1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. De WOB en het belang van controle op illegale staatssteun

De WOB en het belang van controle op illegale staatssteun

Het recht van openbaarmaking ingevolge de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) dient uitsluitend het belang van een goede en democratische besluitvorming. Recent heeft de Raad van State geoordeeld dat het belang van controle op illegale staatssteun deel uitmaakt van het belang van een goede en democratische besluitvorming.In verband met de ontwikkeling van een bovenregionaal bedrijventerrein in de gemeente Koggenland (Noord-Holland) verzocht de Stichting en Belangengroep Berkhout is Bòós! Gedep...
Leestijd 
Auteur artikel Dirkzwager
Gepubliceerd 23 september 2010
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Het recht van openbaarmaking ingevolge de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) dient uitsluitend het belang van een goede en democratische besluitvorming. Recent heeft de Raad van State geoordeeld dat het belang van controle op illegale staatssteun deel uitmaakt van het belang van een goede en democratische besluitvorming.

In verband met de ontwikkeling van een bovenregionaal bedrijventerrein in de gemeente Koggenland (Noord-Holland) verzocht de Stichting en Belangengroep Berkhout is Bòós! Gedeputeerde Staten van Noord-Holland om openbaarmaking van het Afsprakenkader (de intentieovereenkomst) en een specifiek besluit van Gedeputeerde Staten. Deze stukken bevatten de financiële afspraken die de -bij de realisatie van het bovenregionale bedrijventerrein betrokken- private partijen met de provincie Noord-Holland hadden gesloten. Gedeputeerde Staten weigerde openbaarmaking. Openbaarmaking zou de economische of financiële belangen van de Provincie in gevaar brengen (artikel 10 lid 2 sub b Wob). Bovendien zou de Provincie van de openbaarmaking last kunnen ondervinden bij toekomstige onderhandelingen over andere bedrijventerreinen (artikel 10 lid 2 sub g Wob). De Stichting en Belangengroep Berkhout is Bòós! maakte tevergeefs bezwaar tegen de weigering tot openbaarmaking van de verlangde stukken. Nadat de rechtbank het beroep van de Stichting en Belangengroep Berkhout is Bòós! ongegrond had verklaard, werd hoger beroep ingesteld bij de Raad van State.

 In de uitspraak van 23 juni 2010 bevestigt de Raad van State allereerst de vaste jurisprudentie dat  het recht van openbaarmaking ingevolge de Wob uitsluitend het belang van een goede en democratische besluitvorming dient. Vervolgens overweegt de Raad van State, en dat is nieuw, dat het belang van controle op illegale staatssteun deel uitmaakt van het belang van een goede en democratische besluitvorming. Dit betekent dat een Wob-verzoek in het teken kan staan van een vermoeden van staatssteun als bedoeld in artikel 107 VWEU.

Mede omdat er uit openbare bronnen (het Kadaster) al informatie beschikbaar was over de ontwikkeling van het bovenregionale bedrijventerrein, ziet de Raad van State niet in hoe openbaarmaking van het Afsprakenkader en het besluit van Gedeputeerde Staten de economische of financiële belangen zou kunnen schaden of zou leiden tot een onevenredige benadeling van de Provincie bij de ontwikkeling van andere bedrijventerreinen. Het hoger beroep wordt daarom gegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank vernietigt. Doende wat de rechtbank had behoren te doen, verklaart de Raad van State het bezwaar tegen weigering tot openbaarmaking gegrond. De Provincie moet dus opnieuw op het bezwaar van de Stichting en Belangengroep Berkhout is Bòós! beslissen.