Wet verbetering beschikbaarheid jeugdzorg | Blog 6: Centrale toezichthoudende rol NZa

28 oktober 2025

Naar aanleiding van geconstateerde structurele knelpunten in de jeugdhulp en jeugdzorg is de Wet verbetering beschikbaarheid jeugdzorg ingediend en 7 oktober 2025 door de Eerste Kamer aangenomen. De wet beoogt de beschikbaarheid, continuïteit en kwaliteit van jeugdhulp en van gecertificeerde instellingen (voor kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering) duurzaam te verbeteren. In deze blog gaan we in op de introductie van een centrale toezichthoudende rol voor de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) in de jeugdhulpsector.

In dit artikel

NZa krijgt centrale rol in toezicht op jeugdzorg

De Wvbj heeft tot doel de beschikbaarheid, continuïteit en kwaliteit van jeugdzorg duurzaam te verbeteren. Tot nu toe ontbrak in de jeugdzorg een landelijke toezichthouder met een integraal beeld van de sector. Gemeenten hielden lokaal toezicht, terwijl de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) en de Inspectie Justitie en Veiligheid (JenV) toezicht hielden op kwaliteit en veiligheid van de jeugdzorg. De wetgever heeft geconstateerd dat dit versnipperde toezicht leidde tot een gebrek aan samenhang en vroegtijdige signalering van risico’s op regionaal en/of landelijk niveau, met name op het gebied van de beschikbaarheid van (specialistische) jeugdzorg en financiële continuïteit van jeugdhulpaanbieders. De NZa krijgt daarom in de Wvbj een centrale, onafhankelijke rol bij het bewaken van het stelsel.

Welke bevoegdheden krijgt de NZa voor haar nieuwe centrale toezichthoudende rol?
De NZa, die in het kader van haar taak om toe te zien op de betaalbaarheid, toegankelijkheid en transparantie van zorg al toeziet op de Zorgverzekeringswet (Zvw) en de Wet langdurige zorg (Wlz), krijgt binnen de Jeugdwet drie kerntaken. Deze bespreken wij hierna achtereenvolgens.

1. Stelselonderzoek - NZa brengt risico’s in jeugdzorg in kaart

De NZa gaat op grond van artikel 9a.1 Jeugdwet periodiek stelselonderzoek uitvoeren om risico’s en knelpunten in de beschikbaarheid van jeugdzorg in beeld te brengen. Dit onderzoek richt zich op factoren die invloed hebben op, of een rol kunnen spelen bij, de beschikbaarheid van jeugdzorg, met als doel vroegtijdig inzicht te krijgen in mogelijke tekorten. Uit artikel 9a.1, eerste lid, Jeugdwet volgt dat de NZa het onderzoek onder meer kan richten op:

  • Het aanbod van jeugdhulp en gecertificeerde instellingen (GI’s) en de verwachte ontwikkelingen daarin
  • De vraag naar jeugdhulp, kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering, inclusief de verwachte ontwikkelingen
  • De aansluiting tussen vraag en aanbod van jeugdhulp, kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering, en de risicofactoren die deze aansluiting kunnen belemmeren
  • De totstandkoming van overeenkomsten tussen gemeenten of jeugdregio’s enerzijds en jeugdhulpaanbieders of gecertificeerde instellingen anderzijds, waaronder de prestaties, prijzen en voorwaarden die daarin worden vastgelegd
  • De wijze waarop hoofd- en onderaannemers contracteren, inclusief gemaakte afspraken over prestatie, prijsstelling en overige voorwaarden
  • De ontwikkeling van kosten binnen de jeugdzorg
  • De invloed van de toegang tot jeugdzorg op de snelheid waarmee hulp of maatregelen kunnen worden ingezet en
  • De borging van continuïteit van zorg bij de overgang van een oude naar een nieuwe aanbieder of instelling.

2. Vroegsignalering - bij dreigende tekorten in specialistische jeugdzorg

Verder krijgt de NZa de taak om op basis van artikel 9a.2 Jeugdwet vroegtijdig risico’s te signaleren die de beschikbaarheid van (met name specialistische) jeugdzorg kunnen bedreigen.

Het gaat daarbij zowel om situaties waarin gemeente, Jeugdregio’s of landelijke contracterende organisaties er niet in slagen tijdig voldoende specialistische jeugdzorg te contracteren, als om situaties waarin aanbieders of GI’s de gecontracteerde zorg niet (meer) tijdig kunnen leveren. De gedachtegang hierachter is dat wanneer risico’s in de jeugdzorg vroegtijdig gesignaleerd worden, tijdig ingegrepen kan worden.

De NZa krijgt uitdrukkelijk niet tot taak om in te grijpen naar aanleiding van door haar gesignaleerde risico’s. De NZa signaleert en, waar nodig, adviseert op grond van artikel 9a.3 Jeugdwet aan betrokken partijen, zoals gemeenten en/of aanbieders wanneer risico’s in de jeugdhulp dreigen te ontstaan, maar de betrokkenen blijven zelf verantwoordelijk voor het aanpakken van de risico’s. Als blijkt dat een gemeente onvoldoende inspanningen verricht om de gesignaleerde risico’s aan te pakken, dan informeert de NZa de minister hierover (artikel 9a.3, vierde lid onder b, Jeugdwet). Het Rijk kan vervolgens middels interbestuurlijk toezicht ingrijpen bij gemeenten. Het ligt voor de hand dat dit middel slechts in zeer vergaande situaties ingezet zal worden.

Informatie als brandstof voor stelselonderzoek en vroegsignalering

Voor een goede uitvoering van haar nieuwe taken heeft de NZa toegang tot de juiste informatie nodig. Voor haar vroegsignaleringstaak geldt dat onder andere de colleges, Jeugdregio’s en jeugdhulpaanbieders verplicht zijn om bepaalde gegevens aan te leveren (artikel 71b, eerste lid, Wmg). Welke gegevens dat precies zijn, en of die periodiek of incidenteel moeten worden verstrekt, bepaalt de wetgever later bij ministeriële regeling. De wetgever is voornemens om dit te regelen in artikel 8g van de Regeling Jeugdwet. Op basis daarvan zal de NZa jaarlijks informatie ontvangen van de Jeugdregio’s en de landelijk werkende organisaties over de gecontracteerde of gesubsidieerde jeugdhulpaanbieders en GI’s, inclusief de vormen van specialistische jeugdhulp en jeugdbescherming die zij leveren. Deze gegevens vormen een belangrijke basis voor de vroegsignaleringstaak van de NZa.

Daarnaast breidt de NZa haar bestaande meldpunt uit voor signalen over beschikbaarheidsproblemen in de jeugdzorg. Het meldpunt staat open voor iedereen, maar is niet bedoeld als klachtenprocedure. Het is een middel voor de NZa om op de hoogte te geraken van signalen. Jeugdhulpaanbieders, gecertificeerde instellingen, colleges en jeugdregio’s zijn op grond van artikel 9a.2, vierde lid, Jeugdwet verplicht een melding te doen zodra zij een tekort signaleren of voorzien in de jeugdzorg.

Voor wat betreft het uitvoeren van stelselonderzoek, zal de NZa zoveel mogelijk gebruikmaken van bestaande en openbare informatie. Denk daarbij aan gegevens die al beschikbaar zijn vanuit de vroegsignaleringstaak en informatie waarover de NZa reeds beschikt vanuit haar toezicht op de zorg op grond van de Zvw en de Wlz. Ook wisselen de verschillende toezichthouders, zoals Inspectie Justitie en Veiligheid en de IGJ, informatie over toezicht onderling uit op grond van artikel 71f, eerste lid, Wmg. Wanneer nodig kan de NZa aanvullende informatie verlangen bij het college, Jeugdregio’s, jeugdhulpaanbieders of GI’s om het stelselonderzoek goed te kunnen uitvoeren. Die bevoegdheid krijgt zij in het nieuwe artikel 71c, eerste lid, Wmg. Op basis van dit artikel mag de NZa overigens ook in het kader van haar vroegsignaleringstaak extra gegevens opvragen ter aanvulling op de informatie die zij reeds aangeleverd krijgt op grond van de Wmg.

3. NZa houdt toezicht op financiële bedrijfsvoering en verantwoording in jeugdzorg

Tot slot gaat de NZa toezicht houden op de naleving van de nieuwe verplichtingen die uit de Wvbj voortvloeien. Dit ziet met name op de verplichtingen tot een transparantie financiële bedrijfsvoering en de jaarlijkse openbaarmaking van de jaarverantwoording, maar ook op de naleving van de hiervoor vermelde informatieverplichtingen aan de NZa in het kader van het stelselonderzoek en vroegsignalering.

De NZa krijgt hiervoor de volgende handhavingsbevoegdheden:

  • Zij kan een aanwijzing geven (artikel 78h Wmg)
  • Zij kan een last onder dwangsom of bestuursdwang opleggen (artikel 82 Wmg); en
  • Als ultimum remedium kan zij een bestuurlijke boete opleggen (artikel 93 Wmg).

Tegenover gemeenten, jeugdregio’s en GI’s heeft de NZa geen directe sanctiebevoegdheden. In die gevallen kan de NZa haar bevindingen melden aan de ministers van VWS of JenV, die via interbestuurlijk toezicht verdere maatregelen kunnen treffen.

Verbindende schakel tussen lokaal en landelijk toezicht jeugdzorg

Met de introductie van een centrale toezichthoudende rol voor de NZa krijgt zij de taak om landelijk overzicht te bieden in de jeugdhulpsector, risico’s in de jeugdhulp vroegtijdig te signaleren en naleving van financiële en organisatorische verplichtingen van jeugdhulpaanbieders en GI’s te bewaken. Daarmee vormt zij een belangrijke nieuwe schakel tussen lokale uitvoering en landelijk systeemtoezicht. Wilt u meer weten over de rol van de NZa? Neem contact met ons op.

Dit artikel is onderdeel van een reeks

Gerelateerd

Wet verbetering beschikbaarheid jeugdzorg | Blog 5: Eisen aan bedrijfsvoering en jaarverantwoording jeugdhulpaanbieders

Naar aanleiding van geconstateerde structurele knelpunten in de jeugdzorg - waaronder jeugdhulp, kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering vallen - is...

Wet verbetering beschikbaarheid jeugdzorg | Blog 4: Verplichte bestuursstructuur en raad van toezicht

Naar aanleiding van geconstateerde structurele knelpunten in de jeugdzorg - waaronder jeugdhulp, kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering vallen - is...

Wet verbetering beschikbaarheid jeugdzorg | Blog 3: Regiovisie en inspraak van jeugdigen

Naar aanleiding van geconstateerde structurele knelpunten in de jeugdzorg - waaronder jeugdhulp, kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering vallen - is...

September update: woningsluiting na vondst wapen of explosief?

Woningsluitingen komen in Nederland geregeld voor. Alleen al in de afgelopen maand zijn ruim twintig uitspraken gepubliceerd waarin de sluiting van een woning...

Afdeling doet uitspraak over artikel 5.2 lid 3 van de Wet open overheid

Enige tijd geleden heeft Staatsraad advocaat-generaal Wattel op verzoek van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State een conclusie (lees: advies)...
Verplichte samenwerking jeugdzorg

Wet verbetering beschikbaarheid jeugdzorg | Blog 2: verplichte regionale samenwerking: de jeugdregio

Naar aanleiding van geconstateerde structurele knelpunten in de jeugdzorg - waaronder jeugdhulp, kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering vallen - is...
No posts found