1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. FNV & VNO-NCW: pensioenleeftijd wordt 66 jaar in 2020

FNV & VNO-NCW: pensioenleeftijd wordt 66 jaar in 2020

Het Financieel Dagblad berichtte zaterdag 22 mei jl. dat zij een conceptakkoord tussen de sociale partners in heeft kunnen zien, waarin wordt overeengekomen om de pensioenleeftijd per 2020 van 65 naar 66 jaar te verhogen.Om tijdens de vergrijzing de pensioenkosten dragelijk te houden, worden zo niet de pensioenpremies maar de uittreedleeftijd verhoogd. Vanaf 2015 zal voorts iedere vijf jaar worden bekeken of er per 10 jaar later, dus de eerste keer vanaf 2025, opnieuw een leeftijdsaanpassing...
Leestijd 
Auteur artikel Frédérique Hoppers
Gepubliceerd 25 mei 2010
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Het Financieel Dagblad berichtte zaterdag 22 mei jl. dat zij een conceptakkoord tussen de sociale partners in heeft kunnen zien, waarin wordt overeengekomen om de pensioenleeftijd per 2020 van 65 naar 66 jaar te verhogen.

Om tijdens de vergrijzing de pensioenkosten dragelijk te houden, worden zo niet de pensioenpremies maar de uittreedleeftijd verhoogd. Vanaf 2015 zal voorts iedere vijf jaar worden bekeken of er per 10 jaar later, dus de eerste keer vanaf 2025, opnieuw een leeftijdsaanpassing moet volgen op basis van de dan geldende levensverwachtingen.

Het blijft wel aan de politiek om uiteindelijk definitieve besluiten over de pensioenleeftijd te nemen. Na de val van Balkenende IV zijn FNV Vakcentrale en VNO-NCW alvast aan de slag gegaan, om met hun akkoord een voorschot te nemen op de verdere politieke besluitvorming van het volgende kabinet. Toen de regering in 2009 op een dergelijk akkoord aanstuurde, kon dit niet bereikt worden, waarna de regering eenzijdige maatregelen aankondigde. De sociale partners gaan er nu vanuit dat het nieuwe kabinet niet heen kan om het huidige akkoord tussen de beide grote werkgevers- en werknemersorganisaties.

In het compromisakkoord is geen gevolg gegeven aan de wens van werknemersorganisaties om de pensioenleeftijd niet te verhogen voor werknemers met zwaar werk. Wel krijgen de vakorganisaties conform hun wens een “flexibele AOW”, waarbij de AOW twee of drie jaar eerder kan ingaan, tegen een lagere maandelijkse uitkering. Op andere punten zijn de sociale partners er nog niet uitgekomen, zoals voor wat betreft flankerende voorstellen over het aantrekkelijk maken van langer doorwerken (bijvoorbeeld omscholing en afspraken over alternatief werk) en de door financieel experts bepleite “flexibele rechten” waarbij het pensioen deels door een vaste inflatie-indexatie opgebouwd wordt en deels door fondsprestaties.