1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Beleid hoogheemraadschap bepaalt noodzaak tot onteigening

Beleid hoogheemraadschap bepaalt noodzaak tot onteigening

Het Hoogheemraadschap van Schieland en Krimpenerwaard is een onteigeningsprocedure gestart ten behoeve van de versterking van de Lekdijk. De gehele ondergrond van de dijk is in de onteigening betrokken, met uitzondering van een strook van twee meter naast de woningen. Reclamant leidt daaruit af dat het beheer van de waterkering kennelijk wél mogelijk is zonder de eigendom van de ondergrond en dat daarom de noodzaak tot onteigening van alle gronden ontbreekt. De Keur zou volgens hem voldoende...
Leestijd 
Auteur artikel Hanna Zeilmaker
Gepubliceerd 03 november 2010
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Het Hoogheemraadschap van Schieland en Krimpenerwaard is een onteigeningsprocedure gestart ten behoeve van de versterking van de Lekdijk. De gehele ondergrond van de dijk is in de onteigening betrokken, met uitzondering van een strook van twee meter naast de woningen. Reclamant leidt daaruit af dat het beheer van de waterkering kennelijk wél mogelijk is zonder de eigendom van de ondergrond en dat daarom de noodzaak tot onteigening van alle gronden ontbreekt. De Keur zou volgens hem voldoende mogelijkheden bieden om onderhoud aan de dijk op eigendommen van derden uit te voeren.

De Kroon ziet dat anders en overweegt dat het hoogheemraadschap zich op basis van in 2001 vastgesteld beleid op het standpunt stelt dat verkrijging van de eigendom van de gehele ondergrond van de dijk noodzakelijk is, omdat op deze wijze de uniformiteit en continuïteit bij dijkversterkingen en duurzaamheid van de waterkering het meest gewaarborgd is. Op grond van dat beleid wordt een uitzondering gemaakt op die plaatsen waar een woning in de dijk aanwezig is, in die zin dat de ondergrond van de woning en een strook van twee meter daaromheen buiten de aankoop en eventueel de onteigening wordt gehouden. Dit standpunt acht de Kroon niet onredelijk. De eigendom van de ondergrond van de dijk biedt het hoogheemraadschap nu en in de toekomst de mogelijkheid om het vereiste veiligheidsniveau te kunnen handhaven.

De Kroon wijst verder nog op het feit dat de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State het standpunt van het hoogheemraadschap (herhaaldelijk) redelijk heeft geacht en het dijkversterkingsplan heeft goedgekeurd. De Afdeling heeft wel geoordeeld dat in individuele gevallen beoordeeld moet worden of het voornemen om gronden te verwerven in het kader van de dijkversterking in overeenstemming is met het beleid en of bijzondere omstandigheden aanleiding geven tot afwijking hiervan. Van dergelijke bijzondere omstandigheden was hier echter geen sprake.

KB 1 oktober 2010, Stcrt. 17057, onteigening t.b.v. versterking Lekdijk