1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Kroon wijst prematuur onteigeningsverzoek af

Kroon wijst prematuur onteigeningsverzoek af

De gemeente Kaag en Braassem heeft in juni 2016 een verzoekbesluit genomen, en dat besluit in september 2016 bekrachtigd. Ruim anderhalf jaar later oordeelt de Kroon dat het eerste verzoekbesluit prematuur was. Het tweede raadsbesluit heeft niet geholpen.
Leestijd 
Auteur artikel Hanna Zeilmaker
Gepubliceerd 30 april 2018
Laatst gewijzigd 30 april 2018

De gemeente wil gronden onteigenen ter uitvoering van een bestemmingsplan (en uitwerkingsplan) dat voorziet in de realisering van een woonwijk. Een aantal eigenaren is het niet eens met de gang van zaken en dient zienswijzen in. Deze worden hierna besproken.

Voordracht vervallen?

De eigenaren stellen dat het verzoekbesluit van 27 juni 2016 niet binnen drie maanden na het nemen van dat besluit aan de Kroon is voorgedragen, waardoor het verzoek besluit is vervallen en daarom niet-ontvankelijk is.

De Kroon stelt vast dat het verzoekbesluit met de stukken tijdig is voorgedragen door een adviseur van de gemeente. De indiening van de stukken werd begeleid door een brief van de adviseur samen met een niet ondertekende voordrachtbrief van het college van B&W. het college heeft vervolgens achteraf een machtiging aan de adviseur verleend. Daardoor is de Kroon ervan overtuigd dat de adviseur de voordracht heeft gedaan in overeenstemming met de bedoeling van het college. Daarbij komt dat het college van B&W later alsnog een getekende versie van de voordrachtbrief heeft ingestuurd.

commentaar: artikel 79 Onteigeningswet schrijft voor dat het verzoekbesluit vervalt als het niet binnen drie maanden aan de Kroon is voorgedragen.

Verzoekbesluit prematuur

De eigenaren voerden verder aan dat het verzoekbesluit prematuur is genomen en onzorgvuldig tot stand is gekomen. Volgens artikel 3:2 van de Awb dient een bestuursorgaan bij de voorbereiding van een besluit alle benodigde kennis te vergaren omtrent de relevante feiten en de af te wegen belangen alvorens een besluit te nemen. De gemeenteraad heeft in juni 2016 een verzoekbesluit genomen zonder kennis te nemen van het zelfrealisatieverweer van de eigenaren. Een amendement tijdens de vergadering over het verzoekbesluit is ingetrokken onder de toezegging dat het verzoekbesluit in september vóór verzending aan de Kroon opnieuw aan de gemeenteraad zal worden voorgelegd. Volgens afspraak met de gemeente hebben de eigenaren een plan tot zelfrealisatie op 26 augustus 2016 ingediend. Omdat de gemeenteraad niet tijdig over dit ingediende zelfrealisatieplan beschikte en vanwege de op 27 juni 2016 gekozen constructie, bekrachtigt de gemeenteraad uiteindelijk volgens de besluitenlijst van 19 september 2016 het besluit van 27 juni 2016 zonder andere conclusies of motivering. Het beroep op zelfrealisatie is dus niet in volle omvang beoordeeld.Volgens reclamanten heeft de gemeenteraad op 27 juni 2016 bewust een besluit genomen zonder kennis te nemen van het zelfrealisatieverweer van reclamanten. Het verzoekbesluit is daarom volgens reclamanten prematuur en niet zorgvuldig voorbereid. Het later bekrachtigen van dit besluit zonder voldoende kennis te nemen van het zelfrealisatieverweer herstelt dit gebrek volgens reclamanten niet.

De Kroon stelt vast dat de eigenaren in een overleg op 26 mei 2016 hadden aangekondigd dat zij binnen drie maanden een compleet uitgewerkt zelfrealisatieplan zouden kunnen aanleveren. De gemeente heeft toen meegedeeld dat er uiterlijk op 26 augustus 2016 een compleet zelfrealisatieplan werd verwacht, dat de gemeente in staat stelt de toetsing van de criteria van de Kroon uit te voeren. Op 15 juni 2016 heeft de gemeente de genoemde termijn voor de aanlevering herhaald.

De raad wist voorafgaand aan het verzoekbesluit dat de eigenaren de samenwerking hadden gezocht met een ontwikkelaar met de nodige ervaring en expertise. Deze ontwikkelaar had ook al stedenbouwkundige plannen overgelegd. De raad wist ook dat de eigenaren hadden aangegeven dat een uitgewerkt zelfrealisatieplan uiterlijk op 26 augustus 2016 viel te verwachten en heeft daarmee ingestemd. Mede gelet op het feit dat de eigenarenin de gelegenheid zijn gesteld om uiterlijk 26 augustus 2016 een zelfrealisatie-plan in te dienen, kon er ten tijde van het verzoekbesluit nog geen onteigeningsnoodzaak worden vastgesteld. Het onteigeningsverzoek van 27 juni 2016 was dan ook prematuur. Het feit dat de gemeenteraad op 19 september 2016 het verzoekbesluit heeft bekrachtigd maakt dit volgens de Kroon niet anders. Het is niet gebleken dat de gemeenteraad zich bij besluitvorming alsnog een afgewogen oordeel heeft gevormd over het – overigens binnen de gestelde termijn ingediende – zelfrealisatieplan alvorens het onteigeningsverzoek aan Ons voor te dragen.

Commentaar: In dit geval hadden de eigenaren al in een vroeg stadium kenbaar gemaakt dat zij een beroep deden op zelfrealisatie, waarbij zij verzochten om meer informatie over de wijze van planuitvoering. Maar het komt ook voor dat de gemeente pas in een heel laat stadium met zo'n verzoek wordt geconfronteerd. De planning en urgentie staan dan niet meer toe dat het verzoekbesluit wordt uitgesteld. Het is dus ook goed denkbaar dat een verzoekbesluit wordt ingediend en dat de gemeente na de voordracht bereid blijft om met de eigenaar over zelfrealisatie van gedachten te wisselen. Aan de noodzaak tot onteigening hoeft dergelijk overleg niet af te doen. Het is in ieder geval zaak om een tijdig naar voren gebracht beroep op zelfrealisatie serieus te nemen, gevraagde informatie te verstrekken en de regie te nemen door termijnen te stellen etc. Het allerbelangrijkste is echter dat afspraken over de aanpak worden nagekomen. Dus als de raad toezegt dat er een tweede raadsbesluit over een in te dienen plan komt, dan moet die toezegging worden nagekomen. De vergadering over het verzoekbesluit blijft spannend!

Aan de zienswijze over het beroep op zelfrealisatie komt de Kroon niet meer toe. Het verzoek wordt afgewezen.