 3 miljard op. Een hoger (salaris)bedrag zal immers direct in de loonheffing worden betrokken. Een ander effect van de lagere pensioenopbouw is dat de pensioenpremielast voor de werkgever/werknemer zal dalen. Dit effect was met name voor D66 van belang. D66 heeft altijd gezegd een lagere pensioenopbouw te kunnen steunen als de pensioenpremies omlaag gaan.

Tevreden?

Dus alleen maar reden tot tevredenheid? Ik kan het niet laten hier een kanttekening bij te plaatsen. Er wordt namelijk aan voorbij gegaan dat een beperktere pensioenopbouw mogelijk een opwaarts effect heeft op andere looncomponenten. Discussies over wie kan/mag profiteren van deze beperktere pensioenopbouw, liggen op de loer. Zou tegenover de beperktere pensioenopbouw bijvoorbeeld geen salarisverhoging moeten staan, omdat er namelijk een deel van de premielast vrijvalt? Of is de huidige verdeling werkgevers-werknemersaandeel pensioenpremie (in de arbeidsovereenkomst en/of cao) nog wel zo redelijk, als straks wordt uitgegaan van een beperktere pensioenopbouw en dus een lagere premielast voor (o.a.) de werkgever? Het is dus maar de vraag of de ‘boost’ die een beperktere pensioenopbouw aan werkgevers zou kunnen geven, daadwerkelijk zo sterk zal zijn als wellicht gehoopt. In ieder geval zal de werkgever met zijn werknemers aan de onderhandelingtafel moeten gaan plaatsnemen. Pensioen is namelijk een arbeidsvoorwaarde. Een wijziging van de premiestaffel (ongeacht of deze wijziging door fiscale regelgeving is ingegeven) behelst een wijziging van een arbeidsvoorwaarde. Deze wijziging kan dus niet zomaar door de werkgever worden doorgevoerd. Hier raakt het pensioenrecht het arbeidsrecht. De pensioenadvocaten bij Dirkzwager zijn tevens arbeidsrechtadvocaten en zijn dus goed in staat om een dergelijk wijzigingstraject vanuit alle facetten in goede banen te leiden.

Zodra er meer bekend is over het pensioenakkoord, wordt u daarvan via dit kennisportal op de hoogte gesteld. Wij zijn momenteel nog in afwachting van de brief aan de Tweede Kamer.