1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Geen vrijstelling overdrachtsbelasting op grond van de Natuurschoonwet als niet is voldaan aan de voorwaarden door de Staatssecretaris gesteld

Geen vrijstelling overdrachtsbelasting op grond van de Natuurschoonwet als niet is voldaan aan de voorwaarden door de Staatssecretaris gesteld

Bij de aankoop van een landgoed dat nog niet is gerangschikt in de zin van de natuurschoonwet 1928, bestaat de mogelijkheid om vooruitlopend op een rangschikking reeds een vrijstelling van overdrachtsbelasting te krijgen. Om voor de vrijstelling van overdrachtsbelasting in aanmerking te komen moet men aan een aantal voorwaarden voldoen, zoals die zijn weergegeven in het besluit van 29 juni 2011 van de Staatssecretaris van Financiën. Deze voorwaarden zijn de volgende: De onroerende zaak moet t...
Leestijd 
Auteur artikel John Wijnmaalen MRICS
Gepubliceerd 07 maart 2014
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Bij de aankoop van een landgoed dat nog niet is gerangschikt in de zin van de natuurschoonwet 1928, bestaat de mogelijkheid om vooruitlopend op een rangschikking reeds een vrijstelling van overdrachtsbelasting te krijgen. Om voor de vrijstelling van overdrachtsbelasting in aanmerking te komen moet men aan een aantal voorwaarden voldoen, zoals die zijn weergegeven in het besluit van 29 juni 2011 van de Staatssecretaris van Financiën. Deze voorwaarden zijn de volgende:

  1. De onroerende zaak moet ten tijde van de verkrijging rangschikkingswaardig zijn.

  2. In of bij de akte van verkrijging moet een beroep op de vrijstelling als bedoeld in de natuurschoonwet worden gedaan.

  3. Het verzoek om rangschikking moet zijn ingediend voordat de overdracht plaatsvindt. Een kopie van het verzoek om rangschikking dient te worden overgelegd (in de praktijk wordt dit opgelost door dit aan de akte van levering te hechten).

  4. Het vereiste uit de natuurschoonwet om het landgoed vijfentwintig jaar gerangschikt te houden.


In de zaak die behandeld is door de Rechtbank Gelderland op 18 februari 2004 is door De Rechtbank geoordeeld dat de verkrijger achteraf geen aanspraak kon maken op een vrijstelling van overdrachtsbelasting. In het onderhavige geval was er geen beroep op de vrijstelling gedaan bij de akte van verkrijging. De betreffende verkrijger had de belasting voldaan en daarna bezwaar tegen de aanslag aangetekend. Daarnaast was bij de akte geen kopie van het rangschikkingsverzoek overgelegd. Omdat daarmee aan twee van de hiervoor genoemde voorwaarden niet is voldaan, kon de verkrijger geen beroep doen op de vrijstelllng van overdrachtsbelasting.