Het voorstel heeft in de eerste plaats betrekking op de Richtlijnen 2009/43/EG en 2009/81/EG. Die worden aangepast. Zowel het Europees Parlement als de Raad van Ministers moet nog instemmen. Daarna zullen lidstaten de richtlijnwijzigingen in nationale wetgeving omzetten. Voor Nederland betekent dit een aanpassing van de Aanbestedingswet op defensie- en veiligheidsgebied.
Belangrijkste versoepelingen
1. Verhoging drempelbedragen van defensie-aanbestedingen
Een verhoging van de drempelbedragen voor overheidsopdrachten. Voor leveringen en diensten wordt de grens verhoogd van € 443.000 naar € 900.000, voor werken van € 5.538.000 naar € 7.000.000. Hierdoor nemen de administratieve lasten bij kleinere aanbestedingsprocedures af, zodat lidstaten hun middelen toe kunnen spitsen op de belangrijkste defensieopdrachten.
2. Uitbreiding van de aanbestedingsinstrumenten
Lidstaten krijgen ook bij aanbestedingen op defensie- en veiligheidsgebied toegang tot alle procedures die ook bekend zijn uit de Aanbestedingswet 2012 (en Richtlijn 2024/24/EU), zoals de openbare procedure en het dynamisch aankoopsysteem (DAS). Daarmee wordt het aantal instrumenten uitgebreid waarover aanbestedenders beschikken om overheidsopdrachten te plaatsen.
3. Innovatie wordt gestimuleerd
De richtlijn moet gewijzigd worden om innovatiecapaciteit te mobiliseren en technologische afhankelijkheid te vermijden. Om dit te bereiken introduceert de Commissie de flexibele procedure voor innovatiepartnerschappen, waardoor overheidsopdrachten voor onderzoek en ontwikkeling en innovatieve defensieoplossingen beter worden ondersteund.
4. Vereenvoudigde procedure voor producten uit onderzoeksprojecten
Er wordt een vereenvoudigde procedure toegevoegd voor rechtstreekse aanbesteding van innovatieve producten die voortvloeien uit parallelle concurrerende onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten. Dit geeft de lidstaten snellere toegang tot innovatieve oplossingen, vermindert ontwikkelrisico’s en leidt tot een hogere kosteneffectiviteit. Dit zou ook de samenwerking en concurrentie binnen de industrie verbeteren.
5. Afwijkende procedure voor gemeenschappelijke aanbestedingen
Als het aan de Europese Commissie ligt wordt er voor gemeenschappelijke aanbestedingen tijdelijk afgeweken van de standaardprocedures. Wanneer ten minste drie lidstaten gezamenlijk identieke of licht aangepaste defensieproducten willen inkopen kunnen zij gebruikmaken de procedure van gunning via onderhandelingen zónder voorafgaande bekendmaking. Deze uitzondering is bedoeld om gezamenlijke investeringen in defensiematerieel en daarmee de interoperabiliteit en onderlinge uitwisselbaarheid te stimuleren.
6. Ondersteuning van defensieprojecten ná de onderzoeks- en ontwikkelingsfase
Er moeten bepalingen worden vastgesteld voor het toetreden van lidstaten tot op onderzoek en ontwikkeling gebaseerde samenwerkingsprogramma’s na afloop van de onderzoeks- en ontwikkelingsfase. Voor deze projecten kan onder dezelfde voorwaarden gebruik worden gemaakt van de uitsluiting van op onderzoek- en ontwikkeling gebaseerde samenwerkingsprogramma’s. De door uitsluiting geboden flexibiliteit beoogt de projecten ook na de onderzoeks- en ontwikkelingsfase te ondersteunen, waar lidstaten die na afloop van die fase toetreden ook nog van zullen profiteren.
7. Verlenging van looptijd raamovereenkomsten
Om langdurige samenwerking met het bedrijfsleven te bevorderen stelt de Commissie voor de maximale looptijd van raamovereenkomsten te verlengen van zeven naar tien jaar. Deze verlenging sluit beter aan bij de kenmerken en ontwikkelingscycli van de defensiesector.
8. Verminderde rapportageverplichting
De Europese Commissie beoogt daarnaast de lidstaten te ontlasten op het gebied van statistische verslagleggingsverplichtingen. Op dit moment dienen de lidstaten de Commissie ieder jaar een statistisch overzicht te sturen van de door de aanbestedende diensten geplaatste opdrachten voor leveringen, diensten en werken. Door deze verplichting te schrappen kunnen lidstaten zich voornamelijk richten op de uitvoering van hun defensiebeleid.
9. Flexibelere wijziging van lopende overeenkomsten
Tot slot biedt het voorstel meer ruimte om bestaande opdrachten aan te passen, door aan te sluiten bij de regels betreffende wijziging van Richtlijn 2014/24/EU. Dit betekent dat wijziging mogelijk is, wanneer voorgenomen wijzigingen al zijn voorzien in de oorspronkelijke aanbestedingsstukken en die bepalingen duidelijk en ondubbelzinnig zijn. Daarnaast zijn wijzigingen waarbij de oorspronkelijke aannemer aanvullende prestaties levert toegestaan mits 1) blijkt dat een andere aannemer niet kan worden ingeschakeld omdat de aanvullende goederen of diensten interoperabel moeten zijn met bestaande systemen uit de oorspronkelijke aanbesteding, 2) de verandering van aannemer tot aanzienlijke kosten zou leiden. In geval van onvoorziene omstandigheden zijn de lidstaten extra wendbaar.