Boete en Executoriale titel

Soms is het verstandig om aan een verplichting die een persoon in een notariële akte wordt opgelegd een boete te koppelen. Te denken valt aan een leveringsakte van een onroerend goed waarbij de verkoper de verplichting krijgt opgelegd om voor een bepaalde datum nog een aantal (forse) reparaties te verrichten.



Wanneer de verkoper deze verplichting niet nakomt verbeurt hij de boete. Indien hij de boete niet wil betalen zou de koper executoriaal beslag kunnen leggen op onroerende zaken van de verkoper. In een procedure over een dergelijke casus overweegt het Hof in hoger beroep dat aan de grosse van een authentieke (notariële) akte slechts executoriale kracht toekomt met betrekking tot op het tijdstip van het verlijden van de akte reeds bestaande en in de akte omschreven vorderingen, alsmede met betrekking tot toekomstige vorderingen die hun onmiddellijke grondslag vinden in een op het tijdstip van het verlijden van de akte reeds bestaande en in de akte omschreven rechtsverhouding. In de bewuste casus oordeelde het Hof dat de notariële akte geen bepaling bevat waarin wordt geregeld hoe op voor beide partijen bindende wijze wordt vastgesteld dat verkoper zijn verplichtingen uit de koopovereenkomst niet is nagekomen en een boete verschuldigd is geworden. Dan kan namelijk niet op basis van de authentieke akte worden vastgesteld of verkoper een boete is verschuldigd en zo ja hoe hoog die boete is. Omdat in zo’n geval aan de grosse van de notariële akte geen executoriale kracht toekomt kan koper niet op grond hiervan executiemaatregelen nemen.

De les uit deze uitspraak is dus dat de verplichtingen nauwkeurig dienen te worden omschreven terwijl eveneens duidelijk moet kunnen worden vastgesteld of iemand wel of niet deze verplichtingen is nagekomen.