Bevoegdheid van de burgemeester tot het opleggen van een gebiedsverbod
De bevoegdheid om een gebiedsverbod op te leggen is vastgelegd in artikel 172a van de Gemeentewet. Dit artikel noemt drie situaties waarin zo'n maatregel mogelijk is:
- Wanneer iemand herhaaldelijk, alleen of in groepsverband, de openbare orde heeft verstoord.
- Wanneer iemand de openbare orde één keer, maar ernstig heeft verstoord.
- Wanneer iemand een leidende rol heeft gespeeld bij een (ernstige) groepsgewijze verstoring van de openbare orde.
Daarnaast is vereist dat er een vrees bestaat voor verdere verstoring. Die vrees moet concreet onderbouwd kunnen worden: het moet gaan om aanwijsbare aanwijzingen dat opnieuw orde verstorend gedrag zal plaatsvinden. Denk bijvoorbeeld aan:
- Het ontbreken van gedragsverandering bij de betrokkene[1]
- Eerdere, soortgelijke incidenten
- Betrokkenheid bij een notoire overlast gevende groep[2]
Voorbeelden van situaties waar gebiedsverboden zijn opgelegd zijn onder andere het dealen in harddrugs, bedelen en agressief gedrag vertonen en gedrag vertonen dat in de openbare ruimte tot ruzie leidt. Vaak is het de politie die de burgemeester in een proces-verbaal of bestuurlijke rapportage informeert welke incidenten hebben plaatsgevonden.
Grenzen aan een gebiedsverbod van de burgemeester
Een gebiedsverbod is een vergaande maatregel. De burgemeester moet daarom zorgvuldig toetsen of het verbod:
- Noodzakelijk is voor het handhaven van de openbare orde
- Proportioneel is in verhouding tot de situatie
- Subsidiair is, oftewel: of er geen minder ingrijpende maatregel volstaat
In de praktijk gaat de discussie vaak over de omvang en de duur van het gebiedsverbod. Beide moeten goed gemotiveerd zijn.
Omvang van het gebiedsverbod
Het gebiedsverbod hoeft niet te worden beperkt tot de exacte locatie van het incident. Ook een groter gebied, zoals een wijk, kan onder het verbod vallen.[3] Hoe groter het gebied, hoe belangrijker het is dat de gemeente dit goed onderbouwt.[4] Belangrijk hierbij is onder andere dat incidenten die buiten het beoogde gebied hebben plaatsgevonden slechts beperkt mee kunnen tellen bij de motivering.[5]
Duur van het gebiedsverbod
De duur van het gebiedsverbod moet passen bij de ernst en frequentie van de overlast. Bij langdurige of structurele problemen kan zelfs een verbod van drie maanden worden opgelegd.[6]
Recht op zienswijze en mogelijkheid tot ontheffing
Buiten spoedeisende gevallen moet de burgemeester de betrokkene eerst in de gelegenheid stellen een zienswijze in te dienen. Dit biedt ruimte voor persoonlijke omstandigheden die aanleiding kunnen geven om af te zien van het gebiedsverbod, of om het in omvang of duur te beperken.
Moet de betrokkene toch in het gebied zijn, bijvoorbeeld voor werk of medische afspraken? Dan kan hiervoor een ontheffing worden verleend.[7] Dat is geen reden om het verbod zelf achterwege te laten.
Een gebiedsverbod vereist zorgvuldige afweging en heldere motivering
Voor gemeenten is het gebiedsverbod een krachtig instrument om de openbare orde te beschermen, zeker in situaties waar andere maatregelen tekortschieten. Tegelijkertijd vereist het opleggen ervan een zorgvuldige afweging en een heldere motivering, juist vanwege de ingrijpende gevolgen voor de betrokkene. Wij ondersteunen overheden bij het juridisch onderbouwen van gebiedsverboden, het opstellen van besluiten en het voeren van eventuele procedures.

Vragen over de toepassing van artikel 172a Gemeentewet of behoefte aan strategisch advies?
[1] Kamerstukken II 2007/08. 31 467, nr. 3, p. 6.
[2] Rechtbank Oost-Brabant (Vrz) 3 juni 2015, ECLI:NL:RBOBR:2015:3231.
[3] Zie bijvoorbeeld: ABRvS 27 juni 2018, ECLI:NL:RVS:2018:2112.
[4] Vgl. Rechtbank Oost-Brabant 18 juni 2024, ECLI:NL:RBOBR:2024:2588, r.o. 21. Vgl. ook: Rechtbank Overijssel 23 december 2024, ECLI:NL:RBOVE:2024:6940.
[5] Rechtbank Oost-Brabant 18 juni 2024, ECLI:NL:RBOBR:2024:2588.
[6] Raad van State 30 juni 2021, ECLI:NL:RVS:2021:1418. Zie ook: Rechtbank Utrecht 18 mei 2011, ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ5186I.
[7] Zie o.a. Rechtbank Overijssel 14 december 2023, ECLI:NL:RBOVE:2023:5144, 7.4.