1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. De prejudiciële vraag in een civiele procedure

De prejudiciële vraag in een civiele procedure

In mijn artikel van 7 augustus jl. heb ik aandacht besteed aan de eerste prejudiciële vraag die door de rechtbank Utrecht aan de Hoge Raad werd gesteld. De mogelijkheid tot het stellen van de prejudiciële vraag is op 1 juli jl. ingevoerd, maar wat houdt het stellen van een prejudiciële vraag nu precies in en hoe werkt het in de praktijk?Wie stelt een prejudiciële vraag?Op grond van artikel 392 Rv kan een rechter een prejudiciële vraag stellen aan de Hoge Raad. Het is de rechter die beslist of...
Leestijd 
Auteur artikel Dirkzwager
Gepubliceerd 06 november 2012
Laatst gewijzigd 16 april 2018
In mijn artikel van 7 augustus jl. heb ik aandacht besteed aan de eerste prejudiciële vraag die door de rechtbank Utrecht aan de Hoge Raad werd gesteld. De mogelijkheid tot het stellen van de prejudiciële vraag is op 1 juli jl. ingevoerd, maar wat houdt het stellen van een prejudiciële vraag nu precies in en hoe werkt het in de praktijk?

Wie stelt een prejudiciële vraag?
Op grond van artikel 392 Rv kan een rechter een prejudiciële vraag stellen aan de Hoge Raad. Het is de rechter die beslist of een prejudiciële vraag dient te worden gesteld. Hiertoe kan de rechter ambtshalve beslissen, maar dit kan uiteraard ook op verzoek van één der partijen.

Aan welke vereisten moet de prejudiciële vraag voldoen?
Voor het stellen van een prejudiciële vraag gelden een aantal vereisten. Het moet allereerst gaan om een rechtsvraag, feitelijke vragen kunnen niet aan de Hoge Raad worden gesteld. Verder moet de vraag betrekking hebben op een geschil dat is gestoeld op een veelvoorkomend feitencomplex. Alsdan bestaat er maatschappelijk belang om de vraag te beantwoorden zodat al deze soortgelijke geschillen correct en gelijkelijk kunnen worden beslecht. Hierbij kan worden gedacht aan massaschadeclaims, bijvoorbeeld de Dexia affaire etc.

De voordelen van de prejudiciële vraag
Indien een rechter tijdens een rechtbankprocedure een prejudiciële vraag stelt, dan wordt de procedure voor de rechtbank uitgesteld totdat de prejudiciële vraag is beantwoord door de Hoge Raad. Daarna wordt met inachtneming van de antwoorden van de Hoge Raad alsnog door de rechtbank vonnis gewezen. Doordat bij voorbaat een antwoord op een rechtsvraag van de Hoge Raad wordt verkregen is de verwachting dat meer geschillen reeds bij het hof of de rechtbank kunnen worden beslecht. Hierdoor kunnen ellenlange procedures worden voorkomen. Op dit moment kennen wij in Nederland reeds de mogelijkheid van sprongcassatie. Sprongcassatie houdt in dat partijen gezamenlijk afspreken dat zij na het verkrijgen van een vonnis van de rechtbank het geschil voorleggen aan de Hoge Raad. Hiermee wordt de behandeling van het geschil bij het hof overgeslagen. Voor sprongcassatie is dus vereist dat de rechtbank reeds een vonnis heeft gewezen, terwijl wij bij het stellen van een prejudiciële vraag het oordeel van de Hoge Raad wordt verkregen voordat de rechtbank vonnis heeft gewezen. Hierdoor staan daarna voor de betrokken partijen nog alle rechtsmiddelen tegen het vonnis van de rechtbank open.

De Hoge Raad heeft inmiddels een procesreglement vastgesteld met betrekking tot de procedure voor het stellen van prejudiciële vragen. Het procesreglement kan hier worden geraadpleegd.