1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Belangrijke subsidie voor verhuurders bij de huisvesting van asielzoekers

Belangrijke subsidie voor verhuurders bij de huisvesting van asielzoekers

Op 27 november 2015 heeft het Rijk een bestuursakkoord gesloten met provincies en gemeenten over (onder meer) de huisvesting van asielzoekers die een verblijfsvergunning hebben ontvangen (hierna: vergunninghouders). In dit akkoord is onder meer afgesproken dat minister Blok drie verruimende maatregelen zal nemen om gemeenten te ondersteunen bij de huisvesting van vergunninghouders. Eén van die maatregelen is dat aan verhuurders die vergunninghouders huisvesten een subsidie kan worden verstrek...
Leestijd 
Auteur artikel Willyne van Osch (uit dienst)
Gepubliceerd 01 december 2015
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Op 27 november 2015 heeft het Rijk een bestuursakkoord gesloten met provincies en gemeenten over (onder meer) de huisvesting van asielzoekers die een verblijfsvergunning hebben ontvangen (hierna: vergunninghouders). In dit akkoord is onder meer afgesproken dat minister Blok drie verruimende maatregelen zal nemen om gemeenten te ondersteunen bij de huisvesting van vergunninghouders. Eén van die maatregelen is dat aan verhuurders die vergunninghouders huisvesten een subsidie kan worden verstrekt.

Subsidieregeling

Subsidie voor het huisvesten van vergunninghouders
In het bestuursakkoord staat dat het Rijk, de gemeenten en woningcorporaties zich zullen inzetten om huisvestingsvoorzieningen voor 14.000 vergunninghouders te realiseren. De woningcorporaties zijn formeel echter geen partij bij het bestuursakkoord. Gemeenten dienen daartoe met woningcorporaties prestatieafspraken te maken.

Het Rijk stimuleert de realisatie van huisvestingsvoorzieningen en de verhuur daarvan aan vergunninghouders met een financiële bijdrage van € 6.250 per gehuisveste vergunninghouder. Voorwaarden voor het ontvangen van deze bijdrage zijn:

  • in een huisvestingsvoorziening moeten ten minste vier vergunninghouders wonen;

  • er dient geen recht op huurtoeslag te ontstaan;

  • de huur bedraagt maximaal € 145,- per vergunninghouder bij onzelfstandige huisvesting en € 112,50 bij zelfstandige huisvesting;

  • voor onzelfstandige woonruimten is de verhuurdersheffing niet van toepassing (overeenkomstig huidige wetgeving).


Er komt een aparte subsidieregeling waarin een aanwijzing van de huisvesting als daeb wordt vastgelegd. Deze subsidieregeling, die waarschijnlijk per 1 februari 2016 in werking treedt, is gericht op alle verhuurders. Naast gemeenten en woningcorporaties kunnen dus ook commerciële verhuurders subsidie ontvangen. De regeling is van toepassing op huisvesting die na 1 december 2015 is gerealiseerd en geldt voor een periode van vijf jaar. Het is de bedoeling dat de woningen na deze periode als reguliere sociale huurwoningen (bijvoorbeeld vierkamerwoningen) kunnen worden gebruikt. Het Rijk wil daarom een wetswijziging doorvoeren op grond waarvan huurovereenkomsten voor een periode van vijf jaar kunnen worden gesloten.

Overigens staan de huisvestingsvoorzieningen ook tijdens de periode van vijf jaar open voor bewoning door andere personen dan vergunninghouders. Hiervoor wordt echter geen subsidie verstrekt.

Verhuur van rijksvastgoed
Naast het voorgaande is in het bestuursakkoord ook afgesproken dat het Rijk het verhuren van (leegstaande) rijkspanden aan gemeenten mogelijk maakt, zodat gemeenten in die panden  vergunninghouders kunnen huisvesten. De verhuur geschiedt tegen kostendekkende prijzen en gedurende een periode van maximaal tien jaar. Dit past binnen de Leegstandswet.

Faciliteren inzet woningcorporaties
Ten slotte maakt het Rijk het mogelijk dat woningcorporaties, bij de huisvesting van vergunninghouders, onder voorwaarden diensten mogen leveren in panden die zij niet zelf in eigendom hebben, maar die bijvoorbeeld eigendom zijn van de gemeente. Het gaat onder meer om het bijhouden van de administratie, het schoonmaken van collectieve ruimtes en huismeesterswerkzaamheden. Dit is vastgelegd in een beleidsregel, die op 1 december 2015 in werking is getreden.

Tevens zal het Rijk via een wetswijziging mogelijk maken dat woningcorporaties verhuur, beperkte verbouw en onderhoudswerkzaamheden kunnen verrichten in de gebouwen van anderen. Corporaties mogen in geval van verbouw maximaal € 10.000 investeren per vergunninghouder. Omdat ook commerciële partijen geïnteresseerd kunnen zijn in verhuur en verbouw, moet de gemeente via een lichte markttoets inventariseren of er andere partijen dan woningcorporaties belangstelling hebben deze taak uit te voeren. Hetzelfde geldt voor het hiervoor genoemde beheer van de panden van anderen.

Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel? Neem dan gerust contact op met mr. Willyne van Osch of mr. Robert Rijpstra.