1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. De Omgevingswet; meest actuele stand van zaken

De Omgevingswet; meest actuele stand van zaken

Minister Ollongren heeft de Tweede Kamer vandaag geïnformeerd over de voortgang van de ontwikkeling en implementatie van de Omgevingswet. In de voortgangsbrief worden de volgende onderwerpen behandeld; wetgeving, DSO en implementatie.
Leestijd 
Auteur artikel Jasper Molenaar
Gepubliceerd 27 oktober 2020
Laatst gewijzigd 27 oktober 2020

Wetgeving

De minister laat in de voortgangsbrief weten dat de afronding van de laatste wetgevingsonderdelen op koers ligt om inwerkingtreding op 1 januari 2022 mogelijk te maken. Met de aanvaarding door de Eerste Kamer van het voorstel voor de Aanvullingswet natuur en de afronding van de voorhangprocedure van het aanvullingsbesluit natuur, is de behandeling van het laatste aanvullingsspoor in het parlement afgerond. De wijziging van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het laatste wetgevingsonderdeel dat voorafgaand aan de inwerkingtreding nog in de Kamers moet worden behandeld. Het wetsvoorstel daarvoor zal op 9 november aanstaande in een wetgevingsoverleg in de Tweede Kamer worden behandeld. Verder laat de minister weten dat ook de laatste onderdelen van de onderliggende amvb’s op koers liggen.

  • Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State op het ontwerp van het Aanvullingsbesluit natuur is op 22 oktober ontvangen. Voor de ontwerpen van de Aanvullingsbesluiten grondeigendom, geluid en bodem is het nader rapport in voorbereiding. Na verwerking van het advies van de Raad van State zullen de vier Aanvullingsbesluiten worden gepubliceerd.
  • Op dit moment wordt de laatste hand gelegd aan de vier Aanvullingsregelingen natuur, grondeigendom, geluid en bodem. Hierin wordt de inbreng van de consultaties verwerkt en vinden de afrondende gesprekken plaats met de bestuurlijke partners en betrokken partijen.
  • Het Invoeringsbesluit zal binnenkort worden gepubliceerd in het Staatsblad. De publicatie van de Invoeringsregeling volgt kort daarna.
  • De Wet elektronische publicaties is afgelopen zomer in het Staatsblad gepubliceerd. De volgende stap is dat het bijbehorende besluit en de regelingen worden gepubliceerd. Dit is nodig om het DSO naar behoren te kunnen laten werken.

Stand van zaken afbouw DSO

Op weg naar de inwerkingtreding van de Omgevingswet zijn de inspanningen onverminderd gericht op de afbouw van het basisniveau van de landelijke voorziening van het DSO (DSO-LV). Verschillende gemeenten, provincies en waterschappen en rijkspartijen zijn aan het oefenen. Via het oefenen met de landelijke voorziening DSO ontstaat goed zicht op de werking en wordt inzichtelijk waar verdere verbetering en vulling van het DSO-LV noodzakelijk is. De implementatie van de STOP-TPOD-standaard in de software van de landelijke voorziening is inmiddels ver gevorderd en wordt dit kwartaal afgerond. Dit is nodig om Omgevingswetdocumenten te kunnen tonen op de kaart van het Omgevingsloket. Leveranciers ontwikkelen op basis van deze standaard nu lokale plansoftware voor overheden. Enkele onderdelen van het basisniveau zullen na het eerste kwartaal van 2021 beschikbaar zijn op de oefenomgeving.

Aan het begin van het jaar is er in het kader van de gefaseerde toetsing van het DSO-LV een Gateway Review naar de implementatie van het DSO uitgevoerd. De kern van de aanbevelingen die daaruit voortgekomen is, was om meer te doen om overheden te ondersteunen bij het aansluiten, vullen en oefenen en om duidelijkheid te scheppen over wat, wanneer beschikbaar komt ten aanzien van het DSO. In de beleidsreactie (Kamerstukken I 2019/20, 33118, BC / Kamerstukken II 2019/20, 33118, nr. 139) heeft de minister hiertoe aanvullende maatregelen aangekondigd. In bijlage 2 bij de voortgangsbrief staat een overzicht van de opvolging van de maatregelen. Er is ook een vervolg gateway aangekondigd.

Implementatie

Via de routekaart “Route2022” is een koers uitgewerkt voor het implementeren van de regelgeving en het DSO. Er zijn vijf criteria ontwikkeld waaraan minimaal voldaan moet zijn op het moment van inwerkingtreding:

  1. De omgevingsvisies van provincies en Rijk moeten er zijn. De Nationale Omgevingsvisie is op 11 september gepubliceerd en hierover is op 24 september met de Tweede Kamer het debat gevoerd. Alle provincies hebben hun visies in afrondende procedure.
  2. De omgevingsverordeningen van de provincies moeten gereed zijn. Zodra alle regelgeving van de Omgevingswet is vastgesteld kunnen alle provincies hun omgevingsverordening afronden. Verwachting is dat de ontwerp verordeningen in het tweede kwartaal van 2021 gereed zullen zijn. Voorgesteld wordt om voor drie provincies in aanloop naar de inwerkingtreding alvast de mogelijkheid te creëren om op basis van de Crisis- en herstelwet een verordening met verbrede reikwijdte op te stellen.
  3. Het Rijk, provincies en waterschappen bereiden zich voor op het gebruik van het projectbesluit. Het basisniveau van DSO-LV zal aan het einde van dit jaar gereed zijn om projectbesluiten te tonen.
  4. Bij inwerkingtreding per 1 januari 2022 beschikken alle gemeenten over een omgevingsplan van rechtswege. Dit is opgebouwd uit: i) huidige bestemmingsplannen inclusief afwijkvergunningen die automatisch in DSO worden getoond, ii) de bruidsschat die vanaf eind november beschikbaar komt voor gemeenten en waterschappen die voorziet in een tijdelijke set met regels die nu nog in het Activiteitenbesluit en de Activiteitenregeling staan, iii) enkele gemeentelijke verordeningen met betrekking tot de leefomgeving. Als een gemeente meteen na inwerkingtreding zijn omgevingsplan wil wijzigen, moet de gemeente zijn aangesloten op het DSO via de STOP-aansluiting. Inmiddels hebben 195 gemeenten zich aangemeld voor het realiseren van de aansluiting.
  5. 85% van de bevoegde gezagen en omgevingsdiensten is aangemeld voor de koppeling aan het DSO waarmee vergunningen en meldingen kunnen worden ontvangen. Bij 37% van de organisaties is deze koppeling daadwerkelijk gerealiseerd en de werking ervan getest. 53% van de bevoegde gezagen en omgevingsdiensten is aangemeld voor de koppeling aan het DSO waarmee toepasbare regels kunnen worden aangeleverd. Deze zijn nodig om indienen en aanvragen mogelijk te maken als een organisatie zelf iets vergunningplichtig stelt.

De voortgangsbrief bevat ook een overzicht van de benodigde aansluitingen en welke vulling minimaal vereist is. Voor gemeenten geldt ten aanzien van dit laatste dat de bestaande bestemmingsplannen en andere ruimtelijke plannen automatisch worden ingelezen vanuit RuimtelijkePlannen.nl) en de bruidsschat wordt aangeleverd door het Rijk. Op gemeentelijk niveau is verder van belang dat de toepasbare regels (vragenbomen) beschikbaar zijn voor zover vergunning- of meldingsplichten zijn ingesteld.

Observatie

Uit deze voortgangsbrief blijkt niet heel duidelijk hoe ver met name de gemeenten nu écht zijn met de voorbereidingen. Als bijlage 3 bij de voortgangsbrief is een maandrapportage opgenomen waarin staat afgebeeld welke gemeenten een aanvraag of melding kunnen ontvangen, een omgevingswetbesluit kunnen publiceren en het registreren van vraagbomen. Dit overzicht zegt natuurlijk niets over de vraag wat de verschillende gemeenten tot op heden hebben kunnen doen aan de materiële voorbereiding op de inwerkingtreding qua regels en handelen in de geest van de wet. Dat begint ermee dat gemeenten goed op de hoogte zijn van de inhoud van de wet inclusief de amvb’s en ministeriële regelingen. Dirkzwager heeft voor de overheden en het bedrijfsleven een opleidingscurriculum ontwikkeld om uw organisatie voor te bereiden op de Omgevingswet. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Jasper Molenaar.