1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Duurzame ontwrichting van het voorzieningenniveau door inwerkingtreding van een bestemmingsplan niet snel aangenomen

Duurzame ontwrichting van het voorzieningenniveau door inwerkingtreding van een bestemmingsplan niet snel aangenomen

In zijn uitspraak van 14 december 2011 (LJN:BU7914) heeft de Afdeling bestuursrechtspraak de beroepen tegen het bestemmingsplan Piushavengebied 2009 ongegrond verklaard. De Afdeling herhaalt in deze uitspraak wanneer sprake is van duurzame ontwrichting van het voorzieningenniveau.Het plan voorziet in de ontwikkeling van het havengebied tot een aantrekkelijk stadsdeel met een diversiteit aan functies, waaronder detailhandel. De winkeliersvereniging had aangevoerd aan dat het plan voor de branc...
Leestijd 
Auteur artikel Hanna Zeilmaker
Gepubliceerd 20 december 2011
Laatst gewijzigd 16 april 2018
In zijn uitspraak van 14 december 2011 (LJN:BU7914) heeft de Afdeling bestuursrechtspraak de beroepen tegen het bestemmingsplan Piushavengebied 2009 ongegrond verklaard. De Afdeling herhaalt in deze uitspraak wanneer sprake is van duurzame ontwrichting van het voorzieningenniveau.

Het plan voorziet in de ontwikkeling van het havengebied tot een aantrekkelijk stadsdeel met een diversiteit aan functies, waaronder detailhandel. De winkeliersvereniging had aangevoerd aan dat het plan voor de branches sport en spel tot duurzame ontwrichting zal leiden. De Afdeling gaat daar niet in mee, en overweegt, met verwijzing naar haar uitspraken van 10 juni 2009 in zaak nr. 200808122/1/R3 en van 2 december 2009 in zaak nr. 200901438/1/R3 dat voor de vraag of sprake is van een duurzame ontwrichting van het voorzieningenniveau geen doorslaggevende betekenis toekomt aan de vraag of sprake is van overaanbod in het verzorgingsgebied en mogelijke sluiting van bestaande detailhandelsvestigingen. Het doorslaggevende criterium is of voor de inwoners van een bepaald gebied een voldoende voorzieningenniveau behouden blijft in die zin dat zij op een aanvaardbare afstand van hun woonplaats hun dagelijkse boodschappen en hun geregelde inkopen kunnen doen.

De winkeliersvereniging had niet aannemelijk gemaakt dat de mogelijkheden die de bestreden plandelen bieden voor de vestiging van nieuwe detailhandel in de branches sport en spel zullen leiden tot het verdwijnen van een zodanig deel van het winkelaanbod dat voor de inwoners van het verzorgingsgebied wezenlijke beperkingen zullen ontstaan bij het doen van hun dagelijkse inkopen, nog daargelaten de vraag of winkels in deze branche behoren tot winkels waar consumenten hun dagelijkse boodschappen doen. Dat nieuwe detailhandel in genoemde branches kan leiden tot verminderde omzet bij dezelfde branches op een andere locatie, dan wel sluiting van een of meer winkels leidt niet tot een ander oordeel, aangezien een overaanbod, wat daar ook van zij, op zich niet impliceert dat het voorzieningenniveau in de gemeente Tilburg wordt ontwricht. Een te verwachten omzetdaling, zoals ook vermeld in het door de winkeliersvereniging opgestelde rapport,, betekent nog niet dat aannemelijk is dat inwoners niet op aanvaardbare afstand hun dagelijkse boodschappen kunnen blijven doen. Overaanbod en zelfs sluiting van bestaande winkels, zoals hiervoor reeds overwogen, is niet van doorslaggevende betekenis, aldus de Afdeling.

Kortom, van een duurzame ontwrichting van het voorzieningenniveau zal niet snel sprake zijn.