1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Geen reden voor analoge toepassing art. 27 Wvg

Geen reden voor analoge toepassing art. 27 Wvg

De rechtbank Dordrecht heeft zich bij beschikking van 16 maart 2011 uitgelaten over een verzoek ex art. 27 Wvg (gedwongen aankoop door gemeente). Partijen waren het eens geworden over de aankoopsom, onder voorbehoud van goedkeuring van de gemeenteraad. De koop is echter niet doorgegaan, omdat de raad daarmee niet heeft ingestemd. De grondeigenaar heeft daarom de rechtbank verzocht de gemeente Giessenlanden te dwingen tot aankoop over te gaan. De rechtbank stelt voorop dat niet is voldaan aan...
Leestijd 
Auteur artikel Hanna Zeilmaker
Gepubliceerd 22 maart 2011
Laatst gewijzigd 16 april 2018
De rechtbank Dordrecht heeft zich bij beschikking van 16 maart 2011 uitgelaten over een verzoek ex art. 27 Wvg (gedwongen aankoop door gemeente). Partijen waren het eens geworden over de aankoopsom, onder voorbehoud van goedkeuring van de gemeenteraad. De koop is echter niet doorgegaan, omdat de raad daarmee niet heeft ingestemd. De grondeigenaar heeft daarom de rechtbank verzocht de gemeente Giessenlanden te dwingen tot aankoop over te gaan. De rechtbank stelt voorop dat niet is voldaan aan de voorwaarden van art. 27 Wvg (oud), omdat geen van de twee situaties genoemd in het tweede lid van dat artikel zich hier voordat. Art. 16 lid 2 Wvg (oud) zag op de situatie dat de verkoper schriftelijk de wens te kennen heeft gegeven, dat over de prijs advies zal worden uitgebracht door deskundigen, te benoemen door de rechter. Aangezien partijen het in dit geval al eens waren over de eventuele prijs maar niet over de koop als zodanig, bestond er voor hen geen aanleiding om de gerechtelijke prijsvaststellingprocedure van de Wvg te volgen. Art. 17 lid 1 Wvg (oud) was evenmin toepasselijk. Dit artikellid betreft de situatie nadat wél benoeming van één of meer deskundigen heeft plaatsgevonden om te adviseren over de prijs.

De rechtbank ziet dan ook geen reden voor een analoge toepassing van art. 27 Wvg.

Ten overvloede overweegt de rechtbank nog dat, indien analoge toepassing wel aan de orde zou zijn, het op zichzelf niet onredelijk is dat de gemeente in dit geval de aankoop heeft geweigerd. Reden daarvan is dat onvoldoende is gesteld voor het oordeel dat sprake is van bijzondere persoonlijke omstandigheden die het redelijk maken dat de gemeente tot aankoop wordt gedwongen. Het feit dat verzoekster op leeftijd is en haar onroerende zaken wenst te verkopen om kleiner te gaan wonen, is op zichzelf geen persoonlijke omstandigheid die tot het door haar gewenste oordeel kan leiden. Ook de gestelde vertraging in de besluitvorming door de gemeente is op zichzelf en in combinatie met de leeftijd van verzoekster daarvoro onvoldoende. Eventuele gevolgen van de financiële crisis voor de prijs van de onroerende zaken zijn uit de aard der zaak evenmin persoonlijke omstandigheden die bij toepassing van artikel 27 Wvg van belang zijn.

De rechtbank heeft het verzoek dan ook afgewezen.