1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Eerste inhoudelijke uitspraak over exploitatieplan!

Eerste inhoudelijke uitspraak over exploitatieplan!

In het door de raad van de gemeente Liesveld vastgestelde bestemmingsplan ontbrak volgens appellant ten onrechte een omschrijving van de werken en werkzaamheden voor het bouwrijp maken, de aanleg van nutsvoorzieningen en het inrichten van de openbare ruimte. Ook ontbrak de exploitatieopzet en informatie over de wijze van toerekening van te verhalen kosten aan de gronden, en was niet duidelijk op welke wijze de beginselen van profijt, toerekenbaarheid en proportionaliteit, nu de geplande voorz...
Leestijd 
Auteur artikel Hanna Zeilmaker
Gepubliceerd 12 januari 2011
Laatst gewijzigd 16 april 2018
In het door de raad van de gemeente Liesveld vastgestelde bestemmingsplan ontbrak volgens appellant ten onrechte een omschrijving van de werken en werkzaamheden voor het bouwrijp maken, de aanleg van nutsvoorzieningen en het inrichten van de openbare ruimte.

Ook ontbrak de exploitatieopzet en informatie over de wijze van toerekening van te verhalen kosten aan de gronden, en was niet duidelijk op welke wijze de beginselen van profijt, toerekenbaarheid en proportionaliteit, nu de geplande voorzieningen ook een belangrijke functie zouden vervullen voor de bestaande woningen, terwijl uit het exploitatieplan leek te volgen dat alle kosten ten laste van het exploitatiegebied zullen worden gebracht.

De appellant had verder nog betoogd dat de indicatieve verkavelingsschets in strijd met art. 3:11 Awb niet ter inzage had gelegen, waardoor niet kan worden vastgesteld of voor de verkaveling reële uitgangspunten waren gehanteerd. Ook was de raming van de planschades ten onrechte niet ter inzage gelegd en waren de in het plan opgenomen kostenposten niet onderbouwd, zodat deze niet konden worden getoetst. Volgens appellanten konden ook de inbrengwaarden niet op juistheid worden getoetst, omdat de in de vergelijking betrokken transacties niet bekend waren.

De Afdeling maakt korte metten met deze (en andere) argumenten. De Afdeling stelt voorop dat het gaat om uit te werken bestemmingen. De in art. 6.13 leden 1 en 2 Wro bedoelde onderdelen van het exploitatieplan kunnen dan ook een globale inhoud hebben. Bij de herziening van het exploitatieplan zullen de daarin opgenomen onderdelen nader worden uitgewerkt. Verder is in artikel 6.15, tweede lid, van de Wro opgenomen dat een uitwerkingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder b, dat gronden bevat waarvoor in het exploitatieplan een globale omschrijving is vastgesteld, niet in werking treedt voordat een herziening van het exploitatieplan met betrekking tot de desbetreffende gronden is vastgesteld en bekendgemaakt. Tegen die herziening van het plan kan een belanghebbende rechtsmiddelen aanwenden.

De volgens appellanten ontbrekende gegevens en onderbouwingen waren opgenomen in de toelichting op de exploitatieopzet, en maakten aldus deel uit van het exploitatieplan. Het exploitatieplan was dus niet in strijd met art. 6.13 van de wet. Gesteld noch gebleken was dat de aannames in de toelichting niet als reëel konden worden aangemerkt. De in de toelichting op het bestemmingsplan opgenomen indicatieve schets had tegelijk met het exploitatieplan ter inzage gelegen, en was volgens de Afdeling toereikend. Het taxatierapport van de inbrengwaarden was opgesteld door een onafhankelijk deskundige taxateur, en in het rapport was de wijze van berekening van de inbrengwaarden toegelicht.

Het exploitatieplan was aldus volgens de Afdeling –evenals het bestemmingsplan- niet in strijd met het recht. (AbRS 12-01-2011, 200906123/1/R1).