1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Het Parool moet publicatie van artikel gedeeltelijk opschorten vanwege te korte reactietermijn

Het Parool moet publicatie van artikel gedeeltelijk opschorten vanwege te korte reactietermijn

Het Parool is voornemens een artikel te publiceren waarin – kort gezegd – de positie, de activiteiten en de samenwerkingsverbanden van twee projectontwikkelaars en aan hen gelieerde bedrijven aan de orde komen. Daarnaast worden in het artikel ook de vermeende banden tussen één van de projectontwikkelaars en een oud-provinciebestuurder belicht.Het Parool heeft tweemaal het verzoek gedaan om één van de projectontwikkelaars te interviewen in verband met dit artikel. Deze projectontwikkelaar heef...
Leestijd 
Auteur artikel Neeltje van der Veeken (uit dienst)
Gepubliceerd 26 februari 2014
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Het Parool is voornemens een artikel te publiceren waarin – kort gezegd – de positie, de activiteiten en de samenwerkingsverbanden van twee projectontwikkelaars en aan hen gelieerde bedrijven aan de orde komen. Daarnaast worden in het artikel ook de vermeende banden tussen één van de projectontwikkelaars en een oud-provinciebestuurder belicht.

Het Parool heeft tweemaal het verzoek gedaan om één van de projectontwikkelaars te interviewen in verband met dit artikel. Deze projectontwikkelaar heeft dit verzoek afgewezen, maar Het Parool wel verzocht het conceptartikel voorafgaand aan de publicatie toe te zenden. Daarnaast is getracht om contact op te nemen met de andere projectontwikkelaar, wat vanwege zijn verblijf in het buitenland erg moeizaam is verlopen.

Na ontvangst van het conceptartikel hebben de advocaten van de projectontwikkelaar waarmee wel contact kon worden gelegd verzocht om af te zien van publicatie, omdat het artikel vele onjuistheden, suggestieve stellingen en halve waarheden zou bevatten. Het Parool heeft vervolgens de gelegenheid gegeven om binnen 24 uur de feitelijke onjuistheden in het artikel te benoemen. Uiteindelijk zijn eisers een kort geding gestart bij de rechtbank Amsterdam om de publicatie van het artikel op te schorten, zodat zij meer tijd krijgen om op het artikel te reageren.

Interessant in deze kwestie is dat de rechtbank het artikel in tweeën splitst: in het eerste deel worden voornamelijk actuele kwesties behandeld, waarna het tweede deel uitgebreid ingaat op de achtergrond van de in het eerste deel genoemde actuele gebeurtenissen. Volgens de rechtbank bevat in het bijzonder het tweede deel van  het artikel een groot aantal feiten en beschuldigingen.

De voorzieningenrechter acht vervolgens de door Het Parool gegeven reactietermijn van 24 uur voldoende voor het eerste deel van het artikel (mede gezien het feit dat degenen die in het eerste deel van het artikel genoemd worden al langere tijd bekend waren met het feit dat er een artikel in de maak was). Daarnaast bezit dit eerste gedeelte een hoge actualiteitswaarde die verloren dreigt te gaan als de publicatie wordt vertraagd.

Ten aanzien van het tweede gedeelte beslist de rechtbank echter dat een reactietermijn van 24 uur geen reële mogelijkheid geeft om op de inhoud daarvan te reageren, mede gezien het aantal en de ernst van de daarin genoemde beschuldigingen. Daarnaast oordeelt de rechtbank dat dit tweede gedeelte minder actualiteitswaarde heeft nu hierin achtergronden worden beschreven, waaronder de wijze waarop de projectontwikkelaars en de aan hen gelieerde ondernemingen zich hebben gedragen gedurende een periode van ruim 12 jaar. Met name voor de projectontwikkelaar die zich in het buitenland bevindt is er volgens de rechtbank te weinig gelegenheid geweest om inhoudelijk te reageren.

Het verweer van Het Parool dat een gebod om te wachten met publicatie van het artikel in strijd zou zijn met het censuurverbod mag haar niet baten, nu zij zelf inzage heeft gegeven in het conceptartikel:
Het censuurverbod (art. 7 Grondwet en art. 10 EVRM) houdt in dat een medium niet gedwongen kan worden inzage te geven in wat zij voornemens is te publiceren. Dat betekent dat hiervan per definitie geen sprake is in de situatie zoals de onderhavige, waarin het medium de inhoud van de voorgenomen publicatie al aan een belanghebbende bekend heeft gemaakt. Als de inhoud van een voorgenomen publicatie bij een belanghebbende bekend is, staat het censuurverbod niet in de weg aan vorderingen uit hoofde van (dreigende) onrechtmatige daad, zoals een verbod om te publiceren of (zoals in dit geval) een gebod om voorafgaande aan de publicatie een passende reactietermijn in acht te nemen.

Uiteindelijk bepaalt de rechtbank dat Het Parool het eerste gedeelte van het artikel wel mag publiceren. Ten aanzien van het tweede gedeelte (of een artikel dat in hoofdlijnen dezelfde informatie bevat) moet de publicatie 10 dagen worden opgeschort, op straffe van een dwangsom van € 50.000,--. De achtergronden bij de actuele gebeurtenissen uit het eerste gedeelte van het artikel zullen dus even op zich laten wachten.