1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Beslissingen bij besluiten in de zorg

Beslissingen bij besluiten in de zorg

  Stemmen - vanaf ons 18e doen we het als het goed is allemaal minimaal één keer in de vier jaar. Ook in zorgland wordt er regelmatig gestemd, bijvoorbeeld in ledenvergaderingen van huisartsenposten, in besturen en raden van commissarissen van ziekenhuizen, in cliëntenadviesraden en in vergaderingen van aandeelhouders bij sommige zorgaanbieders. Ook specialisten zullen in een samenwerkingsverband wel eens moeten stemmen, bijvoorbeeld in de Vereniging Medische Staf of het stafbestuur. Ove...
Leestijd 
Auteur artikel Dirkzwager
Gepubliceerd 03 juli 2013
Laatst gewijzigd 16 april 2018
 

 Stemmen - vanaf ons 18e doen we het als het goed is allemaal minimaal één keer in de vier jaar. Ook in zorgland wordt er regelmatig gestemd, bijvoorbeeld in ledenvergaderingen van huisartsenposten, in besturen en raden van commissarissen van ziekenhuizen, in cliëntenadviesraden en in vergaderingen van aandeelhouders bij sommige zorgaanbieders. Ook specialisten zullen in een samenwerkingsverband wel eens moeten stemmen, bijvoorbeeld in de Vereniging Medische Staf of het stafbestuur.

 Over het algemeen is het duidelijk of een voorstel is aangenomen en kan een precieze telling van de stemmen achterwege blijven. Maar soms kan een stemming behoorlijk spannend zijn, bijvoorbeeld als één stem bepalend is voor de uitslag. Dan wordt het tellen van de stemmen van belang en kunnen vragen ontstaan als mensen zich van stemming hebben onthouden of ‘blanco’ hebben gestemd. Hoe moet dan worden bepaald of de meerderheid is gehaald?

 In de meeste statuten of reglementen is bepaald dat de meerderheid is gehaald indien de helft plus één voor het voorstel heeft gestemd. Als er geen blanco stemmen of onthoudingen zijn, is dit simpel te tellen. Maar stel nu dat er 10 personen zijn, 5 stemmen voor, 1 stemt blanco, 1 onthoudt zich van stemmen en 3 stemmen tegen. Is dan de meerderheid (6) gehaald? Daarvoor moet eerst worden bepaald hoeveel stemmen zijn uitgebracht (11 of 10 of 9) en vervolgens of de voorstemmers in de meerderheid zijn.

 Hoofdregel

De hoofdregel is dat stemonthoudingen en blanco stemmen gelden als een niet uitgebrachte stem, alsof ze dus niet bestaan. Van deze regeling kan in de statuten worden afgeweken. Ook kan in de statuten een onderscheid worden gemaakt tussen onthoudingen en blanco stemmen. In de praktijk leidt dit tot de drie volgende veel voorkomende gevallen.

  1. Geen statutaire regeling: De blanco stem en de onthouding gelden als niet uitgebrachte stem.

 Deze regel is in het voordeel van de voorstemmers, de stem telt niet mee en ze behoeven slechts meer stemmen dan de tegenstemmers om een meerderheid te behalen. In het voorbeeld van hierboven betekent dit het volgende. Er waren 10 stemgerechtigde, de blanco stem en de onthouding tellen niet mee. Er zijn dus 8 geldige stemmen uitgebracht, waarvan 5 stemmen voor zijn uitgebracht. Het voorstel is aangenomen.

 2. Statutaire regeling: De blanco stem of onthouden stem geldt als een uitgebrachte indifferente stem.

 Deze regel is in het nadeel van de voorstemmers. Ook al wordt de stem formeel niet als tegen beschouwd, de voorstemmers hebben nu wel meer stemmen voor nodig om de meerderheid te behalen. In het voorbeeld betekent dit dus, dat er 10 stemmen zijn uitgebracht waarvan 5 stemmen voor zijn uitgebracht. Het voorstel is verworpen want er is geen meerderheid (van 6, de helft plus 1) gehaald.

 Deze uitwerking kan ondervangen worden door in de statuten een regeling op te nemen die bepaalt dat meer stemmen voor dan tegen een besluit moeten zijn. Hiermee krijgen de blanco stemmers en de onthoudingen geen beslissende invloed. In het voorbeeld wordt dus alleen gekeken naar het aantal voorstemmers (5) tegenover het aantal tegenstemmers (3) en het voorstel geldt als aangenomen.  

 3. Statutaire regeling: De blanco stem of onthouden stem geldt als een tegenstem.

 Deze regel is in het nadeel van de voorstemmers. De uitwerking van deze regeling spreekt voor zicht, in het voorbeeld gelden de 2 stemmen die blanco waren of een onthouding als een tegenstem, waar er verder al 3 van waren. Van de 10 stemmen zijn er dus 5 voor en 5 tegen, het voorstel is verworpen want er zijn geen 6 stemmen vóór gehaald.

 Uiteraard is een mix van de bovenstaande opties mogelijk, door bijvoorbeeld voor blanco stemmen te bepalen dat ze meetellen als indifferente stem (optie 2) terwijl onthoudingen gelden als niet uitgebracht (optie 1). Dergelijke regelingen dienen wel duidelijk in de statuten of reglementen neergelegd te worden.

 Unanimiteit

Waar verder nog aandacht aan moet worden geschonken, is de regeling omtrent unanimiteit. Indien unanimiteit vereist is, dient gekeken te worden naar de strekking van de unanimiteit om blanco stemmen en onthoudingen te kunnen wegen. Als de unanimiteit inhoudt dat alle stemgerechtigden vóór moeten stemmen, dan zorgen onthoudingen en blanco te stemmen ervoor dat niet aan dit vereiste is voldaan. Indien de strekking is dat niemand tegen mag stemmen kan een besluit, ondanks een onthouding of blanco stem, nog steeds worden aangenomen. Indien in de statuten of een reglement dus unanimiteit is vereist, is het aan te raden om voor eventuele blanco stemmen en onthoudingen een duidelijke regeling op te nemen.