1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Ervaring met opdracht voor beoordelingscommissie niet vereist

Ervaring met opdracht voor beoordelingscommissie niet vereist

 Een onafhankelijke beoordelingscommissie kan een goede waarborg zijn voor een objectieve beoordeling van inschrijvingen (zie ook onze update van mei 2010). De Rechtbank Leeuwarden heeft recent overwogen dat de leden van deze commissie geen specifieke ervaring of deskundigheid met de opdracht voor het uitoefenen van deze functie hoeven te hebben (Rb. Leeuwarden 15 december 2010, LJN: BO7618) De zaakHet Wetterskip Fryslân had een openbare Europe aanbestedingsprocedure uitgeschreven voor het le...
Leestijd 
Auteur artikel Joris Bax (uit dienst)
Gepubliceerd 06 januari 2011
Laatst gewijzigd 16 april 2018
 

Een onafhankelijke beoordelingscommissie kan een goede waarborg zijn voor een objectieve beoordeling van inschrijvingen (zie ook onze update van mei 2010). De Rechtbank Leeuwarden heeft recent overwogen dat de leden van deze commissie geen specifieke ervaring of deskundigheid met de opdracht voor het uitoefenen van deze functie hoeven te hebben (Rb. Leeuwarden 15 december 2010, LJN: BO7618)

De zaak
Het Wetterskip Fryslân had een openbare Europe aanbestedingsprocedure uitgeschreven voor het leveren van de dienst slibtransport. De winnaar van de procedure zou een contract voor 5 jaar, met een mogelijke tweemalige verlening van steeds een jaar, worden aangeboden. De aanbesteding betrof 2 percelen, waarbij het kort geding betrekking had op perceel I: slibtransport per tankauto.
Het Wetterskip besloot tot voorlopige gunning aan Berkhof waarop door 3 andere inschrijvers een kort geding werd gestart. De uitspraak behandelt deze 3 zaken gezamenlijk. De belangrijkste overwegingen van de voorzieningenrechter hebben betrekking op het stellen van ervaringseisen, de beoordelingswijze en de samenstelling van de beoordelingscommissie.

De beoordeling
Ervaringseisen en referenties
Door eiseressen wordt bepleit dat de aanbestedingsdocumenten niet transparant zijn over de in te dienen referenties. Zij stellen dat in ieder geval één van de door de winnaar opgegeven referenties niet ziet op bulktransport per tankauto. Uit het aanbestedingsdocument kan volgens hen echter enkel volgen dat de referenties betrekking dienen te hebben op bulktransport per tankauto.

De voorzieningenrechter gaat eerst in op de inhoud van het gelijkheidsbeginsel en het transparantiebeginsel.  Dit toepassend op de casus stelt de voorzieningenrechter dat uit het aanbestedingsdocument expliciet volgt dat inschrijvers gespecialiseerd dienen te zijn in bulktransport per tankauto. Ook uit andere artikelen van het aanbestedingsdocument volgde niet anders dan dat werd gevraagd om referenties met betrekking op bulktransport per tankauto. Voor inschrijvers viel niet in te zien dat, zoals de winnende inschrijver had gedaan, ook referenties ingediend konden worden die zien op bulktransport anders dan per tankauto. Daardoor was de aanbesteding niet (meer) transparant.

Alleen al dit punt heeft ertoe geleid dat de rechter het Wetterskip tot een heraanbesteding heeft geboden, wanneer zij de opdracht alsnog wenst te gunnen. De rechter heeft echter de andere bezwaren van eiseressen alsnog beoordeeld.

De beoordelingssystematiek
Eiseressen stelden dat vooraf niet duidelijk was hoe de door hen ingediende antwoorden zouden worden gewaardeerd. In het aanbestedingsdocument was wel ruimschoots aandacht gegeven aan de weegfactoren en de toe te kennen puntenaantallen. De voorzieningenrechter is echter van mening dat de feitelijke wijze van beoordelen door de beoordelingscommissie zodanig afwijkt van de wijze beschreven in het aanbestedingsdocument dat deze niet meer transparant is. De rechtbank voegt hier aan toe (ro. 4.20):

“Het bij aanbestedingen in acht te nemen transparantiebeginsel strekt ook weer niet zo ver dat – voorafgaande aan de beoordeling – de inschrijvers op de hoogte moeten worden gebracht van de wijze waarop per (sub)gunningscriterium de verschillende mogelijke antwoorden zullen worden gewaardeerd” (onderstreping JB)

Hieruit volgt dat voor inschrijvers vooraf duidelijk moet zijn welke weging en puntenaantallen wordt toegekend aan de verschillende aspecten van de inschrijving. De wijze van beoordeling, de feitelijke toekenning van de punten per (sub)gunningscriterium en de verdeling daarvan, hoeft echter niet vooraf tot in detail aan inschrijvers bekend te worden gemaakt.

Selectiecriteria als gunningscriteria
Daarnaast had het Wetterskip “werkgeverschap” als gunningscriterium gebruikt. Eiseressen stelden dat hier geen sprake was van een gunningscriterium maar een selectiecriterium, wat ontoelaatbaar zou zijn. De rechtbank begint met te stellen dat aan een aanbestedende dienst een grote vrijheid toekomt bij het vaststellen van gunningscriteria wanneer zij de economisch meest voordelige inschrijving hanteert. Waar eiseressen een zeer strikte scheiding tussen selectie- en gunningscriteria beargumenteren, stelt de rechtbank vast dat (ro. 4.23):

“Een rigide toepassing van de door eiseressen voorgestane scheiding tussen geschiktheideisen en gunningscriteria in die zin dat gunningscriteria die de persoon van de aanbieder raken onrechtmatig zijn, zou een aanbestedende dienst bij een aanbesteding als de onderhavige te zeer beknotten in haar vrijheid criteria te formuleren op grond waarvan de kwaliteit van de aanbieding en daarmee de waarde ervan kan worden beoordeeld, en vindt ook geen steun in de (Europese) jurisprudentie.” (onderstreping JB)

Een selectiecriterium kan als gunningscriterium worden gehanteerd wanneer er een direct verband wordt aangetoond met de opdracht. De rechtbank is van mening dat het Wetterskip dit onvoldoende heeft aangetoond en dat het criterium “werkgeverschap” derhalve (waarschijnlijk) niet gehanteerd mag worden.

Een van eiseressen heeft de opdracht de laatste jaren voor het Wetterskip uitgevoerd en stelt dat het Wetterskip op basis van deze ervaringen haar inschrijving moest beoordelen. Eiseres had deze ervaringen echter niet in haar inschrijving betrokken. De rechtbank volgt deze redenering niet. Zij stelt het Wetterskip in het gelijk en oordeelt dat een aanbieding niet op voorafgaande ervaringen beoordeeld mag worden indien deze niet in de inschrijving zijn betrokken. De beoordeling moet volledig afhangen van de inschrijving.

De beoordelingscommissie
Ten slotte maken eiseressen bezwaar tegen de samenstelling van de beoordelingscommissie. Zij beargumenteren dat een beoordelingscommissie moet bestaan uit personen die ervaring, dan wel specifieke deskundigheid, hebben met de opdracht die wordt aanbesteed. Volgens de voorzieningenrechter is voldoende dat de leden van de beoordelingscommissie (ro. 4.36):

“uit hoofde van hun functie en/of ervaring ieder over materiedeskundigheid en ervaring beschikt die relevant is voor het onderwerp van de aanbesteding. Niet vereist is (…) dat de leden van de beoordelingscommissie ervaring moeten hebben met de opdracht die wordt aanbesteed (…).” (onderstreping JB)

Wanneer de leden van de beoordelingscommissie uit hoofde van hun functie of deskundigheid ervaring hebben met het onderwerp van de aanbesteding, is aangetoond dat zij voldoende objectief een inschrijving kunnen beoordelen.

Commentaar
De uitspraak bevestigt dat eisen en criteria ondubbelzinnig in het aanbestedingsdocument moeten worden opgenomen. Uiteraard dient de uiteindelijke beoordeling niet af te wijken van de vooraf kenbaar gemaakte beoordelingssystematiek.
Het aanstellen van een beoordelingscommissie is raadzaam aangezien het een objectieve beoordeling (meer) mogelijk maakt. De samenstelling van die commissie hoeft volgens deze uitspraak niet tot hoofdbrekens te leiden. Zo is het voldoende wanneer er personen deel van uitmaken die evaring hebben met het onderwerp van de opdracht, maar niet specifiek met de opdracht zelf.