Wijziging gebruik en parkeerbehoefte
In een uitspraak van 4 december 2019 (ECLI:NL:RVS:2019:4088) lag ter beoordeling voor een omgevingsvergunning voor het realiseren van negen woningen op de begane grond van een pand. In dit gebouw was voorheen een kinderdagverblijf gevestigd. Het bouwplan is in strijd met het bestemmingsplan, omdat de begane grond uitsluitend voor maatschappelijke voorzieningen mag worden gebruikt én omdat niet kan worden voldaan aan het in het bestemmingsplan en de Nota Parkeernormen opgenomen uitgangspunt dat op eigen terrein in de parkeerbehoefte moet worden voorzien.
Het college van b&w van de gemeente Best verleent de vergunning met toepassing van artikel 4, aanhef en onderdeel 9 van bijlage II van het Besluit Omgevingsrecht (Bor). Deze regeling voorziet er kortgezegd in dat een kruimelomgevingsvergunning kan worden verleend voor een gebruikswijziging van bestaande gebouwen en van bij die bouwwerken aansluitend terrein. De verleende vergunning heeft betrekking op zowel de afwijking van het gebruik als het afwijken van de parkeerregels.
Gebruik kruimelvergunning voor parkeren
Omwonenden betogen dat het college niet bevoegd was om met toepassing van de kruimelregeling een omgevingsvergunning te verlenen voor het afwijken van het bestemmingsplan voor wat betreft parkeren.
De Afdeling gaat daar niet in mee. Artikel 4, aanhef en onderdeel 9 van bijlage II van het Bor biedt het college de mogelijkheid om aan bestaande gebouwen een andere functie te geven. Wijzigingen van het gebruik van een bouwwerk leiden doorgaans tot wijziging van de parkeerbehoefte. Zo ook in deze zaak. De met het bestemmingsplan strijdige wijziging van het gebruik leidt tot strijdigheid met de parkeerregels (het voorzien in parkeerbehoefte op eigen terrein). Gelet op deze samenhang en nu van een andersluidende opvatting van de regelgever niet is gebleken, is de Afdeling van oordeel dat artikel 4 aanhef en onderdeel 9 van het Bor óók grondslag kan bieden voor het verlenen van een omgevingsvergunning voor afwijken van de planregels over parkeren.
Commentaar
Sinds de wijziging van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) op 1 november 2014 moeten de parkeernormen in het bestemmingsplan worden opgenomen. Bij een omgevingsvergunning om te “bouwen” of voor “afwijkend gebruik” moet voldaan worden aan de in het bestemmingsplan opgenomen parkeernormen. Het niet (kunnen) voldoen aan deze normen levert als zodanig een strijdigheid op met het bestemmingsplan. Wanneer een functiewijziging niet past binnen het bestemmingsplan én bovendien leidt tot strijd met de parkeerregels, moeten er in feite twee afwijkingen worden vergund. Het is voor de praktijk goed om te weten dat dit via een kruimelvergunning mogelijk is. De Afdeling ziet in de samenhang tussen de activiteiten voldoende grondslag om artikel 4, aanhef en onderdeel 9 van bijlage II bij het Bor hiervoor te gebruiken, omdat een functiewijziging veelvuldig zal leiden tot een aangepaste parkeerbehoefte. Als daarvoor de kruimelvergunning niet gebruikt zou kunnen worden, dan zou de inzetbaarheid van de kruimelvergunning hierdoor aanzienlijk worden beperkt. De uitspraak van de Afdeling is in lijn met eerdere rechtspraak en de bedoeling van de wetgever, waarin besloten lijkt dat deze vergunning breed inzetbaar is en zeker niet uitsluitend te gebruiken is voor geringe planologische afwijkingen (lees: “kruimels”).
Heef u vragen over kruimelvergunningen? Neem contact op met Marleen Vermeulen.