1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Bovengrondse elektriciteitsleiding is een vergunningvrij bouwwerk

Bovengrondse elektriciteitsleiding is een vergunningvrij bouwwerk

In een uitspraak van 21 september 2016 (ECLI:NL:RVS:2016:2503) heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State geoordeeld dat het bevestigen van hoogspanningsleidingen niet als “bouwen” in de zin van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) kan worden aangemerkt. Voor het bevestigen van hoogspanningsleidingen – en vergelijkbare bovengrondse elektriciteitsleidingen – is dan ook geen afzonderlijke omgevingsvergunning voor het “bouwen” vereist.Inzet van het geschilHet college...
Leestijd 
Auteur artikel Jasper Molenaar
Gepubliceerd 10 oktober 2016
Laatst gewijzigd 16 april 2018
In een uitspraak van 21 september 2016 (ECLI:NL:RVS:2016:2503) heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State geoordeeld dat het bevestigen van hoogspanningsleidingen niet als “bouwen” in de zin van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) kan worden aangemerkt. Voor het bevestigen van hoogspanningsleidingen – en vergelijkbare bovengrondse elektriciteitsleidingen – is dan ook geen afzonderlijke omgevingsvergunning voor het “bouwen” vereist.

Inzet van het geschil
Het college van b&w van de gemeente Helmond heeft aan TenneT een omgevingsvergunning verleend voor het vervangen/verplaatsen van verbindingsmasten ten behoeve van het combineren van twee bestaande hoogspanningslijnen. Deze omgevingsvergunning is met eerdere uitspraken van de Afdeling (ECLI:NL:RVS:2013:1455, ECLI:NL:RVS:2013:1454, ECLI:NL:RVS:2013:1457 en ECLI:NL:RVS:2013:1460) in rechte komen vast te staan.

Verzoek om handhaving
De betreffende appellant woont nabij de gerealiseerde combinatiehoogspanningslijn die wordt beheerd door TenneT. De appellant heeft een verzoek om handhaving gedaan met betrekking tot deze combinatiehoogspanningslijn. Volgens hem is gebouwd in afwijking van de omgevingsvergunning dan wel is gebouwd zonder de daarvoor vereiste omgevingsvergunning. Daarnaast wordt gesteld dat het college van b&w heeft gehandeld in strijd met artikel 8 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (het voorzorgsbeginsel). De appellant vreest voor nadelige gevolgen voor de gezondheid van omwonenden, waaronder hijzelf, als gevolg van de combinatiehoogspanningslijn.

Oordeel Afdeling: geen omgevingsvergunning is vereist
Afdeling neemt als vaststaand aan dat de eerder verleende omgevingsvergunning uitsluitend betrekking heeft op het “bouwen” van de hoogspanningsmasten. Bij het verlenen van deze vergunning is de ruimtelijke aanvaardbaarheid en de gezondheidsrisico’s bij het gebruik van de masten voor het ophangen en in werking hebben van geleiders reeds beoordeeld, aldus de Afdeling. De Afdeling heeft die beoordeling in de eerdere uitspraken ook als zodanig getoetst, waaronder aan artikel 8 van het EVRM.

Het ná het oprichten van de hoogspanningsmasten daaraan bevestigen van de hoogspanningsleidingen kan naar het oordeel van de Afdeling niet als “bouwen” in de zin van de Wabo worden aangemerkt. Het begrip bouwwerk is in de Wabo als zodanig niet omschreven. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (zie bijvoorbeeld ECLI:NL:RVS:2012:BX7117) kan voor de uitleg van het begrip “bouwwerk” in de Wabo aansluiting worden gezocht bij de definitie van dit begrip in de modelbouwverordening. Deze definitie luidt: “elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren”. De hoogspanningsleidingen kunnen volgens de Afdeling niet zelfstandig als “bouwwerk” worden aangemerkt, nu het niet gaat om een constructie van enige omvang.

Dat de hoogspanningsleidingen niet los in de masten hangen en daaraan bevestigd zijn leidt evenmin tot de conclusie dat sprake is van “bouwen”. Van bijzondere constructieve voorzieningen die maken dat het om een constructie van enige omvang gaat is naar het oordeel van de Afdeling geen sprake. Kortom: voor de hoogspanningsleidingen is geen omgevingsvergunning vereist. Het college was niet bevoegd daartegen handhavend op te treden.

Ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit Omgevingsrecht
Op 12 september jl. heeft de Minister aan de Tweede Kamer een ontwerpbesluit aangeboden tot wijziging van het Besluit omgevingsrecht. Dit ontwerp beoogt bovengrondse elektriciteitsleidingen als vergunningsvrij bouwwerk aan te merken. Als gevolg van de uitspraak van 21 september 2016 heeft de Minister inmiddels de Tweede Kamer bericht dat de noodzaak van het ontwerpbesluit is komen te vervallen en dat het ontwerp om die reden niet verder in procedure zal worden gebracht.

Wilt u meer weten over vergunningsvrij “bouwen” (in relatie tot elektriciteitsvoorzieningen) en/of handhaving, neem contact op met Jasper Molenaar, advocaat omgevingsrecht, Sectie Vastgoed & Overheid.