1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Het verweerschrift: tot wanneer kun je het indienen?

Het verweerschrift: tot wanneer kun je het indienen?

In het civiele procesrecht wordt onderscheid gemaakt tussen de dagvaardingsprocedure en de verzoekschriftprocedure. Op elk van beide procedures is een andere set regels van toepassing, bijvoorbeeld als het gaat om het moment waarop een processtuk moet worden ingediend. Het belangrijkste processtuk voor de gedaagde partij in een dagvaardingsprocedure is de conclusie van antwoord. In de verzoekschriftprocedure is dat voor de verwerende partij het verweerschrift. De vraag is: tot wanneer kun je...
Leestijd 
Auteur artikel Steef Verheijen (uit dienst)
Gepubliceerd 24 februari 2016
Laatst gewijzigd 16 april 2018
In het civiele procesrecht wordt onderscheid gemaakt tussen de dagvaardingsprocedure en de verzoekschriftprocedure. Op elk van beide procedures is een andere set regels van toepassing, bijvoorbeeld als het gaat om het moment waarop een processtuk moet worden ingediend.

Het belangrijkste processtuk voor de gedaagde partij in een dagvaardingsprocedure is de conclusie van antwoord. In de verzoekschriftprocedure is dat voor de verwerende partij het verweerschrift.

De vraag is: tot wanneer kun je een conclusie van antwoord of verweerschrift indienen?

Dagvaardingsprocedure
Bij de reguliere dagvaardingsprocedure wordt gewerkt met zogenaamde roldata. Een roldatum is een door de rechtbank bepaalde datum waarop (bijvoorbeeld) de conclusie van antwoord uiterlijk moet zijn ingediend. Bij de rechtbank is dit altijd een woensdag (om 10.00 uur). De conclusie van antwoord moet dus vóór 10.00 uur bij de rechtbank zijn. De roldatum is een harde datum: te laat = te laat. Overigens ligt de datum voor het indienen van de conclusie van antwoord in dagvaardingszaken altijd vóór de datum waarop de mondelinge behandeling (in jargon: de comparitie na antwoord) plaatsvindt. De datum voor de comparitie wordt pas bepaald nadat de conclusie van antwoord is ingediend.

Verzoekschriftprocedure
In een verzoekschriftprocedure verloopt de procedure iets anders. Nadat het verzoekschrift is ingediend, bepaalt de rechtbank eerst een datum voor de mondelinge behandeling. Artikel 282 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) bepaalt vervolgens over de indieningstermijn van het verweerschrift: “Iedere belanghebbende kan tot de aanvang van de behandeling of, indien de rechter dit toestaat, in de loop van de behandeling een verweerschrift indienen.” [onderstrepingen toegevoegd, SV]Uit deze bepaling volgt dat de verwerende partij ook kort voor de mondelinge behandeling nog een verweerschrift kan indienen. Wel bepaalt het ‘Procesreglement voor verzoekschriftprocedures in handelszaken bij de rechtbanken’ dat het verweerschrift “bij voorkeur vijf werkdagen vóór de mondelinge behandeling” moet worden ingediend (artikel 1.3.3.)

Dit is echter geen harde eis. Dat heeft de Hoge Raad nog eens bepaald in een arrest van 29 januari jl. In die zaak had de verwerende partij het verweerschrift pas enkele uren voor de mondelinge behandeling ingediend. Het gerechtshof nam het verweerschrift niet in behandeling omdat het vond dat de verzoekende partij onvoldoende tijd had gehad om kennis te nemen van het stuk. De Hoge Raad maakt korte metten met dat oordeel van het hof. Hij bevestigt dat een verweerschrift tot de aanvang van de mondelinge behandeling een verweerschrift kan indienen en verwijst daarbij naar artikel 282 Rv. De rechter heeft volgens de Hoge Raad andere mogelijkheden om te zorgen dat de verzoekende partij toch de mogelijkheid heeft om het stuk te bestuderen. Te denken valt bijvoorbeeld aan een (uitgebreidere) leespauze.

Wat betekent dit voor de gezondheidsrechtpraktijk?
In de medische aansprakelijkheidspraktijk vinden relatief veel verzoekschriftprocedures plaats. Gedacht kan worden aan de verzoekschriftprocedure voorlopig deskundigenbericht of de deelgeschilprocedure. Als verwerende partij kun je tot kort voor de mondelinge behandeling een verweerschrift indienen. Toch is het raadzaam om, als het even kan, het stuk eerder bij de rechtbank in te dienen. In de praktijk houden wij als stelregel een week van tevoren aan. Dit komt overeen met de streeftermijn van vijf werkdagen die in het procesreglement wordt genoemd. De kans is dan het grootst dat de rechter het stuk op de mondelinge behandeling ook daadwerkelijk goed gelezen heeft. En dat is natuurlijk wat je als procespartij wil. Maar mocht het een keer niet lukken om het verweerschrift ruim voor de mondelinge behandeling in te dienen, is er gelukkig niet direct een man overboord.