1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Kan je erop vertrouwen dat diegene met wie je een overeenkomst hebt gesloten (en daarmee handelt namens een onderneming) ook de eigenaar is van de onderneming?

Kan je erop vertrouwen dat diegene met wie je een overeenkomst hebt gesloten (en daarmee handelt namens een onderneming) ook de eigenaar is van de onderneming?

In de uitspraak van 9 september 2020 van de rechtbank Rotterdam (ECLI:NL:RBROT:2020:8114) gaat het om de vraag of iemand een ander heeft vertegenwoordigd of namens zichzelf heeft gehandeld. Voor de beantwoording van deze vraag is de zogenaamde Kribbebijter-maatstaf bepalend.
Leestijd 
Auteur artikel Marieke Kok
Gepubliceerd 11 februari 2021
Laatst gewijzigd 11 februari 2021

X heeft een overeenkomst met een eenmanszaak gesloten voor het herstel van de fundering van een woning. De gesprekken heeft X met vader gevoerd, terwijl de eenmanszaak van zoon is. Met vader is onderhandeld over de offerte en is de offerte ondertekend. Zoon is niet bij de onderhandelingen over de offerte en ook niet bij de ondertekening van de offerte betrokken geweest. Bij het tekenen van de offerte heeft X een deel van de aanneemsom in contanten aan vader betaald. De eenmanszaak heeft de achternaam van vader en zoon. Vader heeft X niet verteld dat zijn zoon de eigenaar van de eenmanszaak was. De eenmanszaak komt in financieel zwaar weer terecht en wordt opgeheven. Op dat moment zijn de werkzaamheden aan de woning van X nog niet afgerond. Omdat de gemaakte afspraken niet zijn nagekomen, heeft X de overeenkomst ontbonden en vordert X terugbetaling van het betaalde bedrag en schadevergoeding van zowel vader als zoon. Vader en zoon ontkennen dat de overeenkomst ook met vader is gesloten.

Om te beoordelen of vader partij geworden is bij de overeenkomst hanteert de rechter de zogenaamde Kribbebijter-maatstaf. De vraag of iemand bij het sluiten van een overeenkomst in eigen naam heeft gehandeld moet volgens de Kribbebijter-maatstaf worden beantwoord aan de hand van wat partijen over en weer uit elkaars verklaringen en gedragingen hebben afgeleid en mochten afleiden. Daarbij moet niet alleen gekeken worden naar de inhoud van de wederzijdse verklaringen, maar ook naar de verdere omstandigheden van het geval.

X heeft nergens uit kunnen afleiden dat de eenmanszaak van zoon was. Alle contacten liepen met de vader. Op de offerte en de facturen stond weliswaar het KvK-nummer van de eenmanszaak vermeld, maar dat is volgens de rechter onvoldoende om aan te nemen dat X wist of kon weten dat zoon de eigenaar van de eenmanszaak was. Van X als consument kan niet worden verwacht dat hij voor het sluiten van de overeenkomst de Kamer van Koophandel raadpleegt om na te gaan op wiens naam de eenmanszaak is geregistreerd.

Volgens de rechter mocht X erop vertrouwen dat vader bij het aangaan van de overeenkomst ook namens zichzelf handelde. Vader is derhalve aan de overeenkomst gebonden en is aansprakelijk voor de gevolgen van het niet nakomen van de gemaakte afspraken. Zoon is als eigenaar van de eenmanszaak aan de overeenkomst gebonden omdat de vader hem heeft vertegenwoordigd. X kan dus zowel vader als zoon aanspreken.