1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. De taken van de Dienst (het Kadaster) in de ‘grondroerdersregeling’ (WION) (1)

De taken van de Dienst (het Kadaster) in de ‘grondroerdersregeling’ (WION)

Aan ‘de Dienst’ in de zin van de Wion, het Besluit en de Regeling (tezamen de ‘grondroerdersregeling’) zijn diverse taken en verplichtingen opgelegd om kort gezegd kabel- en leidingschades/graafschades te voorkomen. Wat is de rol van de Dienst? Wat mogen andere partijen (zoals de opdrachtgever, beheerder en de grondroerder) van de Dienst verwachten? En welke sancties kunnen aan de Dienst worden opgelegd als zij de grondroerdersregeling niet nakomt?Kerntaak: beheer informatiesysteemMet ‘de Die...
Leestijd 
Auteur artikel Mascha Timpert-de Vries (uit dienst)
Gepubliceerd 01 april 2012
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Aan ‘de Dienst’ in de zin van de Wion, het Besluit en de Regeling (tezamen de ‘grondroerdersregeling’) zijn diverse taken en verplichtingen opgelegd om kort gezegd kabel- en leidingschades/graafschades te voorkomen. Wat is de rol van de Dienst? Wat mogen andere partijen (zoals de opdrachtgever, beheerder en de grondroerder) van de Dienst verwachten? En welke sancties kunnen aan de Dienst worden opgelegd als zij de grondroerdersregeling niet nakomt?

Kerntaak: beheer informatiesysteem
Met ‘de Dienst’ wordt ‘de Dienst voor het kadaster en de openbare registers’ (of korter gezegd: het kadaster) bedoeld. Dit is het vroegere Kabels en Leidingen Informatie Centrum.

Aan de Dienst zijn diverse (deel)taken en verplichtingen opgelegd. De belangrijkste taak van de Dienst is dat zij is belast met het beheer van een elektronisch informatiesysteem waarmee informatie tussen beheerders enerzijds bijvoorbeeld grondroerders en opdrachtgevers anderzijds wordt uitgewisseld.

Vijf deeltaken
De kerntaak van het kadaster laat zich in 5 deeltaken uitsplitsen:

  1. De Dienst registreert zogenoemde beheerpolygonen (dat wil zeggen: de weergave door een beheerder van een aaneengesloten gebied, waarbinnen hij een of meer netten beheert).

  2. Een opdrachtgever, grondroerder, of bestuursorgaan kan de Dienst om gebiedsinformatie (bijvoorbeeld ten behoeve van het voorbereiden van graafwerkzaamheden) verzoeken. Dat verzoek dient aan diverse vereisten te voldoen. Zo moet de verzoeker een oriëntatiepolygoon verstrekken. Dat is een omschrijving van het gebied waarover informatie wordt verzocht. De Dienst verstrekt binnen zeer korte termijn informatie indien om gebiedsinformatie wordt verzocht.

  3. Daarnaast moet een grondroerder zijn voornemen om graafwerkzaamheden te gaan verrichten melden bij het kadaster (de zogenoemde graafmelding, voorheen de Klicmelding). Naast diverse andere eisen moet de graafmelding voorzien zijn van een zogenoemd graafpolygoon. Dat is de weergave door een grondroerder van het gebied, waarbinnen de graaflocatie zich bevindt. De Dienst meldt (ook binnen zeer korte termijn, namelijk ‘onverwijld’) de graafmelding aan de netbeheerders binnen het gebied waar een grondroerder graafwerkzaamheden wil verrichten. Vervolgens verstrekt de Dienst uiterlijk binnen 2 werkdagen aan de grondroerder informatie over de ligging van de netten in dat gebied.

  4. Ook indien de grondroerder een net aantreft dat (a) niet in de door de Dienst verstrekte liggingsgegevens is vermeld of (b) waarvan niet duidelijk is wie de beheerder is of (c) een net dat afwijkt van de liggingsgegevens, moet dat onverwijld bij de Dienst worden gemeld, hetgeen weer verplichtingen voor de Dienst schept. Het kadaster zal dit bij de beheerder(s) in die regio dienen te melden. Bij een onbekend net zal indien niemand zich na 10 dagen als beheerder heeft gemeld, de Dienst e.e.a. bij de gemeente waar het net ligt dienen te melden. Ook registreert de Dienst dan de globale ligging van dat net.

  5. Een andere meldingsplicht is van de beheerders van de netten. Zij dienen jaarlijks het aantal schadegevallen als gevolg van graafwerkzaamheden in het voorafgaande kalenderjaar aan de Dienst te melden. De Dienst neemt een overzicht van de schadegevallen op in het jaarverslag.


Taken samengevat: wat zijn de consequenties van niet-naleving door de Dienst?
De taken van de Dienst laten zich samenvatten als het registreren en verstrekken/doorgeven van informatie over de ligging van netten, voorgenomen (graaf)werkzaamheden en kabel- en leidingschades.

De meeste verplichtingen die in de grondroerdersregeling/Wion staan opgesomd gelden voor de beheerder en de grondroerder. Op niet naleving van de verplichtingen door de beheerder en de grondroerder (en de opdrachtgever) staan bestuursrechtelijke boetes. Op niet naleving door de Dienst staan geen bestuursrechtelijke sancties.

Dat betekent niet dat de Dienst niet (civielrechtelijk) verantwoordelijk en aansprakelijk of schadeplichtig kan zijn voor de niet-naleving van de grondroerdersregeling. Aan de Dienst zijn korte termijnen opgelegd voor het verstrekken en doorgeven van informatie. Indien de Dienst te laat informatie verstrekt, of onjuiste informatie verstrekt, kan dat tot schade leiden bij diverse partijen. Dat kan leiden tot een verplichting die schade te vergoeden, zie ook de in een ander artikel op deze kennispagina genoemde ratio van de grondroerdersregeling: het voorkomen van maatschappelijke kosten van graafincidenten, de veiligheid van het publiek en van betrokkenen, en het milieu.