Wanneer moeten jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen voldoen aan de eisen op het gebied van de bestuursstructuur?
Het nieuwe artikel 4.1.1 van de Jeugdwet verplicht gecertificeerde instellingen en jeugdhulpaanbieders om te voldoen aan diverse eisen op het gebied van de bestuursstructuur, waaronder het instellen van een onafhankelijke interne toezichthouder.
- Voor jeugdhulpaanbieders geldt de verplichting om aan de eisen te voldoen op het moment dat zij:
- (i) met meer dan tien jeugdhulpverleners jeugdhulp met verblijf verlenen c.q. doen verlenen of;
- (ii) met meer dan vijfentwintig jeugdhulpverleners ambulante jeugdhulp verlenen c.q. doen verlenen.
De verplichting geldt ongeacht de rechtsvorm van de jeugdhulpaanbieder en ongeacht de schaal waarop deze actief is (lokaal, regionaal of landelijk).
- Voor gecertificeerde instellingen geldt de verplichting om aan de eisen te voldoen altijd, ongeacht het type jeugdhulp dat zij uitvoeren en ongeacht het aantal jeugdhulpverleners.
Zijn er uitzonderingen op de verplichting om te voldoen aan de bestuursstructuurvereisten?
Op grond van artikel 4.4.1 lid 2 Jeugdwet kunnen bepaalde categorieën jeugdhulpaanbieders bij algemene maatregel van bestuur (AMvB) worden uitgezonderd van deze verplichting, bijvoorbeeld wanneer het toezicht al op andere wijze is geborgd of de verplichting disproportioneel wordt geacht. Volgens de concept-AMvB zullen vooralsnog alleen jeugdhulpaanbieders die uitsluitend jeugdhulp verlenen in de vorm van vervoer van jeugdigen en gemeenten die zelf jeugdhulp verlenen worden uitgezonderd.
Welke eisen stelt de Wvbj aan de bestuursstructuur van jeugdhulpaanbieders en instellingen?
De jeugdhulpaanbieder of gecertificeerde instelling die moet voldoen aan de eisen op het gebied van de bestuurstructuur moet:
- (a) een interne toezichthouder (raad van toezicht) instellen die toezicht houdt op het beleid en de algemene gang van zaken van de dagelijkse of algemene leiding (het bestuur) van de jeugdhulpaanbieder of gecertificeerde instelling en de dagelijkse of algemene leiding met raad ter zijde staat;
- (b) zorgen dat toezichthouders niet tegelijkertijd bestuurder zijn van de jeugdhulpaanbieder of gecertificeerde instelling. Ook mag een toezichthouder niet tevens de burgemeester of wethouder zijn die verantwoordelijk is voor de jeugdhulp;
- (c) bevorderen dat minimaal één lid van de interne toezichthouder een ervaringsdeskundige is. Dat kan zijn:
- (i) een persoon aan wie jeugdhulp is verleend
- (ii) de ouder van een persoon aan wie jeugdhulp is verleend, of
- (iii) een persoon die werkzaam is geweest als jeugdarts, jeugdhulpverlener of medewerker van een gecertificeerde instelling.
- (d) zorg dragen voor een zodanige samenstelling van de interne toezichthouder dat de leden ten opzichte van elkaar, het bestuur van de jeugdhulpaanbieder of gecertificeerde instelling en welk deelbelang dan ook onafhankelijk en kritisch kunnen opereren
- (e) de verantwoordelijkheidsverdeling tussen de interne toezichthouder en het bestuur vastleggen en zorgdragen voor een conflictregeling
Welke aanvullende eisen gelden voor de interne toezichthouder en raad van toezicht?
Ja, in de concept-AMvB zijn nadere eisen uitgewerkt voor de interne toezichthouder, vergelijkbaar met de regels die gelden voor zorgaanbieders. De nadere eisen hebben in ieder geval betrekking op:
- (i) de waarborging van de onafhankelijke taakvervulling door de interne toezichthouder;
- (ii) de samenstelling van de interne toezichthouder;
- (iii) het verstrekken van inlichtingen en gegevens aan de interne toezichthouder; en
- (iv) de taken en bevoegdheden van de interne toezichthouder.
De concept-AMvB bepaalt onder meer dat de interne toezichthouder moet bestaan uit tenminste drie natuurlijke personen en dat toezichthouders voor maximaal vier jaar kunnen worden benoemd, met maximaal één herbenoeming. Een toezichthouder kan dus voor een maximale al dan niet aaneengesloten periode van acht jaar benoemd worden.
Ook bevat het concept-Besluit een lijst onafhankelijkheidseisen voor individuele toezichthouders die tot doel hebben om (de schijn van) financiële, personele en/of familiale belangenverstrengeling tussen de leden van de intern toezichthouder en de dagelijkse of algemene leiding te voorkomen.
Wat moeten jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen doen?
De verplichting om te voldoen aan de eisen op het gebied van de bestuursstructuur zullen, indien van toepassing, vanaf 1 januari 2026 gaan gelden. Dat betekent dat jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen die aan de eisen moeten voldoen per deze datum een interne toezichthouder in moeten stellen.
De eisen die worden gesteld aan de bestuursstructuur dienen op grond van artikel 4.1.1 lid 3 ook schriftelijk te worden vastgelegd. Uit de Memorie van Toelichting bij de Wbvj volgt dat vastlegging in de statuten van een jeugdhulpaanbieder of gecertificeerde instelling dient te geschieden.
Contact
Wilt u weten of de verplichting tot het instellen van een interne toezichthouder ook voor uw jeugdhulporganisatie geldt? Uw statuten laten checken? Of vraagt u zich af of uw zittende toezichthouders wel voldoen aan de aangescherpte onafhankelijkheidseisen? Neem contact met ons op.