1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Gerecht: Greenbow voldeed niet aan erkenningsvoorwaarden als producentenorganisatie

Gerecht: Greenbow voldeed niet aan erkenningsvoorwaarden als producentenorganisatie

In een arrest van 10 december 2015 heeft het Gerecht van de EU geoordeeld dat de Europese Commissie terecht tot de conclusie is gekomen dat de Belgische producentenorganisatie Greenbow niet voldeed aan de erkenningsvoorwaarden. De Europese Commissie kon daarom de 4,1 miljoen euro die Greenbow tussen 1 april 2008 en 1 april 2010 aan GMO-subsidie had ontvangen, aan de Europese financiering onttrekken.De casusHoewel in het arrest de betrokken producentenorganisatie slechts wordt aangeduid als “c...
Leestijd 
Auteur artikel Dirkzwager
Gepubliceerd 11 december 2015
Laatst gewijzigd 16 april 2018
In een arrest van 10 december 2015 heeft het Gerecht van de EU geoordeeld dat de Europese Commissie terecht tot de conclusie is gekomen dat de Belgische producentenorganisatie Greenbow niet voldeed aan de erkenningsvoorwaarden. De Europese Commissie kon daarom de 4,1 miljoen euro die Greenbow tussen 1 april 2008 en 1 april 2010 aan GMO-subsidie had ontvangen, aan de Europese financiering onttrekken.

De casus

Hoewel in het arrest de betrokken producentenorganisatie slechts wordt aangeduid als “coöperatie G.” kan uit een verslag van een op  18 september 2013 gehouden Commissievergadering van het Vlaamse Parlement worden opgemaakt dat het arrest betrekking heeft op Greenbow. Deze door de Belgische autoriteiten als producentenorganisatie erkende coöperatie, had vier leden. Volgens het Vlaams infocentrum land-en tuinbouw waren dat in de periode 1 april 2008 tot 1 april 2010  de coöperaties Greenpartners, New Green, Green Diamond en Green Farm.

In januari 2010 voerden diensten van de Europese Commissie controles uit bij diverse Belgische producentenorganisaties, waaronder Greenbow. Op basis van dit onderzoek concludeerde de Europese Commissie dat de Belgische autoriteiten Greenbow ten onrechte hadden erkend omdat Greenbow enerzijds, geen controle uitoefende op haar leden die onafhankelijk van elkaar opereerden, en anderzijds, weinig tot geen toegevoegde waarde had. In verband hiermee besloot de Europese Commissie de 4,1 miljoen euro die Greenbow in de periode 1 april 2008 tot 1 april 2010 aan GMO-subsidies had ontvangen, aan de Europese financiering te onttrekken. België kon zich niet met dit besluit verenigen en stelde beroep in bij het Gerecht.

Oordeel van het Gerecht

Het is vaste rechtspraak dat de lidstaten moeten controleren of de GMO-subsidies die erkende producentenorganisaties hebben ontvangen, in overeenstemming met de GMO-regels zijn toegekend. De Europese Commissie hoeft een schending van de GMO-regels, de ontoereikendheid van de door de nationale autoriteiten verrichte controles of de onregelmatigheid van de door deze voorgelegde cijfers niet uitputtend te bewijzen. Het volstaat dat de Europese Commissie

bewijs levert voor de ernstige en redelijke twijfel die zij over de door de nationale autoriteiten verrichte controles of de door deze verstrekte cijfers koestert. Is de lidstaat het hier niet mee eens, dan moet de lidstaat bewijzen dat de bevindingen van de Europese Commissie onjuist zijn.

Het Gerecht wijst erop dat het concentreren van het aanbod van de leden en het verkopen van de producten de hoofdactiviteit vormt van een producentenorganisatie in de sector groenten en fruit. Dit laat onverlet dat een producentenorganisatie deze activiteit mag uitbesteden aan haar leden. Uit het Fruition arrest volgt dat uitbesteding uitsluitend is toegestaan als het de juiste manier is om de doelstellingen van de producentenorganisatie te verwezenlijken. Verder is vereist dat voor de uitvoering van de betrokken activiteit een commerciële regeling wordt getroffen met een of meer andere entiteiten. Tot slot moet de producentenorganisatie ervoor zorgen dat zij verantwoordelijk blijft voor de uitvoering van uitbestede activiteiten, voor de algemene beheerscontrole en voor het algemene toezicht op de hiertoe getroffen commerciële regeling. Greenbow had de logistiek, de bewaring, de verkoop en de levering van de producten van de leden aan deze zelfde leden uitbesteed. België kon echter niet aantonen dat Greenbow de uitvoering van de uitbestede activiteiten daadwerkelijk had gecontroleerd. Er was niet meer dan een verklaring van een oud-directeur. Dat is volgens het Gerecht niet voldoende. Er moet schriftelijk bewijs zijn dat de producentenorganisatie zelf een stuwende rol speelt in het kader van de afzet van de producten van haar leden en dat de gedecentraliseerde activiteiten daadwerkelijk zijn gecontroleerd.

Een producentenorganisatie dient op grond van de GMO-regels te beschikken over personeel, de infrastructuur en de uitrusting die nodig zijn voor de vervulling van haar belangrijkste functies. Greenbow had slechts één betaald personeelslid, de directeur. Deze wist niet veel af van de activiteiten van de leden van Greenbow. Evenmin had hij kennis van het operationele programma. Dit was de Europese Commissie tijdens het onderzoek gebleken. Dat de directeur werd bijgestaan door drie voltijdse personeelsleden afgevaardigd door de leden, kon Greenbow ook al niet helpen. Op geen enkele manier was aangetoond dat de gedetacheerde personeelsleden onder het gezag van Greenbow en niet onder het gezag van de leden werkten. Bij de infrastructuur ging het eveneens mis. Greenbow stelde een IT-systeem te hebben waarmee de beschikbaarheid van de producten van de vier leden in ‘realtime’ in beeld gebracht konden worden. Toen de personeelsleden van de Europese Commissie om een voorbeeld daarvan vroegen, kregen zij slechts een uitdraai met statistische gegevens zonder reëel verband met de beschikbaarheid van de producten in ‘realtime’. Wat evenmin hielp was dat Greenbow was gevestigd in de kantoren van “subcoöperatie Gr.” (vermoedelijk gaat het hier om de coöperatie Greenpartners). Dit was tevens ook het lid dat volgens de Europese Commissie het operationeel programma beheerde en daar het meest van leek te profiteren.

De Europese Commissie had volgens het Gerecht voldoende redenen om ernstig te twijfelen of de Belgische autoriteiten afdoende hadden gecontroleerd of Greenbow de voorwaarden voor haar erkenning in acht had genomen. België heeft het tegendeel niet kunnen bewijzen. De consequentie hiervan is dat de Europese Commissie terecht de GMO-subsidie die Greenbow in de periode 1 april 2008 tot 1 april 2010 had ontvangen, aan de Europese financiering had onttrokken. België probeerde nog een deel van de GMO-subsidie te redden door te stellen dat twee leden van Greenbow sinds 2007 zelf als producentenorganisatie erkend hadden kunnen worden. Het Gerecht maakt met deze stelling korte metten. De uitgaven van een producentenorganisatie mogen niet uit Europese middelen worden betaald wanneer die producentenorganisatie niet aan alle Europese regels voldoet. Daar is sprake van. Greenbow was immers ten onrechte als producentenorganisatie erkend.

Commentaar

Het onderhavige arrest bevat een belangrijke vingerwijziging voor praktijk. Als Producentenorganisaties activiteiten uitbesteden, doen zij er verstandig aan gedetailleerd te documenteren (i) dat uitbesteding echt de juiste manier is om haar doelstellingen te verwezenlijken en (ii) dat zij de uitbestede activiteiten daadwerkelijk controleert. Enkel controle achteraf lijkt daarbij overigens niet voldoende. Verder blijkt weer eens dat detachering van personeel door leden niet ongevaarlijk is. Eerder ging het bij FresQ op dit punt ook al mis. Volgens het Gerecht bewijst detachering van personeel door de leden de autonomie van deze leden. Bovendien zal het in de praktijk heel moeilijk zijn aan te tonen dat het betreffende personeel feitelijk uitsluitend onder gezag van de producentenorganisatie werkt.

België moet nu 4,1 miljoen euro GMO-subsidie bij Greenbow gaan terughalen. Volgens het Vlaams infocentrum land- en tuinbouw is Greenbow inmiddels “vereffend”. Greenbow zal dus waarschijnlijk niet of weinig verhaal bieden. Toch zal België desalniettemin moeite moeten doen om de GMO-subsidie daadwerkelijk terug te halen. Dit volgt onder andere uit het arrest Commissie / Frankrijk.

En dan hebben we tot slot nog de mededingingsregels. Uit het arrest kan worden opgemaakt dat de leden van Greenbow met elkaar overleg hebben gevoerd over prijzen en hoeveelheden. Ook werden verkoopactiviteiten gecoördineerd. Gezamenlijke verkoop binnen een erkende producentenorganisatie is toegelaten. Het besluit van de ACM in de paprikazaak laat echter zien dat zonder erkenning gezamenlijke verkoop in strijd kan zijn met het kartelverbod.