1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Geen korting meer op de fictieve opzegtermijn bij het voeren van een pro forma ontbinding?

Geen korting meer op de fictieve opzegtermijn bij het voeren van een pro forma ontbinding?

Een ontslagen werknemer krijgt alleen een WW-uitkering nadat de zogenaamde fictieve opzegtermijn is verstreken. De fictieve opzegtermijn is gekoppeld aan de opzegtermijn die de werkgever moet hanteren voor de betreffende werknemer.Op grond van artikel  16 lid 3 WW mag op de fictieve opzegtermijn één maand worden gekort, met een minimum van één maand, indien er een ontbindingsprocedure heeft plaatsgevonden in het kader van het ontslag. In dat licht wordt in de praktijk vaak een minnelijke rege...
Leestijd 
Auteur artikel Dirkzwager
Gepubliceerd 08 oktober 2012
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Een ontslagen werknemer krijgt alleen een WW-uitkering nadat de zogenaamde fictieve opzegtermijn is verstreken. De fictieve opzegtermijn is gekoppeld aan de opzegtermijn die de werkgever moet hanteren voor de betreffende werknemer.

Op grond van artikel  16 lid 3 WW mag op de fictieve opzegtermijn één maand worden gekort, met een minimum van één maand, indien er een ontbindingsprocedure heeft plaatsgevonden in het kader van het ontslag. In dat licht wordt in de praktijk vaak een minnelijke regeling opgevolgd door een pro forma ontbinding, enkel en alleen om de fictieve opzegtermijn te verkorten met één maand. De werknemer kan op deze wijze één maand eerder in aanmerking komen voor de WW-uitkering.  

Het wetsvoorstel Wet vereenvoudigingen regelingen UWV beoogt het aantal pro forma ontbindingen terug te dringen, door de maand aftrek bij berekening van de fictieve opzegtermijn na het voeren van een ontbindingsprocedure te laten vervallen.

In het wetsvoorstel komt artikel 16 lid 3 WW in zijn geheel te vervallen, terwijl in een ministeriële regeling wordt bepaald welke uren worden gelijkgesteld met de nieuwe definitie van het begrip ‘arbeidsuren’. In de ministeriële regeling zal de maand aftrek wegens het volgen van een ontbindingsprocedure niet terugkeren.

De beoogde datum van inwerkingtreding van het wetsvoorstel is volgens de Memorie van Toelichting  1 januari 2013. Omdat niet is voorzien in overgangsrecht, zal het wetsvoorstel directe werking hebben. Indien het wetsvoorstel op de boogde datum in werking treedt, dient daarmee niet alleen vanaf 1 januari 2013 rekening te worden gehouden, maar  thans ook al bij een opzegtermijn van drie maanden of langer, indien er deze maand nog een regeling wordt getroffen.