Hier vindt u een overzicht van belangrijke juridische uitspraken op het gebied van de gezondheidszorg die in de maand juni 2025 zijn gepubliceerd. Voor iedere zaak geven we een korte samenvatting en de belangrijkste conclusies.
Wet langdurige zorg (Wlz)
Rechtbank Den Haag 12-06-2025 (datum publicatie: 27-06-2025) ECLI:NL:RBDHA:2025:10960
Eiseres verzoekt om een Wlz-indicatie, maar het CIZ wijst deze af omdat er op basis van het medisch advies niet kan worden vastgesteld of er sprake is van een 24-uurs zorgbehoefte. Het is aan de belanghebbende om medische stukken te overleggen die het medisch advies weerleggen.
Kernpunt: Een verzekerde heeft alleen recht op zorg op grond van de Wlz indien er sprake is van een blijvende behoefte aan permanent toezicht of 24-uurs zorg, ter voorkoming van escalatie of ernstig nadeel.
Centrale Raad van Beroep 12-06-2025 (datum publicatie: 24-06-2025) ECLI:NL:CRVB:2025:902
Op basis van zijn beleidsregel heeft het CIZ aangenomen dat de zorg voor appellant onder de gebruikelijke zorg valt en dus geen Wlz-zorg is. Naar het oordeel van de Raad dient het CIZ dit besluit te herroepen omdat de beleidsregel te beperkt is.
Kernpunt: Gebruikelijke zorg moet beoordeeld worden op basis van tijd en intensiteit, niet uitsluitend op grond van vaste categorieën in beleidsregels.
Rechtbank Rotterdam 17-06-2025 (datum publicatie: 23-06-2025) ECLI:NL:RBROT:2025:7113
De voorzieningenrechter oordeelt dat de zorginstelling haar beslissing om een vrouw met een verstandelijke beperking intern te verhuizen voldoende heeft onderbouwd met zorginhoudelijke en organisatorische argumenten.
Kernpunt: Een zorginstelling mag, ook zonder instemming van de mentor, iemand met een zorgindicatie intern verhuizen als het besluit zorgvuldig is gemotiveerd en redelijk is.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant 13-06-2025 (datum publicatie 18-06-2025) ECLI:NL:RBZWB:2025:3730
De rechtbank verklaart het beroep van eiser tegen de afwijzing van Wlz-zorg niet-ontvankelijk omdat er geen procesbelang meer is na een nieuwe, inmiddels onherroepelijke afwijzing. Wel kent de rechtbank een schadevergoeding van €1.000 toe wegens overschrijding van de redelijke termijn door zowel het CIZ als de rechtbank.
Kernpunt: Een beroep zonder actueel belang is niet-ontvankelijk, maar trage besluitvorming kan alsnog leiden tot schadevergoeding wegens schending van de redelijke termijn.
Centrale Raad van Beroep 28-05-2025 (datum publicatie: 17-06-2025) ECLI:NL:CRVB:2025:873
Appellant verzette zich tegen het betalen van een Wlz-eigen bijdrage omdat hij naar eigen zeggen onvoldoende zorg ontving. De Raad oordeelt echter dat het CAK terecht de bijdrage heeft opgelegd: de geleverde zorg kwalificeert als Wlz-zorg.
Kernpunt: De verplichting tot betaling van een Wlz-eigen bijdrage blijft ook bestaan als de zorg niet voldoet aan de verwachtingen van de cliënt maar wel als Wlz-zorg kwalificeert.
Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz)
Rechtbank Amsterdam 10-06-2025 (datum publicatie: 27-06-2025) ECLI:NL:RBAMS:2025:3866
Een GGZ-instelling heeft terecht het rookverbod tijdens begeleid wandelen opgelegd. Begeleid wandelen valt onder de behandeling en dus onder de huisregels. Het verbod is proportioneel en beschermt medewerkers en de behandelomgeving.
Kernpunt: Een rookverbod tijdens begeleid wandelen is toegestaan als onderdeel van de behandeling, de huisregels kunnen ook van toepassing zijn buiten de zorginstelling.
Hoge Raad 27-06-2025 (datum publicatie: 27-06-2025) ECLI:NL:HR:2025:1004
De Hoge Raad oordeelt dat iemand die vrijwillig in een instelling verbleef, niet mag klagen over de beëindiging van zorg via de klachtenregeling van de Wvggz. Klachten over de beëindiging van vrijwillige zorg kunnen in de klachtenprocedure van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) aan de orde worden gesteld.
Kernpunt: Wie vrijwillig in zorg is, kan het ontslag daaruit niet aanvechten via de Wvggz-klachtenprocedure; die is alleen bedoeld voor situaties met gedwongen zorg,
Rechtbank Den Haag 26-05-2025 (datum publicatie: 26-06-2025) ECLI:NL:RBDHA:2025:10874
De rechtbank Den Haag verleent een zorgmachtiging van drie maanden aan een man met vermoedelijke psychiatrische en neurocognitieve problematiek. Omdat nog onduidelijk is of de zorg moet plaatsvinden onder de Wvggz of de Wzd, kiest de rechtbank voorlopig voor de Wvggz, waarbij behandeling en diagnostiek op de voorgrond staan.
Kernpunt: Bij onduidelijke multiproblematiek moet het juridisch kader worden bepaald op basis van welke probelmatiek voorliggend is.
Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 10-04-2025 (datum publicatie 26-06-2025) ECLI:NL:GHSHE:2025:1008
Het verzoek tot ontslag van de bewindvoerder wordt door het Hof afgewezen. De samenwerking is voldoende werkbaar en er zijn geen gewichtige redenen om de bewindvoerder te laten ontslaan.
Kernpunt: Ontslag van een bewindvoerder vereist meer dan spanningen of onvrede. Pas bij structureel disfunctioneren of een onwerkbare relatie is ontslag gerechtvaardigd.
Rechtbank Limburg 12-05-2025 (datum publicatie 20-06-2025) ECLI:NL:RBLIM:2025:5943
Hoewel betrokkene stappen zet richting zelfstandigheid, oordelen behandelaars en rechtbank dat verplichte zorg nog nodig is vanwege psychische kwetsbaarheid en gebrek aan ziektebesef- en inzicht.
Kernpunt: Verzoek tot beëindiging van verplichte zorg is afgewezen; betrokkene mist ziektebesef- en inzicht en vrijwillige zorg is nog niet haalbaar.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 28-05-2025 (datum publicatie 18-06-2025) ECLI:NL:GHARL:2025:3618
Het hof wijst het verzoek tot zorgmachtiging af omdat de Wvggz geen toereikende wettelijke basis biedt om het gebruik van libido-remmende medicatie en verblijf in een beschermde woonvorm af te dwingen. Dit zou een te grote inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van betrokkene maken.
Kernpunt: De zorgmachtiging is geen geschikt alternatief voor voortzetting van de terbeschikkingstelling. Het verzoek wordt daarom afgewezen.
Rechtbank Noord-Nederland 26-06-2025 (datum publicatie 03-06-2025) ECLI:NL:RBNNE:2025:2160
De medische verklaring kwam van een behandelend psychiater en voldeed daarom niet aan de wettelijke eis van onafhankelijkheid. Het verzoek tot voortzetting van verplichte zorg wordt afgewezen.
Kernpunt: De rechtbank wijst het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel af vanwege het ontbreken van een geldige medische verklaring.
Wet zorg en dwang (Wzd)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 15-05-2025 (datum publicatie: 26-05-2025) ECLI:NL:GHARL:2025:3014
Het hof oordeelt dat verzoek op 18 maart 2024 ten onrechte werd opgenomen zonder juridische grondslag. Pas op 19 maart volgde een geldig besluit.
Kernpunt: Zorginstelling hield cliënt één dag onterecht vast zonder geldige titel; schadevergoeding van €100 toegewezen.
Behandelingsovereenkomst
Rechtbank Den Haag 04-06-2025 (datum publicatie: 16-06-2025) ECLI:NL:RBDHA:2025:9986
Een gedetineerde onderging in 2016 een knieoperatie en stelde dat de Staat te weinig fysiotherapie bood. De rechtbank oordeelt dat de geboden zorg voldeed aan de medische richtlijnen en dat de Staat zijn zorgplicht niet heeft geschonden. De vordering tot schadevergoeding wordt afgewezen.
Kernpunt: De Staat voldoet aan zijn zorgplicht jegens de eiser omdat de zorg in lijn is met de medische richtlijnen.
Privacy en tuchtrechtspraak
Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 11-06-2025 (datum publicatie: 11-06-2025) ECLI:NL:TGZCTG:2025:96
Een klacht over het niet verstrekken van een artsenlijst en het delen van zijn medisch dossier zonder toestemming aan een onafhankelijk arts– is door zowel het Regionaal als het Centraal Tuchtcollege ongegrond verklaard. De huisarts heeft volgens de colleges zorgvuldig en correct gehandeld en geen tuchtrechtelijke fouten gemaakt.
Kernpunt: De klacht van een patiënt tegen zijn huisarts over het onterecht delen van medische gegevens en onzorgvuldige dossiervoering is ongegrond verklaard.
Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 11-06-2025 (datum publicatie: 11-06-2025) ECLI:NL:TGZCTG:2025:97
De huisarts heeft nagelaten zijn foutieve aantekeningen in het medisch dossier te corrigeren nadat hij wist dat een essentiële passage niet klopte. Daarom verklaart het Centraal Tuchtcollege de klacht gegrond, maar legt het geen maatregel op.
Kernpunt: het is tuchtrechtelijk verwijtbaar om een onjuiste passage in het dossier niet te corrigeren.
Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 11-06-2025 (datum publicatie: 11-06-2025) ECLI:NL:TGZCTG:2025:98
Een SEH-arts deed een melding bij Veilig Thuis vanwege een vermoeden van een onveilige thuissituatie, zonder de vader – die mede ouderlijk gezag heeft – vooraf te informeren. Het Centraal Tuchtcollege oordeelt dat dit binnen de professionele ruimte van de arts viel en verwerpt het beroep van de vader.
Kernpunt: Dat de SEH-arts klager als gezagdragende ouder niet direct heeft benaderd maar per brief en daarmee is afgeweken van stap 3 van de meldcode, acht het Centraal Tuchtcollege, gezien de gecompliceerde situatie, zoals gezegd onvoldoende voor een tuchtrechtelijk verwijt.
Zorgverzekeringswet
Rechtbank Amsterdam 15-05-2025 (datum publicatie: 03-06-2025), ECLI:NL:RBAMS:2025:3316
Een ziekenhuis vorderde betaling van een factuur door een onverzekerde patiënt. Omdat het ziekenhuis vooraf geen kosteninschatting had gegeven, vindt de rechtbank het prijsbeding niet transparant en voorlopig oneerlijk. Het ziekenhuis mag nog reageren.
Kernpunt: Omdat een ziekenhuis een onverzekerde patiënt niet vooraf over kosten informeerde, oordeelt de rechtbank dat het prijsbeding voorlopig oneerlijk is.
Rechtbank Amsterdam 30-05-2025 (datum publicatie: 11-06-2025), ECLI:NL:RBAMS:2025:3350
De rechtbank wijst de vordering tot terugbetaling van declaraties van VGZ af. De zorgaanbieder ontving het geld niet rechtstreeks, voerde geen ondeugdelijke administratie en handelde niet onrechtmatig.
Kernpunt: De zorgaanbieder heeft niet onrechtmatig gehandeld en is niet ongerechtvaardigd verrijkt. De vordering van VGZ tot terugbetaling van zorgdeclaraties wordt afgewezen.
Hoge Raad 06-06-2025, ECLI:NL:HR:2025:851
De Hoge Raad oordeelt dat lijmrestverwijderaars voor stomapatiënten vergoed kunnen worden als ze worden gebruikt om huidbeschadiging of pijn te voorkomen.
Kernpunt: De functie van het middel bepaalt de vergoedbaarheid. Bij gebruik tegen pijn of huidbeschadiging valt het onder verzekerde zorg.
Rechtbank Noord-Nederland 11-06-2025 (datum publicatie: 18-06-2025), ECLI:NL:RBNNE:2025:2383
Zorgverzekeraar Zilveren Kruis heeft met de zogeheten ‘tweestappentoets’ niet aangetoond dat de declaraties van een niet-gecontracteerde kliniek onredelijk hoog zijn. Zilveren Kruis moet daarom de in geschil zijnde declaraties vergoeden.
Kernpunt: Zilveren Kruis moet declaraties van een zorgaanbieder volledig vergoeden; ze hebben niet aangetoond dat de tarieven onredelijk hoog zijn.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 17-06-2025 (datum publicatie: 24-06-2025), ECLI:NL:GHARL:2025:3724
Hoger beroep van ECLI:NL:RBNNE:2024:3904. Een apotheek vordert in kort geding dat Zilveren Kruis veroordeeld wordt de apotheekbereiding van het ADHD-medicijn dexamfetamine retard voor volwassen te vergoeden. Net als de voorzieningenrechter wijst het hof deze vordering af.
Kernpunt: Het Gerechtshof oordeelt dat Zilveren Kruis het ADHD-medicijn dexamfetamine retard niet hoeft te vergoeden.
Medische aansprakelijkheid
Rechtbank Midden-Nederland 28-05-2025 (datum publicatie: 05-06-2025), ECLI:NL:RBMNE:2025:2704
Patiënt en ziekenhuis twisten al lange tijd of er sprake was van medisch onzorgvuldig handelen bij een behandeling op de polikliniek neurologie. Patiënt vraagt de rechtbank een voorlopig deskundigenbericht te gelasten.
Kernpunt: De rechtbank wijst het verzoek toe en benoemt een deskundige om de in de beschikking vermelde vragen te beantwoorden.
Hoge Raad 06-06-2025 (datum publicatie: 06-06-2025), ECLI:NL:HR:2025:853
De Hoge Raad oordeelt dat een benadeelde ook recht heeft op vergoeding van zorg die is verleend door een derde, zelfs als daarvoor geen betaling aan die derde is verschuldigd. Het hof heeft ten onrechte geoordeeld dat vergoeding alleen redelijk is als de benadeelde de zorgverlener betaalt.
Kernpunt: Een benadeelde heeft recht op vergoeding van verleende zorg, ook als hij die zorg niet hoeft te betalen.
Rechtbank Overijssel 25-06-2025 (datum publicatie: 27-06-2025), ECLI:NL:RBOVE:2025:4144
De rechtbank oordeelt dat bij een patiënte ten onrechte een risicovolle anticonceptiepil is voorgeschreven en onvoldoende is ingegrepen bij verslechterende klachten. Hierdoor is haar kans op een betere uitkomst verkleind.
Kernpunt: Er is sprake van medische aansprakelijkheid omdat huisartsen en huisartsenpost niet volgens de professionele standaard werkten.
Ondernemingsrecht
Rechtbank Noord-Nederland 07-05-2025 (datum publicatie: 30-05-2025), ECLI:NL:RBNNE:2025:2043
Geschil tussen huisartsenpraktijken over de financiële afwikkeling van stichtingen in verband met beëindiging van een samenwerkingsovereenkomst. Rechtbank oordeelt dat overeenstemming is bereikt over de jaarrekeningen van de stichtingen. Naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid is geen ruimte meer om de inhoud van de jaarrekeningen (opnieuw) ter discussie te stellen.
Kern: Materieel vastgestelde jaarrekeningen kunnen niet meer (opnieuw) ter discussie worden gesteld door bestuurder.
Rechtbank Amsterdam 28-05-2025 (datum publicatie: 04-06-2025), ECLI:NL:RBAMS:2025:3240
Zorgverzekeraars vorderen bedragen terug van thuiszorgorganisatie en haar bestuur n.a.v. fraude-onderzoek waaruit veel onregelmatigheden naar voren zijn gekomen. De rechtbank oordeelt dat de thuiszorgorganisatie geen deugdelijke administratie gevoerd. Dit levert een onrechtmatige daad jegens de zorgverzekeraars op waarvoor zowel de vennootschap als de bestuurder aansprakelijk zijn.
Kern: Fraude kan onder omstandigheden leiden tot aansprakelijkheid van zowel de rechtspersoon als de bestuurder.
Vastgoed
Rechtbank Midden-Nederland 15 mei 2025 (datum publicatie 04-06-2025) ECLI:NL:RBMNE:2025:2463
De aard van de verzorging die wordt geboden is beslissend voor de vraag of een zorginstelling kan worden aangemerkt als ‘verpleeghuis’. De rechtbank aansluiting bij de Wet langdurige zorg en de daarin omschreven zorgprofielen. Bij twee van de drie zorgprofielen van eiser is geen sprake van verpleging. De rechtbank is van oordeel dat de activiteiten van eiser niet vallen onder verpleging maar onder begeleid wonen. Dat is niet toegestaan op grond van het bestemmingsplan.
Kern: in een ‘verpleeghuis’ dienen cliënten te wonen die volgens de zorgprofielen verpleging nodig hebben.
Fiscaliteit
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 17 juni 2025 (datum publicatie 27 juni 2025) en Gerechtshof Amsterdam 15 april 2025 (datum publicatie 4 juni 2025)
ECLI:NL:GHARL:2025:3682, Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 24/653
ECLI:NL:GHAMS:2025:1416, Gerechtshof Amsterdam, 24/1930 tm 1933
In de ene procedure wil Belanghebbende het verlaagd btw-tarief toepassen op orthopedische voetbedden, in de andere procedure gaat het om compressiekousen.
Het standpunt is dat gelet op de producten waarop het verlaagd tarief wel van toepassing is de betreffende hier ook onder moeten vallen. Het Hof volgt in beide zaken de analyse en het beroep op het neutraliteitsbeginsel niet en beslist dat de leveringen van de betreffende producten onder het reguliere btw- tarief vallen.
Kern: de toepassing van het verlaagd tarief is zeer strikt en beperkt tot de in de wet en de bijbehorende toelichting opgenomen producten, dat wordt in deze zaken wederom bevestigd. Diverse procedures over een ruimere toepassing worden, ongeacht hoe sympathiek de casus is, veelal niet gewonnen door de leveranciers.
Kennisgroepstandpunt Belastingdienst 2 juni 2025 KG:210:2025:9 Tarief toiletlift | Kennisgroepen
Wederom een bericht over de toepassing van het verlaagd btw-tarief. Ditmaal is hiervoor niet naar de rechter gestapt, maar is een afstemmingsverzoek behandeld door de kennisgroep van de Belastingdienst. Deze oordeelt dat een toiletlift die ondersteund bij zitten en opstaan bij toiletgebruik niet onder het verlaagd btw-tarief valt.
Kern: ook de kennisgroep hanteert de zeer strikte uitleg van het verlaagd btw-tarief. Voor producten die niet zijn opgenomen in de tabel uit de btw-wetgeving of het besluit dat een toelichting geeft op de tabelpost geldt het reguliere btw-tarief.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 17 juni 2025 (datum publicatie 27 juni 2025) ECLI:NL:GHARL:2025:3674, Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 23/1418 t/m 23/1427
Voor de zorgsector is deze zaak relevant omdat het hof ingaat op het aftrekrecht van een samenwerkingsverband dat diverse activiteiten verricht waarvoor zij deels subsidiegelden ontvangt. Het Hof beslist dat het samenwerkingsverband geen volledig recht op aftrek van btw geniet, omdat een deel van haar activiteiten niet tegen vergoeding plaatsvond en daarnaast onderzoek werd verricht waarmee zij evenmin een btw-belaste omzet genereerde. Ook werden de kosten van het onderzoek niet opgenomen in de prijs van wel btw-belaste activiteiten.
Kern: het verrichten van onderzoek kan impact hebben op het recht op aftrek van btw op kosten. Veel samenwerkingsverbanden verricht ook onderzoek en verkrijgen daarnaast subsidie. Beide kunnen grote gevolgen hebben voor de btw-positie.