1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Invorderingsbesluit niet met vereiste zorgvuldigheid tot stand gekomen

Invorderingsbesluit niet met vereiste zorgvuldigheid tot stand gekomen

Aan een invorderingsbesluit dient een deugdelijke en controleerbare vaststelling van relevante feiten en omstandigheden ten grondslag te liggen. Dat is vaste rechtspraak en in zoverre niets nieuws. Wel is het zo dat de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in een uitspraak van 3 mei 2017 aanleiding heeft gezien om deze rechtspraak verder te verduidelijken. In een uitspraak van 4 oktober 2017 verwijst de Afdeling naar voornoemde preciseringsuitpraak en wordt er een streep gezet do...
Leestijd 
Auteur artikel Marleen Vermeulen
Gepubliceerd 17 oktober 2017
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Aan een invorderingsbesluit dient een deugdelijke en controleerbare vaststelling van relevante feiten en omstandigheden ten grondslag te liggen. Dat is vaste rechtspraak en in zoverre niets nieuws. Wel is het zo dat de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in een uitspraak van 3 mei 2017 aanleiding heeft gezien om deze rechtspraak verder te verduidelijken. In een uitspraak van 4 oktober 2017 verwijst de Afdeling naar voornoemde preciseringsuitpraak en wordt er een streep gezet door een invorderingsbeschikking.

De casus
In een pand zijn verschillende wooneenheden gerealiseerd. Diverse verbouwingen zijn uitgevoerd zonder de daarvoor benodigde omgevingsvergunningen. Tijdens een inspectie wordt ook geconstateerd dat er brandveiligheidsvoorschriften worden overtreden. De eigenaar van het pand wordt op straffe van een dwangsom gelast de overtreding van de brandveiligheidsvoorschriften te (laten) beëindigen en beëindigd te houden door de huisvesting van personen in de woningen in het pand te staken en gestaakt te houden. Naar het oordeel van het bevoegd gezag wordt niet (tijdig) uitvoering gegeven aan de last, waarop wordt besloten tot invordering van de verbeurde dwangsommen.

Deugdelijke en controleerbare vaststelling van relevante feiten en omstandigheden
De eigenaar betoogt bij de Afdeling dat aan het invorderingsbesluit geen deugdelijke en controleerbare vaststelling van feiten en omstandigheden ten grondslag ligt. De Afdeling gaat hierin mee en overweegt net zoals in haar uitspraak van 3 mei 2017 als volgt:

“aan een invorderingsbesluit dient een deugdelijke en controleerbare vaststelling van relevante feiten en omstandigheden ten grondslag te liggen. Dit brengt met zich dat de vaststelling of waarneming van feiten en omstandigheden die leiden tot verbeurte van een dwangsom dient te worden gedaan door een ter zake deskundige medewerker van het bevoegd gezag, door een ter zake deskundige persoon in opdracht van het bevoegd gezag of door een ter zake deskundige persoon wiens bevindingen het bevoegd gezag voor zijn rekening heeft genomen. De vastgestelde of waargenomen feiten en omstandigheden dienen op een duidelijke wijze te worden vastgelegd. Dat kan geschieden in een schriftelijke rapportage, maar in bepaalde gevallen ook met foto’s of ander bewijsmateriaal. Duidelijk moet zijn waar, wanneer en door wie de feiten en omstandigheden zijn vastgesteld of waargenomen en welke werkwijze daarbij is gehanteerd. Voor zover de vastgestelde feiten en omstandigheden in een geschrift zijn vastgelegd, dient een inzichtelijke beschrijving te worden gegeven van hetgeen is vastgesteld of waargenomen. Een schriftelijke rapportage dient voorts in beginsel te zijn voorzien van een ondertekening door de opsteller en een dagtekening. Aan het ontbreken van een ondertekening en een dagtekening kan worden voorbijgegaan, indien op andere wijze kan worden vastgesteld dat de opsteller van de rapportage degene is die de daarin vermelde feiten en omstandigheden heeft vastgesteld of waargenomen en wanneer die vaststelling of waarneming heeft plaatsgevonden.”


Het college heeft weliswaar maandelijks controles laten uitvoeren door aangewezen toezichthouders, maar de controleverslagen concentreren zich alleen op de aanwezigheid van brandbare materialen en rookmelders. De last hield nu juist in dat er geen bewoning van de wooneenheden mocht plaatsvinden. Daarover wordt enkel opgemerkt dat de huisvesting niet is beëindigd. Dit is niet onderbouwd door objectieve gegevens of concrete waarnemingen, zodat de Afdeling vaststelt dat er op basis van deze verslagen niet met zekerheid kan worden vastgesteld hoeveel wooneenheden er aanwezig waren en hoeveel wooneenheden er werden bewoond. Het invorderingsbesluit wordt om die reden vernietigd, terwijl dit gemakkelijk te voorkomen was geweest als de criteria van de uitspraak van 3 mei 2017 in acht waren genomen.

Aanbeveling
Het is bij het nemen van een invorderingsbesluit altijd van belang dat er dus goed gekeken wordt naar de opgelegde last en dat de vaststelling van relevant feiten en omstandigheden daarop ziet. Indien er, zoals in dit geval, is opgelegd dat er geen wooneenheden meer mogen worden bewoond en het college in de invorderingsbeschikking stelt dat er acht wooneenheden worden bewoond, zullen de feiten en waarnemingen dit moeten bevestigen.

Wilt u meer weten over bestuurlijke dwangsommen en de invordering hiervan? Neem dan contact op met Marleen Vermeulen