1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Evenementen in bestemmingsplan: APV is niet genoeg!

Evenementen in bestemmingsplan: APV is niet genoeg!

Evenementen staat men toe in een bestemmingsplan. Vaak als dubbelbestemming, een paar keer per jaar. Evenementen, vooral met muziek, kunnen voor omwonenden veel overlast meebrengen. De Raad van State stelt daarom strenge eisen aan de begrenzing van evenementen in bestemmingsplannen. Een verwijzing naar de APV is dan meestal niet voldoende.Uit een uitspraak van de Raad van State van 14 juni 2017 (ECLI:NL:RVS:2017:1593) met betrekking tot een bestemmingsplan van de gemeente Echt-Susteren blijkt...
Leestijd 
Auteur artikel Maarten Baneke (uit dienst)
Gepubliceerd 19 juni 2017
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Evenementen staat men toe in een bestemmingsplan. Vaak als dubbelbestemming, een paar keer per jaar. Evenementen, vooral met muziek, kunnen voor omwonenden veel overlast meebrengen. De Raad van State stelt daarom strenge eisen aan de begrenzing van evenementen in bestemmingsplannen. Een verwijzing naar de APV is dan meestal niet voldoende.

Uit een uitspraak van de Raad van State van 14 juni 2017 (ECLI:NL:RVS:2017:1593) met betrekking tot een bestemmingsplan van de gemeente Echt-Susteren blijkt maar weer eens, welke strenge eisen de Raad van State stelt aan de regeling van evenementen in een bestemmingsplan. De raad van de gemeente Echt-Susteren had een bestemmingsplan buitengebied vastgesteld, waarin een terrein was aangewezen voor een hippisch evenement eens per jaar. Tijdens dat evenement zou, in de avond, ook harde muziek worden gespeeld. Het aantal dagen dat het evenement zou mogen duren was in de planregels voorgeschreven. Verder was bepaald, dat voor de beoordeling van geluidhinder de “avondperiode” was verlengd tot 01.00 uur (in plaats van de gebruikelijke 23.00 uur). De raad motiveerde dit met de overweging dat het de bedoeling was dat die verschuiving zou plaatsvinden op vrijdag en zaterdag, allebei dagen waarna in beginsel een vrije dag plaatsvindt. Het argument van omwonenden dat dit niet voor hen allemaal gold, werd van de hand gewezen; de Raad van State overwoog dat zaterdagen en zondagen inderdaad gangbare vrije dagen zijn. Omwonenden klaagden erover, dat in de regels niet was voorgeschreven dat de evenementen uitsluitend in het weekend konden plaatsvinden. Dat argument trof doel. Daarnaast overwoog de Raad van State in zijn algemeenheid over evenementen dat het op de weg van de raad ligt om een beoordeling en afweging te maken of een bestemming die een evenement op een bepaalde locatie toestaat vanuit ruimtelijk oogpunt aanvaardbaar is. Daarbij is een beoordeling nodig op basis van de maximale mogelijkheden die het plan aan dat evenement biedt. In dat kader zijn onder meer de eindtijd van de feestavonden en de mogelijkheid tot opbouw en afbreken van instrumentarium bij het evenement, in verband met de geluiden die dat meebrengt, ook van belang. Daarover moeten dus ook regels worden opgenomen. De raad had daarover aangevoerd, dat begintijden en eindtijden wel in de evenementenvergunning als bedoeld in de APV zouden worden geregeld. Dat vond de Raad van State niet voldoende. Hij wees erop, dat een evenementenvergunning als bedoeld in de APV vooral is ingegeven vanuit het oogpunt van handhaving van de openbare orde en geen toetsingskader vormt voor de ruimtelijke aanvaardbaarheid van een evenement. De eventuele mogelijkheid die de APV biedt om de eindtijd van de feestavonden te regelen en voorschriften over opbouw en afbraak te stellen, is volgens de Raad van State niet bedoeld om een goede ruimtelijke ordening te waarborgen. Dat een evenement mede wordt gereguleerd door de APV is daarom geen reden om een nadere regeling in de planregels achterwege te laten, aldus de Raad van State.

De Raad van State verwees daarbij naar zijn uitspraak van 29 februari 2012 (ECLI:NL:RVS:2012:BV7286). In die uitspraak, met betrekking tot het attractiepark Walibi, had de Raad van State onder verwijzing naar drie uitspraken uit 2011, al een soortgelijke overweging gedaan. Daar had de Raad van State aan toegevoegd dat, anders dan bij toepassing van de Wet milieubeheer (later: Wabo) bij de vaststelling van een bestemmingsplan een beoordeling nodig is op basis van de maximale mogelijkheden die het plan biedt. Dat is onder meer van betekenis voor wat betreft het aantal, de aard en de omvang van de evenementen. Zonder een beperking in de planregels wat betreft het aantal, de aard en de omvang van de evenementen is een dergelijke beoordeling van de maximale planologische mogelijkheden niet goed denkbaar, aldus de Raad van State. In dat verband vindt de Raad van State van belang dat niet alle gevolgen die ruimtelijk relevant zijn, in de beoordeling van een aanvraag om een omgevingsvergunning kunnen worden betrokken. Zo kunnen de gevolgen van het houden van evenementen voor de belasting van de aan- en afvoerwegen wel in de ruimtelijke afweging, maar niet in de beoordeling van de aanvraag voor de omgevingsvergunning worden betrokken. Bij die afweging zijn het aantal evenementen per jaar, het aantal bezoekers en de te verwachten verkeersstromen niet zonder betekenis, aldus de Raad van State in die uitspraak. Ook daar had de Raad van State al geconcludeerd dat de omstandigheid dat evenementen kunnen worden gereguleerd in de APV geen reden vormt om een nadere regeling in het bestemmingsplan achterwege te laten.

Conclusie
De Raad van State herhaalt zijn jurisprudentie en daaruit blijkt dat er een vaste lijn is: als de mogelijkheid tot evenementen in een bestemmingsplan bestaat, moeten regels over het soort evenementen, de te verwachten bezoekersaantallen, aanvangs- en sluitingstijden, geluidbelasting e.d. bij de voorbereiding van het bestemmingsplan worden onderzocht en voor zover nodig in de planregels worden gereguleerd. Verwijzing naar de APV is niet voldoende. Een andere benadering zou mijns inziens ook mogelijk zijn geweest. Het is heel goed verdedigbaar dat onder het begrip handhaving van de openbare orde, waarvoor de APV is bedoeld, het voorkomen of beperken van geluidoverlast mede wordt begrepen. Een evenementenvergunning wordt voor een specifiek evenement afgegeven. Dat biedt meer mogelijkheden tot maatwerk dan de planregels in een bestemmingsplan. Dat de Raad van State vindt dat de gevolgen van het houden van evenementen voor zaken die niet in de omgevingsvergunning of de evenementenvergunning kunnen worden betrokken wèl bij de voorbereiding van het bestemmingsplan al moeten worden onderzocht, ligt natuurlijk wel voor de hand.

Op dit moment is de lijn van de Raad van State duidelijk.

Wilt u meer weten over bestuursrecht, ruimtelijke ordening? Neem dan contact op met Maarten Baneke.