In onderhavig geschil maakte Czorg Oost B.V. (hierna: “Czorg”) bezwaar tegen de voorlopige selectiebeslissing van de Zorgregio Oost-Veluwe (hierna: “de Zorgregio”). De Zorgregio selecteerde in de selectiefase van de door haar georganiseerde aanbesteding twaalf zorgaanbieders die door mochten naar de gunningsfase. Czorg eindigde op plek vijftien. De Zorgregio berichtte Czorg dat zij niet geselecteerd was en lichtte die beslissing toe in haar selectiebeslissing. Czorg kan zich niet vinden in de selectiebeslissing en meent dat de Zorgregio de geformuleerde beoordelingsmaatstaf onjuist toepast. De voorzieningenrechter oordeelt dat dit niet het geval is en motiveert zijn oordeel als volgt.
De voorzieningenrechter grijpt terug op het (standaard)arrest Succhi di Frutta van het Hof van Justitie van de EU. Van belang is:
- dat voor een kandidaat-inschrijver duidelijk is wat van hem wordt verwacht;
- dat de aanbestedende dienst de inschrijvingen aan de hand van een zo objectief mogelijk systeem beoordeelt;
- dat de gunnings-/selectiebeslissing zodanig inzichtelijk is gemotiveerd dat het voor de afgewezen inschrijvers mogelijk is om de wijze waarop de beoordeling plaatsvond te toetsen.
De voorzieningenrechter vindt dat het duidelijk was wat van een inschrijver wordt verwacht. De beoordelingsmaatstaf, de score en de beschrijving daarbij heeft de Zorgregio opgenomen in de selectieleidraad. De Zorgregio vermeldt uitgebreid op welke onderdelen gegadigden punten kunnen scoren. Het is daarom voldoende duidelijk wat de aanbestedende dienst van inschrijvers verlangt en hoe de beoordelingscommissie de inschrijvingen beoordeelt.
Voorts oordeelt de voorzieningenrechter dat de Regio het systeem met voldoende waarborgen heeft ingericht. Daarbij vindt hij van belang dat de beoordeling wordt uitgevoerd door een beoordelingscommissie waarvan de leden deskundig zijn op verschillende gebieden. Een vakkundige beoordeling van de selectiecriteria is op die manier voldoende gewaarborgd.
Tot slot overweegt de voorzieningenrechter dat hem slechts een beperkte toetsingsvrijheid toekomt om de inhoudelijke beoordeling van de beoordelingscommissie te toetsen. Slechts wanneer de beoordelingscommissie niet in redelijkheid tot haar oordeel heeft kunnen komen en de beoordeling zodanige aperte onjuistheden of onduidelijkheden bevat kan de voorzieningenrechter ingrijpen. Daarvan was in deze procedure geen sprake.
Heeft u vragen over de motivering van een selectiebeslissing of een toegepaste beoordelingsmaatstaf? Dan kunt u contact opnemen met Liz Bras.
