
In eerste aanleg had de rechtbank nog geoordeeld dat de Alu zaklamp inbreuk maakt op de vormmerken van Mag. Het Gerechtshof oordeelt echter dat de vormmerken "van meet af aan geen onderscheidend vermogen bezitten". De "opgesomde kenmerken bestaan grotendeels uit functionele elementen van de (...) zaklampen" en bovendien is niet gebleken dat "de door genoemde elementen bepaalde vorm van de zaklampen op significante wij ze afwijkt van de norm of van wat in de onderhavige sector gangbaar is".
Het criterium dat het Gerechtshof Amsterdam hanteert is welhaast gelijkluidend aan dat van het Europese Hof van Justitie in soortgelijke zaken over vormmerken. Zo merkte het Hof van Justitie nog recent in de zaak over Bounty repen op dat eigenlijk alleen "a mark which departs significantly from the norm or customs of the sector" geschikt kan zijn om als vormmerk te dienen.
De zaak bevestigt dat het beschermen van de vorm van producten via het merkenrecht meestal niet de meest geëigende route is. Dat neemt natuurlijk niet weg dat het inroepen van auteursrecht, modellenrecht of onrechtmatige daad in een dergelijke situatie mogelijk wel soulaas kan bieden. Overigens gaat dit in deze specifieke zaak over de Mag-Lites volgens het Gerechtshof niet op.